Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Lege skeletten en insectenpoep: wat met het afval van insectenteelt?

Een belangrijk pluspunt van de insectenteelt is dat bepaalde soorten zich voeden met organische reststromen. De teelt levert zelf echter ook afval op. Die resten, die onder meer bestaan uit afgeworpen uitwendige skeletten van insecten en hun uitwerpselen, hebben op hun beurt interessante toepassingen.

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.

Een bijzondere stof die veel aandacht krijgt is chitine, een meervoudige suiker. Het uitwendig skelet van insecten, maar ook dat van kreeftachtigen en spinnen bestaat grotendeels uit die harde, grote molecule. De biomassa van insecten bevat tot tien procent chitine, al zijn er verschillen tussen soorten insecten. Na cellulose is chitine het meest voorkomende biologisch materiaal in de natuur.

Chitine wordt ook wel eens 'dierlijke vezels' genoemd, omdat ons spijsverteringsstelsel de stof niet verwerkt. Toch worden er aan chitine een aantal gezondheidsvoordelen toegeschreven. Chitine is een antioxidant, werkt ontstekingsremmend en vertoont antibacteriële eigenschappen. In kleine hoeveelheden is het terug te vinden in sommige voedingssupplementen. Maar tegelijkertijd lijkt chitine allergische reacties uit te lokken bij sommige mensen, en vermindert het de verteerbaarheid van bepaalde eiwitten.

Veelzijdig exoskelet

Het zijn echter vooral de non-food toepassingen die chitine zo interessant maken, legt professor Mik Van Der Borght uit. Van Der Borght is verbonden aan de Research Group for Insect Production and Processing (IP&P) van de KU Leuven. 'Bij het kweken van insecten om er bijvoorbeeld een proteïnepoeder van te maken is een vezel zoals chitine niet gewenst. Ook in veevoeder mag het gehalte chitine niet te hoog zijn. Die overtollige chitine uit de exoskeletten van insecten kunnen we elders gebruiken.'

De chemische en fysische eigenschappen van chitine zijn vooral interessant als grondstof voor allerlei materialen. Het is biologisch afbreekbaar, en biocompatibel, wat wil zeggen dat het geen bijwerkingen veroorzaakt wanneer het in contact komt met levend weefsel, al kunnen er allergische reacties optreden. Verder is de stof niet giftig en antibacterieel. Potentiële toepassingen te over dus.

'Chitine is interessant op zich, maar kan ook omgezet worden naar chitosan,' vertelt Van Der Borght. 'Die afgeleide stof kan onder andere dienen in waterfilters om zware metalen uit te zuiveren, als antiklontermiddel, in de cosmetica, als folie in de verpakkingsindustrie, zelfs als bouwmateriaal. Noem maar op. Om een concreet voorbeeld te geven, chitosan heeft zowel antibacteriële als bloedstollende eigenschappen. Van deze stof kan men bovendien vezels maken, zoals bij textiel het geval is. Men kan dus zo verbanden produceren die zowel het bloeden stelpen als de wondgenezing bevorderen.

De kweek van kreeftachtigen vormt vandaag de belangrijkste bron van chitine. Maar een grootschalige insectenindustrie zou die rol wel eens kunnen overnemen, aldus Van Der Borght. 'Op dit ogenblik komt chitine voornamelijk uit afvalstromen van krabben, kreeften en garnalen. Hun exoskelet bestaat eveneens uit chitine, net zoals bij insecten. Maar de samenstelling van dat skelet is afhankelijk van het seizoen. De kwaliteit van die bron van chitine varieert dus doorheen het jaar. Dat is bij insecten niet het geval.. De insectensector kan een meer stabiele, en kwalitatief meer homogene leverancier van chitine worden.'

Beloftevolle bodemverbeteraar

Het harde exoskelet van insecten groeit niet mee met de beestjes. Eens het te nauw zit, werpen ze het af. Onder het oude exoskelet heeft er zich dan al een nieuw, ruimer jasje gevormd. Deze afgeworpen exoskeletten, exuviae genoemd, stapelen zich op in de kweekbakken, samen met de uitwerpselen van insecten, het zogenoemde frass.

Deze mengeling van excuviae en frass klinkt niet als een waardevol goedje, maar is dat wel. Het is namelijk een uitstekende bodemverbeteraar, boordevol stikstof en andere nutriënten. De chitine in de exoskeletten vergaat maar langzaam, wat maakt dat het voedingsstoffen traag aan de bodem afgeeft, en die dus niet snel uitspoelen. Ze verbeteren eveneens de structuur van de bodem. Dat stimuleert de ontwikkeling van gunstige bodembacteriën, en versterkt het immuunsysteem van gewassen. Het afval uit kweekbakken komt zowel de gezondheid van de bodem ten goede als die van planten, en vermindert de afhankelijkheid van traditionele meststoffen. Bovendien produceren insecten best wel wat frass. Bij de kweek van een kilo meelwormen blijft er een halve kilo frass over.

Hoogwaardige en ecologische meststoffen en bodemverbeteraars op basis van afvalstromen uit de kweek vormen een interessant bijproduct voor de insectenindustrie. Dat geldt ook voor chitine, een steeds meer gegeerde grondstof voor een groeiende reeks non-food producten. Het benutten van deze reststromen sluit niet alleen de productiekringloop, het doet ook het economisch plaatje kloppen, en dat is niet onbelangrijk voor een jonge sector in volle ontwikkeling.

Bronvermelding