Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK

Hoe eerlijk zijn de labels op supplementen?

Producenten van voedingssupplementen zijn beperkt in wat wel of niet op het etiket mag. Die regels zijn echter voor interpretatie vatbaar, wat leidt tot een taalkundig kat-en-muisspelletje.

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.

In november 2023 kreeg HappySupps, een bedrijf dat voedingssupplementen voor een betere geestelijke gezondheid verkoopt, een proces-verbaal van het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) aan het been gelapt. Het bedrijf brengt een supplement op de markt dat beweert de mentale weerbaarheid en het concentratievermogen te verhogen, zo staat althans op het label. Hun reclamecampagne op sociale media suggereerde dat hun productenook werken voor mensen met ADHD, en maakte zelfs een expliciete vergelijking met Rilatine. Kan niet, zo oordeelde het FAVV, want daarmee maakt HappySupps een medische claim, en dat is niet toegestaan voor voedingssupplementen.

Geen medicijnen

Supplementen vallen onder de regels voor voedingsmiddelen. Logisch, want ze zijn bedoeld als aanvulling op voeding. Hun juridische status brengt beperkingen met zich mee wat een producent mag beweren over de werkzaamheid ervan. Medische claims – beweringen dat een supplement helpt bij bepaalde aandoeningen – zijn verboden, enkel medicijnen mogen die dragen.

Veel consumenten beschouwen voedingssupplementen echter als medicijnen, en gebruiken ze ook zo. Een Nederlands onderzoek naar de motivatie achter supplementengebruik laat zien dat de meeste mensen ze gebruiken 'voor de zekerheid', maar dat ook een kwart supplementen slikt omwille van gezondheidsklachten zoals vermoeidheid, of omdat ze aanvoelen weinig weerstand te hebben.

Sommige producenten spelen in op de aura van medicijn dat om supplementen heen hangt, en tasten de grenzen af bij het vermarkten van hun producten. Zeker bij stoffen uit planten, de zogenoemde botanicals, die meer recent opgang maakten, is dat vaak het geval. Maar zelfs bij vitamines en mineralen is er zo nu en dan discussie, vertelt Renger Witkamp, professor voedingsbiologie, verbonden aan de afdeling Humane Voeding en Gezondheid van Wageningen Universiteit. 'Neem bijvoorbeeld vitamine C. Daarvan is de werking goed gekend, en we weten dat de stof nodig is voor een gezond kraakbeen. Consumenten weten echter soms niet goed wat kraakbeen precies is, en dat proberen bedrijven soms wat op te rekken door te beweren dat hun supplementen helpen voor de gezondheid van botten en gewrichten. Daarmee tasten ze de grenzen af, want dat mag eigenlijk net niet volgens de regels.'

Nog meer dan de klassieke micronutriënten bewegen deze botanicals zich op de dunne scheidingslijn tussen voedingssupplement en medicijn. 'Het is ook verwarrend voor consumenten,' aldus Witkamp. 'Van Sint-Janskruid bijvoorbeeld zijn er zowel medicijnen als supplementen op de markt. Dat maakt het wel heel ingewikkeld.'

Het helpt niet dat er een soort gedoogsituatie is ontstaan, waarbij producenten tijd vragen om hun beweringen te onderbouwen, gaat Witkamp verder. 'Nu lees je vaak een toevoeging op het etiket in de zin van ‘claim in afwachting tot goedkeuring van de Europese Commissie’. Daar heb ik wat problemen mee. Een erkenning van die claim komt er haast nooit, maar de consument denkt dat het wel in orde zal zijn, want Europa buigt zich erover.'

Moeilijk hard te maken

Een grijze zone, maar het is zeker niet zo dat alles kan, aldus Hilde De Geeter, bio-ingenieur en coördinator van het voedingsinformatiecentrum NICE. 'Het is aan bedrijven om aan te tonen dat hun product veilig is en geen schadelijke stoffen of verontreiniging bevat. We werken met een positieve lijst, enkel wie een erkenning op zak heeft mag supplementen op de markt brengen. Vanuit de wetenschappelijke wereld gaan er meer en meer stemmen op om ook de beweringen omtrent de werkzaamheid van een supplement strikt te reguleren. Dat zou de consument ten goede komen. Er bestaat wetgeving over welke gezondheidsclaims voedingsproducten mogen maken, maar voor supplementen staat die nog niet helemaal op punt.'

Dat producenten er niet happig op zijn om de bewijslast voor de werkzaamheid van hun supplementen op zich te nemen, heeft zo zijn redenen. Solide wetenschappelijk bewijs voor de werkzaamheid van een bepaalde stof verkrijgen is geen eenvoudige kwestie, legt De Geeter uit. 'Zo'n onderzoek loopt haast gelijk met die van medicijnen. Er is een voldoende grote groep proefpersonen nodig, naast een controlegroep, van wie het voedingspatroon en de leefomstandigheden goed beschreven staan. Die dient men lang genoeg op te volgen om eventuele gezondheidseffecten aan te tonen. Het is mogelijk in theorie, maar het gaat wel om een erg kostelijke zaak.'

Los van de praktische opzet van studies, is gezondheidseffecten aantonen in essentie niet eenvoudig, verduidelijkt Witkamp. 'Het is veel gemakkelijker aan te tonen dat iets werkt bij ziekte, want dan wordt een patiënt beter of niet. Maar bij een gezond persoon bewijzen dat een bepaalde stof nog gezonder maakt, is een moeilijke opdracht. Er bestaan bepaalde methodes waarbij de gezondheidstoestand van een proefpersoon als het ware geprikkeld wordt, om zo na te gaan of een stof een effect heeft. Het blijft echter een lastige zaak, zelfs met de methodes voorhanden.'

Verdoken claims

Gezondheidsclaims zwart op wit hard maken is niet eenvoudig. Daarom tasten sommige producenten af wat kan en wat niet. Ze houden de tekst op labels bewust vaag. Beweringen als 'ondersteunt de weerstand' of 'helpt bij vermoeidheid' zijn niet dezelfde als 'zorgt voor een beter immuunsysteem' of 'helpt bij slaapproblemen'. De vraag is of consumenten die nuances meekrijgen.

Zeker online is de verwarring zo mogelijk nog groter. Veel bedrijven promoten hun producten via sociale media, of schakelen influencers in. Die laatste komen steeds vaker met een eigen assortiment aan supplementen. Daarvoor kunnen ze terecht bij zogenoemde 'private label' producenten, die gepersonaliseerde productlijnen aanbieden. De controle op wat influencers vertellen over supplementen is erg klein, maar hun impact op consumenten is groot.

Een ander fenomeen zijn gepersonaliseerde supplementen-abonnementen. Daarbij krijgt een consument om de zoveel tijd een pakket supplementen in de bus 'afgesteld op' de eigen behoeftes. Aanbieders van abonnementen werken met vragenlijsten om zo'n pakket samen te stellen. Vaak suggereren dergelijke vragen medische claims of gezondheidsclaims, zij het op een verdoken manier. Een vraag naar problemen met de stoelgang beweert strikt genomen niet dat supplementen hierbij gaan helpen, maar geeft wel die indruk.

Bedrijven vermelden regelmatig dat ze steunen op advies van orthomoleculaire therapeuten. Orthomoleculaire voedingsleer wil mensen gezond krijgen door een optimale inname van nutriënten, en beveelt supplementen sterk aan. De leer valt echter onder de natuurgeneeskunde, en is wetenschappelijk niet onderbouwd.

Kritisch blijven

Als consument zou je kritisch moeten blijven tegenover de beweringen van producenten. Zeker wie online voedingssupplementen koopt, doet er goed aan te kijken naar de betrouwbaarheid van de aanbieder. Het FAVV heeft een lijst van erkende supplementen die als leidraad kan dienen. Supplementen zijn geen medicijnen, en claims dat ze bepaalde aandoeningen verhelpen worden best met een korreltje zout genomen. Supplementen zijn geen wondermiddel. Complexe klachten waarvoor mensen vaak naar supplementen grijpen zoals vermoeidheid of stress, hebben vaak even complexe oorzaken die nu eenmaal niet verdwijnen met een eenvoudig bruistablet multivitamines.

Bronvermelding