Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Gaan we meer suiker eten door de afschaffing van de suikerquota?

Sinds oktober 2017 mag elke boer suikerbieten verbouwen naar eigen goeddunken. Iedereen tevreden zou je denken, maar er schuilt ook gevaar in de afschaffing van die Europese suikerquota. "We dreigen het obesitasprobleem te vergroten."

Matthieu Van Steenkiste

Journalist - Schrijft over voeding, muziek en film.

Laten we hem boer Bavo noemen. Suikerbietenboer sinds jaar en dag, en dat was jarenlang een goeie job. Hij mocht van de Europese Unie slechts een bepaalde hoeveelheid suikerbieten verbouwen, maar zo was hij ook zeker van een behoorlijk hoge prijs voor zijn knollen. Meer dan hij zou verdienen als hij zich onbeschermd op de wereldmarkt zou begeven. Sinds oktober mag Bavo kweken wat hij wil, zoveel bieten rooien als hij kan, en zoveel verkopen als mogelijk. Maar hij moet dat wel doen tegen de prijs die de markt wil betalen. Zal Bavo beter af zijn? Dat valt nog maar te bezien.

A en B-suiker

De quota kwamen er in 1968 om een aantal redenen. In de eerste plaats om boer Bavo een goed inkomen per hectare te verzekeren. Daarnaast moesten de quota ervoor zorgen dat de Europese consument elk jaar ongeveer evenveel betaalde voor zijn suiker. En ook zodat als het eens een slecht jaar was, de suikertoevoer verzekerd was. Hoe het werkte? 

Professor Jeroen Buysse van het Departement Landbouweconomie aan de UGent legt uit. "Om te beginnen werd de hoeveelheid suiker die gekweekt mocht worden voor de Europese markt – de zogenaamde A-suiker – beperkt. Op die manier bleef de prijs voor de knollen hoger dan de markt anders zou betalen. 

Daarnaast werd een deel suiker (B-suiker) geëxporteerd, voor een prijs die gelijk was aan de wereldmarktprijs. Via een heffing op de suikerbietenproductie zelf werden de bietenboeren gesubsidieerd tot ze voor dat deel suiker dezelfde prijs kregen als voor het A-quotum."

Productie niet in de hand

En dan was er nog dat derde deel. "Je hebt de productie van bieten immers niet in de hand", legt Buysse uit. "Je plant in de lente, en vervolgens ben je afhankelijk van het weer voor wat dat zal opbrengen. En dus was er ook een C-quotum, de overproductie waar de boer eventueel mee kon zitten. Die mocht hij ook op de wereldmarkt brengen, maar dan aan een niet-gesubsidieerde prijs."

En daar lag het kalf gebonden. "Andere landen hebben bij de Wereldhandelsorganisatie geprotesteerd tegen dat C-suikercontingent. Europa mocht nog argumenteren dat die suiker aan de normale wereldmarktprijs werd verkocht, het was natuurlijk wel het gevolg van een gesubsidieerd systeem. En dus heeft de WTO geoordeeld dat Europa zijn suikerbeleid moest aanpassen zodat het meer richting de wereldmarkt evolueerde." Goed nieuws voor boer Bavo? De meningen zijn verdeeld. Veel kans dat hij nu veel minder voor zijn bieten zal krijgen, maar aan de andere kant mag hij meer verkopen. Het wordt zien op welke kant het kwartje zal vallen. 

“De daling van de suikerprijs en de grotere beschikbaarheid van maisstroop met hoge fructosewaarde, zal ertoe leiden dat suiker aan een breder gamma voeding zal worden toegevoegd"

Meer suiker, meer obesitas

Een andere vraag is wat die goedkopere suiker voor ons zal betekenen. Want wetenschappers maken zich zorgen. Emilie Aguirre, een onderzoekster aan de universiteit van Cambridge, luidde de alarmbel in haar paper ‘Liberalising agricultural policy for sugar in Europe risks damaging public health’. “De daling van de suikerprijs en de grotere beschikbaarheid van al dan niet geïmporteerde maisstroop met hoge fructosewaarde, zal ertoe leiden dat suiker aan een breder gamma voeding zal worden toegevoegd", stelt ze.

Voedingsdeskundige Patrick Mullie deelt die vrees. "Als suiker spotgoedkoop wordt, zal men er meer van toevoegen aan producten. En hoe hoger de suikerfractie in je product is, hoe meer de consument verbruikt, want ten eerste eten wij mensen graag suiker, en ten tweede wordt het product ook goedkoper, omdat suiker minder kost dan andere ingrediënten. 

Daardoor kan men meer winst maken, meer marketing betalen, gadgets toevoegen, en op die manier de verkoop – en dus de consumptie – aanzwengelen. Zo is het in het verleden ook gegaan. Ik herinner me nog dat de ontbijtgranen uit mijn jeugd 7 gram suiker bevatten, en 93 gram maisvlokken. Vandaag is die verhouding 45-55."

Onbewust veel suiker

"Je ziet ook dat steeds meer producten suiker bevatten, en ik heb het daar moeilijk mee”, vervolgt Mullie. ‘Dat er in Coca Cola suiker zit weet iedereen. Het probleem is dat het nu ook gebruikt wordt in voedingsmiddelen waar je het niet verwacht, zoals sommige charcuteriesoorten, ketchup, of mayonaise. Begrijpelijk, want een paar gram suiker in je product stimuleert de consumptie." En hij geeft opnieuw ontbijtgranen als voorbeeld: "daar eten kinderen ongeveer 30 gram van, met suiker wordt dat 70 gram. En per gram suiker boek je als producent meer winst, natuurlijk. Het gevolg is dat we nog meer suiker gaan eten dan we al doen – en we zitten al ver boven de maximum tien procent van je totale energie-inname die de Wereldgezondheidsorganisatie voorschrijft."

"Het is belangrijk dat er eindelijk een belasting op suiker komt, zodat we gezonde voeding goedkoper kunnen maken. Alleen zo kunnen we de suikerverwerkende industrie afremmen"

Verarming van onze voeding

Daar komt nog eens bij dat we ook een kwalitatieve verarming van de voeding krijgen. In suiker zit namelijk niets van magnesium, calcium, vitaminen of andere gezonde bouwstenen. Mullie trekt een strenge conclusie: "het is belangrijk dat er eindelijk een belasting op suiker komt, zodat we gezonde voeding goedkoper kunnen maken. Alleen zo kunnen we de suikerverwerkende industrie afremmen." 

Buysse nuanceert: "Dat we een productiestijging en een prijsdaling verwachten is de theorie, maar zo voorspelbaar is economie niet. Er spelen meerdere factoren, dus het is altijd koffiedik kijken waar een prijseffect aan ligt. Hoe dan ook denk ik eigenlijk niet dat we nog een grote impact op de suikerprijs zullen krijgen. Die is er namelijk al geweest."

En hij neemt de cijfers erbij: "Ik heb hier een grafiek voor mij met de EU-marktprijs voor witte suiker sinds 2006, dus vanaf de hervorming. Toen bedroeg die 630 euro per ton. Vanaf dan is die referentieprijs stapsgewijs gedaald naar 550 en vervolgens naar 400. In de periode 2010-2017 is die prijs nog wat gezakt om opnieuw te stijgen tot een niveau van voor het hervormingstijdperk: 700 euro, om dan weer te zakken naar 400 euro, en weer naar 500 euro. Er zijn dus veel schommelingen geweest, de laatste tien jaar, en die zijn waarschijnlijk groter geweest dan wat we nu mogen verwachten door de afschaffing van de suikerquota."

"Het aandeel suiker in de totale consumentenprijs is zo beperkt dat de consument niets zal merken van een eventuele prijsstijging. Voor een producent ligt dat anders, want die zal zijn marge zien dalen – zij het lichtjes"

Geen incentive

"Laat ons eerlijk zijn: heb jij een verschil gemerkt tussen het moment dat de suikerprijs op 400 euro stond of boven de 700 kwam? Is chocolade duurder geworden? Het aandeel suiker in die totale consumentenprijs is ook zo beperkt, ook op verwerkte manier, dat de consument dat niet zal merken. Een producent doet dat dat wel, want in de volumes dat hij afneemt maakt dat wel een verschil. Een koekjesfabrikant zal meer of minder betalen voor zijn suiker, en zal zijn marge dus zien stijgen of dalen. Nu, ook daar spreken we over een ingrediënt dat relatief goedkoop is in de totale kostprijs van wat er voor die koekjes nodig is. Persoonlijk denk ik dus niet dat de prijs van de suiker de incentive is voor de producent om meer of minder te verwerken."

Beperkte gevolgen

Buysse houdt een slag om de arm. "Mensen zijn zoetekauwen, wat maakt dat zoete producten goed verkopen. Dát is voor producenten pas een incentive om meer suiker in hun product te verwerken. Maar als dat effect echt zo’n grote rol speelde, hadden we tussen 2012 en 2015, toen de prijs naar 400 euro per ton daalde, moeten gezien hebben dat de hoeveelheid suiker in koeken en ontbijtgranen zou stijgen. Ja, er is een probleem met obesitas, maar dat kunnen we beter aanpakken op het niveau van de consument – door hem bewust te maken van zijn suikerconsumptie – dan bij de producent. Ik denk dat de gevolgen op gezondheidsvlak eerder beperkt zullen zijn."

"Zonder dat we het wisten hebben we met de nieuwe voedingsdriehoek al geanticipeerd op de afschaffing van de suikerquota"

Grote gevolgen

Loes Neven van het Vlaams Instituut Gezond Leven is het daar niet mee eens. "De productie van suiker zal toenemen, of ze nu bij ons of in het buitenland wordt geconsumeerd. En zelfs als er net als bij de afschaffing van de melkquota ongeconsumeerde overschotten ontstaan, dan nog is dat niet echt duurzaam. Ik zie dus geen positieve gevolgen aan de afschaffing van de suikerquota. We zullen onze inspanningen om de suikerconsumptie te beperken verder moeten zetten, en desnoods zelfs versterken. Onze nieuwe voedingsdriehoek is wat dat betreft al een eerste expliciete stap: we raden het eten van suiker daarin heel erg af. Zonder dat we het wisten hebben we daarmee al geanticipeerd op de afschaffing van de suikerquota."

Conclusie? Eigenlijk weten we het nog niet, maar reden voor paniek lijkt er vooralsnog niet te zijn. Dat je maar beter zelf een beetje in de gaten houdt dat je niet te veel suiker consumeert, blijft de voornaamste stelregel.

Bronvermelding