Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Komen al onze avocado’s binnenkort uit Colombia?

Dat Colombia hét opkomende avocadoland is, blijkt uit het feit dat de omzet uit export sinds 2002 van 137 duizend dollar tot 103,3 miljoen dollar groeide, een stijging van maar liefst 75.301 procent. Het grootste deel van de vruchten gaat naar Nederland, België en andere Europese landen. De landbouwsector kan het door conflict geplaagde land een economische impuls geven. Maar ziet Colombia het eigenlijk wel zitten om haar economie op landbouwgewassen als avocado te baseren? 

Bram Ebus

Onderzoeksjournalist gespecialiseerd in sociaal-ecologische conflicten in Colombia en Venezuela.

Colombia beschikt over grote olie- en mineralenvoorraden en daar profiteren internationale bedrijven uiteraard maar wat graag van. Landbouw is altijd het hart van het vruchtbare Colombia geweest, maar de sector wordt steeds meer gedomineerd door buitenlandse investeerders.

De avocado is niet gewoon belangrijk voor Colombia, hij kreeg zelfs een politieke rol toebedeeld in de voorbije presidentsverkiezingen. Die gingen tussen de rechtse kandidaat Iván Duque – vaak de marionet van ex-President Álvaro Uribe genoemd – en Gustavo Petro, de linkse kandidaat die vroeger deel uitmaakte van de niet meer bestaande guerrillabeweging M19. Nog nooit was Colombia zo verdeeld. Symbool voor de politieke agenda’s van beide kandidaten staan olie (petróleo) en avocado (aguacate).

"Als de avocadosector blijft groeien volgens verwachting, wordt het binnen tien jaar de op een na grootste producent ter wereld. Op dit moment bezet Colombia de vierde plek"
Een vrachtwagen met olie.

Avocado’s belangrijker dan olie

Het petróleo versus aguacate debat begon op de Amerikaanse Columbus University. Hier spraken de presidentskandidaten tijdens de campagnetijd een zaal vol met studenten toe. “Hoeveel ton avocado hebben we nodig om een vat olie te kopen”, ridiculiseerde Duque het landbouwmodel van Petro. Enkele dagen later, op een publieke bijeenkomst in het noorden van Colombia, sprak Petro een menigte toe: “Ik ben naar dit plein gekomen om uit te leggen dat avocado’s belangrijker zijn voor Colombia dan olie!”

Uiteindelijk won olie het van de avocado’s en daarmee won het kortetermijndenken het van het langetermijndenken. Als de avocadosector blijft groeien volgens verwachting, wordt het binnen tien jaar de op een na grootste producent ter wereld. Op dit moment bezet Colombia de vierde plek. De groeicurve van de door problemen en geweld omringde oliesector in Colombia neemt naar verwachting af.

Ongeveer de helft van Colombia’s olie wordt naar de Verenigde Staten verscheept. Nederland daarentegen importeert de meeste avocado’s vanuit Colombia, gevolgd door Spanje, het Verenigd Koninkrijk en België. Om de implicaties van de avocado-olie strijd voor de toekomst en het welzijn van het land te begrijpen en erachter te komen waarom onze avocado’s binnenkort wel of niet uit Colombia komen, gaan we naar het zuidelijke plattelandsdepartement Putumayo.

Avocado-boeren Jairo (links) en Miguel (rechts)
"Ongeveer 36 procent van de bevolking van het Colombiaanse platteland leeft onder de armoedegrens"

Eerst telen voor de lokale markt

De Vallei van Sibundoy ligt in de piedemonte amazonico. Hier ontmoeten de Andes bergketen en de jungles van de Amazone elkaar. Op een hoogte van 2.100 boven zeeniveau is het klimaat perfect geschikt voor de avocado. Het regent er veel en de grote voorraden en grondwater zorgen ervoor dat de avocado – een plant die veel water consumeert – kan groeien zonder droogte te veroorzaken. Tussen de groene avocado-bomen lopen Miguel en Jairo Navarro. “We telen ten eerste voor de lokale markt, daarna denken we aan export” legt Miguel uit. Samen hebben ze 1,6 hectaren aan avocadobomen staan.

Ongeveer 36 procent van de bevolking van het Colombiaanse platteland leeft onder de armoedegrens. Jairo pakt een groene hass-avocado in zijn handen en inspecteert de vrucht terwijl hij zich over de politiek beklaagt. “De huidige president weet niet eens dat er avocado wordt geproduceerd in Colombia.”

Toch heeft de avocado de Colombiaanse landbouwmarkt een flinke boost gegeven. Transportbedrijf MAERSK zag de avocado-export naar Europa met 80 procent stijgen in de eerste drie maanden van 2018. De familie Navarro exporteerde 45 ton van hun jaarproductie van 60 ton – 19 ton ging naar Nederland. In 2017 produceerden ze slechts de helft.

Hun avocado’s zijn gecertificeerd door ICA, het Colombiaans Landbouwinstituut, dat een soort paspoort voor het fruit uitreikt. Dat betekent dat de avocado’s bijvoorbeeld gekweekt zijn zonder chemicaliën die op een zogenaamde rode lijst staan, want anders mogen ze buiten Colombia niet verkocht worden.

"Er moet opgepast worden voor buitenlandse bedrijven die grote plantages willen beginnen, zoals in Chili en in Mexico"

Opgelet voor buitenlandse bedrijven

Zelfs zonder die chemische hulpmiddelen, zijn ze de meest productieve avocado-boerderij van Colombia, met een opbrengst van 37 ton per hectare. Er wordt echter niet alleen avocado geteeld, de boerderij heeft ook granaatappels, theekruiden en de yacónwortel (of appelwortel). Dat betekent dat er het hele jaar door geoogst kan worden. Hierdoor zijn er geen vaste oogstseizoenen en is er altijd werkgelegenheid. Verder dragen ze met verschillende producten bij aan de diversiteit van de lokale markt en blijft de grond vruchtbaar, daar waar die met monoculturen vaak uitgeput raakt.

De avocadoconsumptie in Colombia en de internationale exporten dragen bij aan het landbouwmodel waar veel boeren naar zoeken, agricultuur in plaats van grondstoffenontginning. Daarnaast biedt het de boeren de mogelijkheid om ook nog andere landbouwproducten te telen. Toch moet er volgens Jairo opgepast worden voor buitenlandse bedrijven die grote plantages willen beginnen, zoals in Chili en in Mexico. Daarom profiteren lokale boeren meer als ze zelf kunnen exporteren zonder betrokkenheid van groothandelaars.

“De rijkdom blijft in de handen van buitenlandse bedrijven en niet van de Colombianen zelf. Want een Colombiaan heeft vaak geen kapitaal om zijn eigen gewassen te verbouwen”, legt Jairo uit. Hij beklaagt zich over het gebrek aan leningen voor boeren en het uitblijven van investeringen in het platteland die presidentskandidaat Petro nochtans wel beloofde. “Daarom moet de Colombiaan in loondienst bij de buitenlanders gaan werken en dan wordt het extractivisme.”

Met extractivisme – een term die vaak gebruikt wordt voor het economisch model gebaseerd op mijnbouw en olie-ontginning – bedoelt men simpelweg het onttrekken van grondstoffen uit de aarde om te verkopen op internationale markten. De Navarro-broers mogen dan wel duurzame landbouw nastreven, toch liggen de gevaren op de loer. Vlakbij Sibundoy, in een hoger gelegen gedeelte van Putumayo, kochten multinationals verschillende mijnbouwtitels. Miguel en Jairo zijn bang voor de toekomstige impact van mijnbouw op de kwaliteit van het grondwater en vrezen zelfs aardverschuivingen in de nabije bergen.

Sociaal conflict gecreëerd

Om na Sibundoy verder naar het zuiden te reizen volgt er een weg die als een slang door de bergen kruipt, bijgenaamd de ‘trampoline van de dood’. Als dit obstakel is overwonnen glijden de wegen geleidelijk door de groene junglelandschappen naar Orito, een van de belangrijkste aardolieproducerende gemeenten in Colombia.

De Canadese multinational Gran Tierra bezit zo’n 70 procent van de mijnbouwconsessies in Putumayo, waar Shell ook ooit naar olie zocht. De Canadezen ontginnen er nu olie en proberen uit te breiden op inheems terrein. “We leefden in harmonie met de natuur, toen kwam Gran Tierra en werd er een sociaal conflict gecreëerd”, vertelt Gilberto Munchicon. Hij is de leider van zijn gemeenschap, een van de velen die behoort tot de Nasa-etniciteit, die in Putumayo sinds enkele jaren wordt bedreigd door de komst van de oliesector.

Gran Tierra toonde interesse om in de nabijheid van Munchicon zijn dorp naar olie te boren. De inheemse bevolking verzette zich al jaren tegen het bedrijf en veroordeelden illegale testboringen. Dat bleef niet zonder gevolgen. In 2015 bezochten mannen met bivakmutsen zijn gemeenschap, staken enkele auto’s en huizen in brand en begonnen op het hele dorp te schieten. Munchicon en zijn familie moesten het bos in vluchten om zich te verschuilen.

Olie wordt door de regering naar voren geschoven als een van de pilaren van economische ontwikkeling. Maar de uitbreiding van de sector gaat met geweld gepaard. Munchicon zegt dat de Nasa inheemse bevolkingsgroep niet tegen ontwikkeling zijn, maar dat moet niet ten koste gaan van hun veiligheid en de natuur, waar zij een speciale band mee hebben.

Munchicon (links) en Ossa (rechts)

Duurzame en diverse landbouw gezocht

De inheemsen hebben een landbouwmodel dat gebaseerd is op duurzaamheid en diversiteit. Met zijn rubberen laarzen loopt Munchicon snel door de drassige jungle vlak naast zijn dorp. Het heeft flink geregend en hij wil profiteren van een kleine opklaring om de chakra, een soort van grote moestuin van de gemeenschap, te laten zien.

“Dit is het model dat wij willen”, legt Munchicon uit. De chakra wordt collectief beheerd en de hele gemeenschap is verantwoordelijk voor de teelt. Toen de guerrilla nog aanwezig was in de regio verbouwden ze ook coca, waar drugssmokkelaars cocaïne van maakten, maar hij vertelt opgelucht dat dit verleden tijd is. “We willen niet op een bed van geld slapen, maar schone lucht kunnen inademen”, gaat hij verder over de vervuiling veroorzaakt door de olie-industrie, die ondertussen al 60 jaar in de gemeente Orito aanwezig is.

Federman Ossa vergezelt Munchicon en beklaagt zich over de sector die vooralsnog alleen maar geweld en milieuvervuiling heeft veroorzaakt in Orito. “Olie- en mijnbouwbedrijven hebben hun modellen toegepast.” Ossa wil dat de inheemse gemeenschap zelf beslist over welke ontwikkeling ze nastreven. “Voor of achter deze bedrijven zitten altijd gewapende groepen.”

Als we bij een open plek in het bos aankomen treffen we een lap grond van zo’n 1,5 hectaren vol met maïs, bananenbomen, ananas, notenbomen en nog veel meer. Er staan zelfs enkele struiken met koffiebonen. Met deze chakra kan de gemeenschap zichzelf voeden en een beetje verkopen op de markt van Orito.

"In het zuiden van Putumayo, waar veel coca wordt verbouwd voor de productie van cocaïne, waarschuwen bewoners dat de paramilitairen weleens geld zouden kunnen witwassen via de avocadoteelt"

Monocultuur leidt tot gedwongen ontheemding

Conflicten en mensenrechtenschendingen komen in Colombia vooral voor in regio’s die rijk zijn aan olie en mineralen. Maar ook monoculturen drijven kleinschalige boeren van hun gronden. De oprukkende palmoliesector, belangrijk voor biobrandstoffen en voedings- en schoonheidsproducten, wordt gelinkt aan gedwongen ontheemding veroorzaakt door paramilitaire groepen. Toch ligt het niet per se aan het product, aldus Hector Mondragon, een economisch expert uit Colombia, gespecialiseerd in landbouweconomieën. “Het probleem is de sociale verandering die het product met zich meebrengt”, legt hij uit.

In het centraal gelegen departement Caldas bijvoorbeeld, wordt avocado als een monocultuur geteeld. Daarnaast is de avocado een cash-crop, bedoeld voor handel, maar met grote winstpercentages. Dat hadden de drugskartels in Mexico al snel begrepen en dus begonnen die te investeren in de avocadosector. In het zuiden van Putumayo, waar veel coca wordt verbouwd voor de productie van cocaïne, waarschuwen bewoners dat de paramilitairen weleens geld zouden kunnen witwassen via de avocadoteelt.

"Personen die hun gronden terug claimen, inheemse gemeenschapsleiders en milieuactivisten worden steeds vaker omgebracht in Colombia. In 2018 gaat het om meer dan 200 moorden"

Wie z’n land terugclaimt bekoopt dat met z’n leven

Volgens zowel de Nasa nabij Orito, als de avocadotelers in Sibundoy, is landbouw met diverse gewassen op een terrein de oplossing, maar de boeren liggen in Colombia onder vuur. Multinationals en gewapende groeperingen hebben veel interesse in land met natuurlijke grondstoffen of met vruchtbare gronden voor coca en monoculturen. Personen die hun gronden terug willen claimen, inheemse gemeenschapsleiders en milieuactivisten worden steeds vaker omgebracht in Colombia. In 2018 gaat het om meer dan 200 moorden. “Vandaag de dag keren de [paramilitairen] weer terug naar hun gebieden van weleer”, zegt Ossa, de jonge inheemse man.

Colombia tekende in 2017 een vredesakkoord met de FARC, voorheen de grootste guerrillabeweging van Latijns-Amerika. De gebieden die de FARC controleerde worden echter vaak ingenomen door de paramilitairen. Daarom is het voor slachtoffers van het conflict moeilijk om terug te keren naar hun grond, ook in Putumayo.

“Het komt erop neer dat de boeren een militair doelwit [van de paramilitairen] worden, omdat het de regering niet interesseert om land aan hun eigen boeren terug te geven”, zegt Jairo Navarro. “Daarom claimt niemand hun grond terug.”

"De enorm stijgende internationale vraag kan een probleem veroorzaken als de regering niet investeert in kleinschalige landbouweconomieën, maar de sector door grote bedrijven en paramilitairen laat controleren"

Koloniale economieën opgelegd vanuit het buitenland

Volgens econoom Hector Mondragon is de impact van de avocado hetzelfde als die van palmolie zodra het een monocultuur wordt. Hij noemt het geen extractivisme, maar spreekt liever over ‘koloniale economieën opgelegd vanuit het buitenland’. “In Colombia profiteert alleen de lokale elite ervan”, aldus Mondragon. “Door het economisch model van president Duque, ook een tegenstander van het getekende vredesakkoord met de FARC, zal Colombia als een kolonie blijven functioneren”, voegt hij toe. Hiermee wil Mondragon uitleggen dat het andere landen zijn die profiteren van grondstoffenontginning in Colombia, zonder dat het land er financieel op vooruit gaat en met de bijbehorende milieuproblemen blijft zitten. Mondragon argumenteert dat de interne markt de basis van ontwikkeling moet zijn. Landbouw gebaseerd op diversiteit en lokale vraag.

De positie waar kleinschalige landbouwondernemers en inheemse gemeenschappen zich in bevinden, wordt uiteindelijk niet veroorzaakt door de avocado, maar door het economische model. De enorm stijgende internationale vraag kan echter een probleem veroorzaken als de regering niet investeert in kleinschalige landbouweconomieën, maar de sector door grote bedrijven en paramilitairen laat controleren.

Het certificaat van het Colombiaanse landbouwinstituut ICA verzekert de consument van gezond fruit, maar het blijft onduidelijk wie de vruchten van de Colombiaanse avocadoteelt zal gaan plukken. Als consumenten de keuze kunnen maken om avocado’s te kopen die direct bij de kleinschalige boeren gekocht worden, ziet de toekomst van Colombia er al een stukje groener uit. 

Meer weten over de weg en impact van een avocado?
Ga naar het Tracé van Avocado

Bronvermelding