Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Van prut tot paddenstoel - een tweede leven voor koffiegruis

Koffiegruis, het goedje dat overblijft als je koffie hebt gezet, is een ideale grondstof voor nieuwe toepassingen. Je kan er zelf paddenstoelen mee kweken of je handen ermee scrubben. Bedrijven maken er textiel en meubilair van.

Merel Deelder

Journalist - Gespecialiseerd in het ethisch perspectief van milieu, voeding en veeteelt.
"In een circulaire economie zoek je altijd naar de hoogste toegevoegde waarde van reststromen"
Een tafelblad van koffiegruis.

Van prut tot paddenstoel

Koffiegruis, het goedje dat overblijft als je koffie hebt gezet, is een ideale grondstof voor nieuwe toepassingen. Je kan er zelf paddenstoelen mee kweken of je handen ermee scrubben. Bedrijven maken er textiel en meubilair van.

Als je ’s morgens pas echt ontwaakt na je eerste kopje koffie sta je er ongetwijfeld niet bij stil. Koffie veroorzaakt enorme afvalstromen. Van de koffiebonen die ver weg groeiden en verwerkt werden, belandt nauwelijks 0,2 procent in je kopje. De resterende 99,8 procent bestaat vooral uit gruis. Die koffiedik eindigt op de vuilnisbelt om weg te rotten en dat is zonde. In koffiegruis zitten waardevolle componenten als oliën en mineralen, legt de Leuvense onderzoeker Bert Lagrain uit. Hij doet onderzoek naar de verwerking van biologische reststromen.

Fairtrade zwammen 

Koffiegruis is een ideale voedingsbodem voor paddenstoelen. Dankzij de cafeïne kunnen veel soorten er sneller op groeien dan op houtsnippers, de gangbare ondergrond in de paddenstoelenteelt. Met koffieafval kan je 16 miljoen ton paddenstoelen per jaar produceren, ‘bijna de helft van de hoeveelheid proteïne die alle viskwekerijen ter wereld samen produceren’, schreef Gunther Pauli in 2014 in zijn baanbrekende boek Blauwe economie. Pauli was eigenaar van de producent van ecologische onderhoudsproducten Ecover en lid van de Club van Rome, de stichting die sinds 1968 haar bezorgdheid over de toekomst van de wereld voor het voetlicht brengt.

In Nederland en Vlaanderen groeit het aantal paddenstoelentelers dat gebruikmaakt van koffiereststromen. PermaFungi was naar eigen zeggen de eerste Belgische paddenstoelenteler op koffiegruis. Het kweekt biologische oesterzwammen in Brussel en mixt 60 procent koffiedik met 39 procent stro en 1 tot 2 procent mycelium, schimmeldraden voor de paddenstoelen. ‘Alles komt uit Brussel, behalve het mycelium, dat halen we uit Gent’, verklaart bio-ingenieur en medeoprichter Martin Germeau.

Lokale productie is een van de pijlers van PermaFungi. Dagelijks fietsen de medewerkers langs tien vestigingen van een restaurantketen om hun koffiegruis af te halen. Daarmee sparen ze brandstof en energie uit. ‘Door verhitting steriliseerden de koffiemachines het gruis al. Wij hoeven daar niet nog een keer energie in te steken.’

Om zeker te zijn van schoon koffiegruis, haalt Perma-Fungi het elke dag af. ‘Wij krijgen geregeld de vraag van bedrijven om hun koffiegruis af te nemen. Onze voorwaarde is dat hun gruis fairtrade en biologisch is.’ Met 1 kilogram koffiegruis en 600 gram stro produceren de Brusselaars 300 gram oesterzwammen. Die brengen we met de fiets naar een lokale markt. Voor particulieren hebben we een kit waarmee ze met hun koffiegruis thuis oesterzwammen kunnen kweken.’

Circulaire economie 

‘Als je koffiegruis omzet in voedsel beperk je verlies en verspilling van grondstoffen en energie’, gaat Sam Deckmyn van Plan C voort. Dat is een Vlaamse ngo die focust op de circulaire economie, een economisch systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen wil maximaliseren en waardevernietiging wil minimaliseren. In het bestaande lineaire systeem worden grondstoffen omgezet in producten die je aan het einde van hun levensduur vernietigt.

In de circulaire economie is een andere relatie tussen producent en afvalverwerker essentieel. Zonder afval wordt iedereen producent. Op grote schaal ontstaan nieuwe machtsstructuren als onze reststromen waarde krijgen. PermaFungi is een mooi voorbeeld. Het oefent invloed uit op de koffiemarkt, die wat meer opschuift naar biologische fairtrade koffie.

‘In een circulaire economie zoek je altijd naar de hoogste toegevoegde waarde van reststromen, want die is niet altijd even hoog’, legt Lagrain uit. ‘Als ze beantwoorden aan de strenge kwaliteitseisen van de farmaceutische industrie, kan je een product het duurste verkopen, dat is de meest hoogwaardige toepassing. Voeding staat op nummer twee, paddenstoelen kweken op koffiegruis is daar een indirect voorbeeld van. Daaronder komt veevoeder, dan komen grondstoffen en chemische toepassingen. Helemaal onderaan staat verbranding voor energie, dat is de minst zinvolle toepassing. Onmiddellijk gebruik van reststromen geniet altijd de voorkeur, maar dat is lastig bij koffiegruis.’

Koffiedikzwammen bieden ook milieuwinst als we ze eten als vleesvervanger. GRO uit Amsterdam kweekt zwammen en verwerkt ze ook tot vegetarische snacks. In ruil voor hun koffiegruis krijgen de klanten vegetarische kroketten, bitterballen of hamburgers.

Koffiedik kan je ook in textiel verwerken. Na de productie van voedsel, transport en huisvesting is het de economische sector met de grootste ecologische voet-afdruk. De textielindustrie verbruikt 1 triljoen kilowattuur energie per jaar, goed voor 10 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Ze vergt ook veel water.

Het probleem van de microplastics staat sinds kort in de belangstelling. Als je synthetische kleding wast, komen microplastics in de oceanen terecht en daarmee in de voedselketen. Het gebruik van natuurlijke materialen in kleding kan een uitkomst bieden. Als je een reststroom als koffiegruis gebruikt, wordt de milieuwinst nog groter.

S.Cafe uit Taiwan maakt garen van koffiegruis en plastic-afval, de sportmerken Asics en Timberland nemen de stoffen af. Toch kan je vragen stellen bij de duurzaamheid. De kledij is gemaakt van gerecyclede materialen, maar als je ze wast, draag je toch weer bij aan de groeiende hoeveelheid microplastics in het milieu.

Deckmyn ziet nog een ander probleem. ‘Als je organische materialen met synthetische mengt, hou je een goedje over waar je uiteindelijk niets meer mee kan. De materialen uit zo’n stof zijn aan het einde van de levenscyclus niet te scheiden en daarom kan je ze niet meer hergebruiken. Je kan ze alleen nog verbranden om de energie te recupereren.’

Een echt koffiehuis

Orineo uit Erps-Kwerps is een bedrijf dat bio-afwerkingslagen voor meubels en interieurs produceert. Koffiegruis en andere natuurlijke restproducten als olijfbladeren, oude kurken of bessenpitten mengt het met natuurlijke oliën. Van die massa giet het vloeren en tafelbladen die twintig tot dertig jaar meegaan.

‘Tot 80 procent van onze materialen heeft een plantaardige oorsprong’, zegt oprichter en directeur Philippe Willems. Het niet-plantaardige deel zit in het middel dat de materialen doet uitharden. ‘Dat middel bestaat al in een natuurlijke variant, maar dat is nog niet commercieel verkrijgbaar.’ Over vijf jaar wil het bedrijf volledige biomaterialen op de markt brengen. Tot die tijd zit er aan het einde van de levensduur van zo’n product niet veel anders op dan het te verbranden, de minst nuttige toepassing.

Ook thuis kan je koffiegruis gebruiken: als scrub voor je handen, onder de douche of als schuurmiddel voor de leidingen. Volgens Lagrain zijn dat niet de meest zinvolle toepassingen. ‘Je gebruikt het gruis dan maar één keer. Geen enkel systeem kan het gruis nog uit het afvalwater halen. Hetzelfde probleem heb je met het eten van koffiegruiszwammen.’

Lagrain wil koffiedik gebruiken als alternatieve grondstof voor ‘actieve kool’, die we gebruiken om water te zuiveren. Nu komt die uit steenkool. Wetenschappers in Italië experimenteren al met een waterfilter op basis van siliconen en koffiegruis om kwik en lood uit water te filteren. Lagrain wil alleen natuurlijke materialen gebruiken voor zijn filters. Daarnaast wil hij zich verdiepen in de mogelijkheden van de biokool als basis voor CO2-opslag, een toepassing waarin wetenschappers al de eerste successen boekten.

Nog een kopje? 

‘Als een duurzaamheidsprobleem is opgelost, dreigt het gevaar dat mensen er meer van gaan consumeren. Dat is niet de bedoeling. Transport en productie vergen nog fossiele energie’, waarschuwt Deckmyn. Bovendien is het lastig om koffiegruis op grote schaal in te zamelen. ‘Als we het gruis willen gebruiken voor grootschalige toepassingen, staan we voor een enorme logistieke uitdaging. Het gruis is nat en rot snel. Het is erg complex om grote afstanden te overbruggen.‘

Bronvermelding