Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Bacterie wurgt mediterrane landbouw

Olijf- en amandelbomen, wijnstokken, kersenbomen en pruimenbomen: ze vallen allemaal ten prooi aan de bacterie Xylella fastidiosa. En aangezien geen enkele behandeling haar momenteel kan stoppen, dreigt er een economische ramp in het mediterrane bekken. Ik ging op reportage in de eeuwenoude olijfgaarden van het Italiaanse Apulië, waar alles begonnen is.

Stéphanie Laduron

Freelancejournalist met noord-Italië als uitvalsbasis.
Een met Xylella fastidiosa besmette, verdroogde olijfgaard (links) steekt schril af bij een gezond bos (rechts). (Credit: Dee van Diest)
"Het ooit oneindige, groene tapijt van olijfgaarden is veranderd in een open bomenkerkhof"

Kijk naar die bomen! Tien jaar geleden hingen ze vol olijven. Nu is er niks meer. Dertig hectare, vijfduizend bomen, bijna allemaal besmet. Dat is onze toekomst: geen productie, geen olijfolie, geen werk.’ Antonio, 54 jaar en eigenaar van deze grond, zegt het met een bedrukt gezicht. 

We zijn in Surbo, op het schiereiland Salento, de hiel van de Italiaanse laars. In deze streek dook de bacterie Xylella fastidiosa voor het eerst op in Europa, in 2009. In 2013 werd ze officieel door onderzoekers geïdentificeerd. Ze zou zijn ingevoerd via koffieplanten uit Costa Rica en in enkele jaren heeft ze een groot deel van de olijfgaarden in het Apulische Salento besmet. Overal staan verdroogde, verbrande en gekapte bomen, het landschap is verbijsterend. Het ooit oneindige, groene tapijt van olijfgaarden dat zich uitstrekte tussen de Ionische en Adriatische zee, is veranderd in een open bomenkerkhof.

Cijfers van de Universiteit van Bari doen een mens duizelen: tien miljoen bomen zijn besmet, ofwel een op de zes van alle olijfbomen in Apulië. De geïnfecteerde zone strekt zich uit over vijfduizend vierkante kilometer, dat is twee keer de provincie Limburg. 

Als een van de gevaarlijkste plantenbacteries ter wereld kan Xylella fastidiosa meer dan tweehonderd boom- en plantensoorten aantasten. Ze blokkeert de sapstroom, zodat de plant langzaam verdroogt. Ambtelijk heet zoiets dan het ‘olive quick decline syndrome’, maar het woord ‘olijfbomenpest’ is al een pak duidelijker. De ziekteverwekker wordt verspreid door sapzuigende insecten. In Italië is de boosdoener het 6 millimeter lange schuimbeestje (Philaenus spumarius), dat in de olijfgaarden van Apulië overvloedig aanwezig is. Er zitten tot een half miljoen jonge exemplaren per hectare.

Een besmette olijfboom in het zuid-Italiaanse Oria is gemerkt met een rood kruis. Om verspreiding te voorkomen, moeten gemerkte bomen onder de bijl. (Credit: Dee van Diest)

Europa beeft

Wat eerst beperkt leek tot het Italiaanse zuiden, lijkt nu ook een ware plaag voor het hele mediterrane bekken te worden. De epidemie werd al het ‘ebola van de olijfgaarden’ gedoopt en doet zowel bij de Europese politieke klasse als in de wetenschappelijke wereld alle alarmbellen afgaan. Begin december 2017 was er al een Europese ministeriële conferentie over in Parijs, twee weken na een belangrijke wetenschappelijke conferentie op Mallorca. En met reden: de bacterie heeft ondertussen al toegeslagen in Corsica (2015), Zuid- Frankrijk (2015), de Balearen (2016), het Spaanse vasteland (2017) en, in mindere mate, Duitsland (2016). 

Staan al die infectiehaarden in verband met de epidemie in Salento? We vroegen het aan Giovanni Martelli, professor emeritus in plantpathologie aan de Universiteit van Bari: ‘Er is geen enkel bewijs dat de infectie zich verplaatst heeft van één Europese site naar een andere’, zegt die. ‘Op het Amerikaanse continent werd de bacterie al meer dan een eeuw geleden gedetecteerd. Ze is Europa binnengekomen via besmette planten, vooral via koffie uit Costa Rica en Honduras in Centraal-Amerika. Het klimaat in ons mediterrane bekken is extreem gunstig voor de bacterie.’ 

Afhankelijk van de ondersoort tast Xylella fastidiosa verschillende planten- en boomsoorten aan. Ze bedreigt daarmee een breed spectrum. De subsoort multiplex, in juli 2015 ontdekt in Corsica, tast bijvoorbeeld olijf- en pruimenbomen aan, maar geen wijnstokken. Dezelfde bacterie heeft in Frankrijk ook de Provence, de Alpen en de Côte d’Azur bereikt, waar ze momenteel vooral sierplanten aantast.

In oktober 2016 sloeg Mallorca alarm toen drie kersenbomen besmet bleken met Xylella fastidiosa. Sindsdien zijn al drie Balearische eilanden – naast Mallorca ook Menorca en Ibiza – door drie ondersoorten aangedaan: fastidiosa, pauca en multiplex. Wijnstokken, olijfbomen, oleanders, lavendel, amandelbomen en kersenbomen moeten het ontgelden. ‘De bacterie is overal’, jammert Alberto Fereres, professor aan het Instituut voor Landbouwwetenschappen in Madrid. 

Inderdaad, in juni 2017 was het Spaanse vasteland aan de beurt, meer specifiek de amandelbomen van Alicante. De vrees voor de aantasting van de talrijke fruitboomgaarden in de omgeving is groot. ‘We moe- ten heel hard oppassen, want de bacterie kan zich snel verspreiden naar andere waardplanten, zoals olijf-, perzik- of kersenbomen in de omgeving van de besmette zone’, waarschuwt Fereres.

‘"Drie jaar geleden persten we 1.600 ton olijven. Twee jaar geleden was dat nog maar 200 ton en dit jaar zelfs maar 100 ton. We zijn zo goed als dood"

Schrijnend

De economische impact van Xylella is enorm. De regio Apulië kreeg de rekening al gepresenteerd. ‘Dit jaar bleef ongeveer 20 procent van de olijfolieperserijen dicht’, zegt Martelli. ‘Ze zijn failliet. De economische kosten stijgen tot 1 miljard euro. En dat is waarschijnlijk nog onderschat.’

In een perscoöperatie in Surbo ontvangt vicepresident Raffaele Mancarella ons in zijn bureau, de bedwelmende geur van olijfolie hangt in onze neusgaten. Het verlies is schrijnend, zegt hij: ‘Drie jaar geleden persten we 1.600 ton olijven. Twee jaar geleden was dat nog maar 200 ton en dit jaar zelfs maar 100 ton. We zijn zo goed als dood’, zucht Mancarella.

Volgens het nationaal consortium van Italiaanse olijfolieproducenten is de productie in heel Apulië sinds het begin van de epidemie met 5 tot 10 procent gedaald. De invloed op de nationale markt is nog vrij beperkt, maar ondertussen schrijdt de bacterie geleidelijk voort naar het noorden. Volgens onderzoekers van de Europese Commissie dreigt de besmetting Bari te bereiken. Ten noorden van de stad liggen de belangrijkste olijfproductiegebieden van Apulië. De spanning is amper te harden.

Ook de Spaanse olijfboeren zijn op hun hoede. Als de grootste olijfproducent ter wereld houdt continentaal Spanje zijn adem in. Het idee om die oceanen aan olijfgaarden te zien veranderen in woestijn, zoals in Salento, doet de boeren beven. Spanje heeft 340 miljoen olijfbomen op een oppervlakte van 2,5 miljoen hectare – ongeveer 80 procent van België – en produceert 34 procent van de mondiale olijfolie. De economische gevolgen voor het land zouden desastreus kunnen zijn.

Corrado Rodio kijkt uit over zijn landgoed in Ostuni, in de zuid-Italiaanse regio Apulië. Hier staan olijfbomen van meer dan 2.000 jaar oud. ‘Ik weet niet wat ik moet beginnen als de bacterie hier opduikt.’ (Credit: Dee van Diest)

Is er straks nog wijn?

En bij die economische factor voegt zich nog een ander, onmeetbaar gewicht: de sentimentele waarde. Het groene mediterrane goud vertegenwoordigt de geschiedenis, de wortels van een heel volk. Olijfbomen worden oud, héél oud. Meerdere bomen dateren nog van vóór de Romeinse tijd. 

Corrado Rodio nodigt ons uit op zijn olijfgaard met eeuwenoude bomen in Ostuni, een Apulisch dorp waar de infectie nog maar pas toesloeg. De boer beseft dat de bacterie aan de poort van zijn domein staat: ‘Ik ben geboren in deze olijfgaard. Het eerste wat ik als baby zag, waren deze bomen. Ik weet niet wat ik moet beginnen als Xylella hier opduikt.’ Corrado staart naar een boom van drieduizend jaar oud en zegt, met zwaar gemoed: ‘De olijven hebben het voor tientallen generaties mogelijk gemaakt om te overleven op deze droge grond. Maar ik vrees dat niemand de opmars van deze bacterie kan stoppen.’

De bedreiging stopt ook niet bij de olijfbomen. De subsoort die de wijnstokken op Mallorca aantast, vernielt al Californische wijnstokken sinds het einde van de 19de eeuw. Daar spreken ze van ‘Pierce’s disease’. Nu is het gewicht van de wijnbouw in Mallorca eerder gering, maar wat als de bacterie het vasteland bereikt? Is de volledige Europese wijnbouw dan in gevaar?

In West- en Centraal-Europa is het risico voor besmetting eerder ‘occasioneel’. ‘Xylella houdt niet van extreme klimaten met koude winters’, zegt Fereres. ‘Het is een tropische ziekte, beter aangepast aan een warm klimaat.’ Maar de zachte winters maken de mediterrane wijngebieden wél gevoelig aan de bacterie, vooral nabij de kust. In Frankrijk spreken we dan over de wijnen uit de Provence, Bordeaux en de Languedoc.

"De experts zijn duidelijk: Europa zal met de bacterie moeten leren leven"

Verboden praktijk

Tot vandaag is er geen enkele maatregel om Xylella fastidiosa succesvol in te dijken. De experts zijn duidelijk: Europa zal moeten leren leven met de bacterie, net zoals de Amerikanen dat al meer dan een eeuw doen. ‘We kunnen alleen proberen om de verdere verspreiding van de infectie tegen te gaan, om de ziekte te beheersen, ze binnen een infectiezone te houden’, zegt Giovanni Martelli. Dat is dan ook de strategie van de Europese Commissie, die een isolatieplan heeft opgezet, juridisch bindend voor alle lidstaten. Het plan voorziet bufferzones en de strikte uitroeiing van zowel de besmette planten als de planten in een straal van 100 meter daarrond. 

 Die maatregel valt slecht bij vele boeren. Ze proberen de kap te voorkomen via de rechtbank. Bijvoorbeeld in Oria, een klein dorp in Apulië. ‘In maart 2015 werd er een eerste besmettingshaard geïdentificeerd. Het ging om enkele bomen, die met een rood kruis gemarkeerd werden voor de kap. Maar juridische procedures, on- der andere van de boeren, maar ook van de procureur van de provincie Lecce, hielden alles tegen. Sommige gemarkeerde bomen staan er nog altijd’, aldus Martelli. Het gevolg: Italië verliest tijd in de strijd tegen de bacterie en de boomgaarden in Oria zijn ondertussen allemaal aangetast.

Om de epidemie af te remmen, zijn er ook andere maatregelen. Het is bijvoorbeeld noodzakelijk om het aantal schuimbeestjes zo veel mogelijk te reduceren, door het onkruid in de olijfgaarden – de habitat van het insect – te verwijderen. Maar omdat vele olijfgaarden in Italië ondertussen ‘verlaten’ zijn, vooral door de concurrentie uit veel goedkopere landen als Tunesië, lijkt die maatregel niet doortastend genoeg. ‘In die verlaten boomgaarden vermenigvuldigen de insecten zich massaal’, aldus Corrado Rodio, die alleen nog vertrouwt op de wetenschap: ‘Preventie kan ons helpen, maar alleen een echte remedie kan ons redden.’ 

Door het huidige onvermogen van de wetenschap om een remedie te vinden, is de grootste hoop resistentie. Twee olijfboomvariëteiten toonden zich tolerant. Die bomen werden wel besmet, maar bleven groeien en produceren. De ziekteverschijnselen treden veel trager en minder op. Brussel heeft recent groen licht gegeven om die tolerante olijfboomvariëteiten te planten in besmette zones, een tot voor kort verboden praktijk.

Resistentie van de bomen staat ook centraal in studies van Europese wetenschappers. Die proberen nu natuurlijk tolerante olijfbomen te kruisen om zo resistente variëteiten te kweken. En er is haast bij. De mediterrane landbouw staat op een keerpunt in haar geschiedenis. Als de wetenschap geen oplossing vindt, kan de economische schade enorm zijn. De inzet is hoog: enkele van onze favoriete gewassen en een stuk van ons erfgoed staan onder druk.


Dit artikel verscheen maart 2018 in Eos Magazine

Bronvermelding