Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

De échte prijs van ons eten

Obesitas, klimaatverandering, bodemerosie, kinderarbeid, vervuilde rivieren en oceanen, zwerfvuil van rondslingerende verpakkingen of luchtvervuiling… Het zijn allemaal kosten en kwalen die gelinkt zijn aan de productie van ons eten, maar die niet op ons kassaticket staan.  Hoe kunnen we die 'externe kosten' in rekening brengen, zodat de prijs die we betalen in de winkel ook de échte prijs is?

Jelle Goossens

Werkt als communicatiemedewerker voor Rikolto, het vroegere Vredeseilanden

Wetenschappers van verschillende disciplines zoeken naarstig naar manieren om externe kosten inzichtelijk te maken om zo de true cost van producten te achterhalen. De voorbije jaren zie je een echte explosie van modellen en rekenmethodes – denk aan de levenscyclusanalyse. De hamvraag daarbij is telkens welke effecten je opneemt in een model (luchtvervuilling, waterverbruik, werkomstandigheden,…) en hoe je die effecten vervolgens kwantificeert in een correct bedrag. Bijzonder complexe materie, maar stap voor stap komen we zo te weten hoeveel we eigenlijk meer zouden moeten betalen voor een kop koffie of een reep chocolade.

Zo publiceerden Het Nederlandse Initiatief Duurzame Handel (IDH) en True Price in 2016 vier overzichtsstudies over de echte prijs van koffie, cacao, katoen en thee. Deze vier producten hebben significante externe kosten, variërend van 70 cent per kilogram thee tot 5,75 euro per kilogram cacao. Daarnaast bleek onder meer dat gecertificeerde producten 16-35 procent lagere externe kosten hebben dan niet-gecertificeerde producten voor de onderzochte landen.

Wat zou de ware prijs zijn als je de externe kosten meerekent?
"In een ideale situatie zou de consument in de winkel enkel de echte prijs mogen zien. Die prijs omvat dan de interne kosten (wat we vandaag als marktprijs betalen) plus de externe kosten"

Van kennis naar prikkel

Ondanks alle technische obstakels slagen we er dus steeds beter in om de échte prijs van producten te berekenen. Maar hoe kan die kennis gebruikt worden om consumenten, bedrijven en overheden te prikkelen om de omslag naar duurzame productie en consumptie te maken? De consument zou in de winkel enkel de echte prijs mogen zien. Die prijs omvat dan de interne kosten (wat we vandaag als marktprijs betalen) plus de externe kosten. In een ideale situatie hoef je dan niet langer je hoofd te breken over welk product het duurzaamst is: de prijs klopt.

Om daar te geraken, moet het voor bedrijven onmogelijk worden om externe kosten af te schuiven. Dan rest een bedrijf twee opties: de externe kost doorrekenen aan de consument of de externe kost wegwerken. Als de kost van CO2-uitstoot of van de vervuiling door overmatig gebruik van plastics doorgerekend wordt, zijn de bedrijven die investeerden in milieuvriendelijke productieprocessen ook de meest concurrentiële.

De sleutel lijkt dan te liggen bij overheidsbeleid. Hoe beter externe kosten berekenbaar worden, hoe gerichter ze belast kunnen worden. Zo worden bedrijven gestimuleerd om ze weg te werken. Simpel? Voor plastic, afvalwater of CO2-uitstoot begint dat te lukken. Althans, voor producten die hier vervaardigd worden. Maar hoe ga je om met producten die geïmporteerd worden uit landen met laksere ecologische en sociale normen? De lat voor iedereen gelijk leggen, zou nieuwe internationale regels vergen… en die veranderen nog trager dan de nationale. 

Maar met de kennis die voorhanden is, kunnen de eerste stappen gezet worden. Een groeiend aantal landen belast CO2 en ongezonde voeding, of voerde al een kilometerheffing in. Je ziet ook bedrijven die vandaag experimenteren met een “meervoudig winstbegrip”. Zij berekenen niet alleen hun klassieke boekhoudkundige resultaat, maar ook de externe kosten én baten van het bedrijf. 

Als we dat plaatje scherp krijgen, zouden de winsten van sommige bedrijven plots pover uitvallen. Spotgoedkoop wordt plots onbetaalbaar duur. Wat ons bij de onvermijdbare vraag brengt: aanvaarden we dat gezonde en duurzame voeding in veel gevallen toch iets meer zal kosten in de winkel?

Bronvermelding