Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Waarom een ban op bushmeat averechts kan uitpakken

COVID-19 maakte velen bewust van de mogelijke gevolgen van de consumptie van wilde dieren of bushmeat. Toch kan een ban meer kwaad doen dan goed, schrijft conservatiewetenschapper Hollie Booth.

The Conversation

The Conversation is een onafhankelijke, non-profit journalistieke website die nieuws en achtergrond afkomstig uit de academische gemeenschap publiceert.

Nadat een aantal vroege gevallen van COVID-19 een verband toonden met een versmarkt in China, kwam de handel in wilde dieren en planten onder vuur te liggen. De link tussen het menselijk ingrijpen in de natuur en de volksgezondheid werd plots tastbaar. Actiegroepen riepen op tot een volledig verbod op de consumptie van en handel in wilde dieren. De regeringen van China en Vietnam traden resoluut op om een grootschalige verbod in te voeren.

De pandemie bracht de gespannen relatie van de mensheid met de natuur scherp in beeld. Het vestigde de aandacht van het publiek op verbanden tussen het milieu en de menselijke gezondheid, en leidde tot oproepen voor een 'groen herstel' dat het milieu centraal stelt in post-pandemische stimuleringspakketten.

Maar de meer doordringende milieu- en gezondheidsrisico's van de veeteelt - die waarschijnlijk wild vlees zou vervangen - kregen tot op heden weinig aandacht. Mijn collega's en ik voerden onderzoek naar de risico's die het verwijderen van wild vlees uit wereldwijde voedselsystemen met zich meebrengt. Onze resultaten suggereren dat een grootschalig verbod op het gebruik van wilde dieren de natuur en de menselijke gezondheid ook negatief kunnen beïnvloeden.

Het risico van intensieve veehouderij

Hoewel handel in wilde planten en dieren sommige soorten naar de afgrond kan duwen en de risico's op nieuwe infectieziekten vergroot, verbleken deze effecten bij die van de veeteelt. Het klopt dat de handel in wilde dieren leidde eerder al tot uitbraken van dodelijke ziekten als ebola en sars. Maar wereldwijde analyses van opkomende infectieziekten tonen aan dat veranderingen in landgebruik, vooral voor de landbouw, de belangrijkste oorzaken zijn van de uitbraken van zoönosen of ziekten die van dieren op mensen overspringen. Meer dan de helft van de zoönosen houdt verband met uitbreiding en intensivering van de landbouw.

Wanneer woon- of landbouwgebied zich uitbreidt in de natuur, brengt dat een groter risico met zich mee dat ziekten van wilde dieren op vee of mensen overspringen, vanwege de grotere nabijheid tussen de twee. De meeste zoönosen worden overgedragen via vee. Een afname van de diversiteit in natuurlijke ecosystemen draagt bij tot de verspreiding van deze ziektekiemen. Intensieve veehouderij schept perfecte omstandigheden voor de ontwikkeling van virusstammen met pandemisch potentieel, zoals dierlijke influenza’s als vogelgriep en varkensgriep.

Terwijl ongeveer 3.000 soorten worden bedreigd door de jacht en de visvangst, is niet alle handel in wilde dieren en planten slecht. Verrassend genoeg zijn sommige vormen van degelijk beheerde handel in wilde dieren net goed voor de natuur. In sommige gevallen, zoals bij de jacht op wilde herten in Groot-Brittannië, kan de handel in wilde dieren en planten een fundamenteel onderdeel vormen van ecosysteembeheer.

Vernietiging en degradatie van habitats als gevolg van landbouwuitbreiding aan de andere kant, vormen het grootste gevaar voor wilde soorten wereldwijd en bedreigen meer dan 13.000 soorten. De toekomstige globale voedselproductie ligt op koers om tegen 2050 enorme verliezen aan biodiversiteit te veroorzaken.

De teelt van soja, een belangrijke component in veevoer, leidt vaak tot ontbossing.

Onbedoelde gevolgen

Een kortzichtige focus op de handel in wilde dieren en planten kan meer doen dan alleen afleiden van urgentere problemen. Uit onze studie bleek dat het verdere risico's voor de natuur en de menselijke gezondheid zou kunnen opleveren.

Dieren in het wild zijn een belangrijke voedselbron in veel delen van de wereld, waaronder Noord-Amerika, Afrika bezuiden de Sahara en China. Hardhandige beperkingen op het gebruik ervan zullen een "voedingskloof" veroorzaken: een verminderde aanvoer van belangrijke voedingsstoffen, zoals eiwitten en B-vitamines. Deze kloof zal hoogstwaarschijnlijk worden opgevuld door een verhoogde productie van binnenlands vee, of mensen zullen honger lijden. Beide scenario's vergroten de risico's voor het milieu en de menselijke gezondheid.

De kosten van een ban op ‘bushmeat’ zullen voor veel mensen simpelweg te hoog zijn.

Aangezien veeteelt een belangrijke oorzaak is van zowel het verlies aan biodiversiteit als het risico van opkomende infectieziekten, kan een groei van de veehouderij ernstige gevolgen hebben voor de natuur en de volksgezondheid. Volgens onze conservatieve schatting zou er jaarlijks meer dan 450 miljoen kilogram eiwit nodig zou zijn om de consumptie van wild vlees wereldwijd te vervangen.

Hiervoor zijn meer dan 124.000 km² extra landbouwgrond nodig. Dat is een gebied bijna zo groot als Griekenland. Dit kan honderden soorten met uitsterven bedreigen, met name in Latijns-Amerika, Afrika bezuiden de Sahara en de VS. Daarnaast verhoogt deze evolutie het risico op nieuwe uitbraken van infectieziekten, met name op plaatsen met een grote biodiversiteit - vaak in landen waar een verbod op wild vlees zou leiden tot de sterkste landbouwexpansie.

Maar als wild vlees niet wordt vervangen door vee, komen miljoenen mensen zonder voldoende voedsel te zitten. De geschatte eiwitinname per hoofd van de bevolking kan in verschillende landen onder het gezonde niveau vallen, waardoor chronische gezondheidsproblemen toenemen. Deze harde realiteit en het beperkte aantal haalbare alternatieven betekenen dat de kosten van het stoppen van de consumptie van wild vlees voor veel mensen simpelweg te hoog zullen zijn.

Eerdere ervaringen in West-Afrika en Vietnam suggereren dat verbodsbepalingen mogelijk leiden tot het ontstaan van informele netwerken van handel in wilde dieren, met slechtere monitoring en grotere risico's voor de volksgezondheid dan legale handel.

Ongemakkelijke waarheid

Een echt groen herstel, dat wilde dieren redt én toekomstige pandemieën voorkomt, vereist een diepgaande studie van de mondiale voedselsystemen. Die omvat het schetsen van scenario's voor een risicogebaseerde regulering van de handel in wilde dieren en planten, en voor een verandering in de landbouwsector.

Als we het milieu en onze gezondheid willen waarborgen, dan moeten we veranderen wat we eten en hoe het wordt geproduceerd. In rijke landen is een vermindering van de vleesconsumptie een prioriteit. Consumenten van bushmeat aanduiden als zondebokken, leidt ons alleen maar af van die ongemakkelijke waarheid.


Dit artikel is een vertaling van The Conversation. De auteur is Hollie Booth (Conservation Science, University of Oxford)

Bronvermelding