De zoete aardappel wordt vegetatief vermenigvuldigd, wat wil zeggen dat er een nieuwe plant ontstaat uit het stuk plant of knol dat in de grond wordt gestoken. De zoete aardappel bloeit wel, maar produceert daarbij weinig zaad. Eerder plant men een stuk van de stengel van een bestaande plant, waarna uit de bladknoppen nieuwe wortels groeien die zullen verdikken tot eetbare knollen.
In zijn tropische omgeving groeit de zoete aardappel erg gemakkelijk, en dus hoeft hij geen pesticiden. De plant groeit ook erg snel, waardoor ze de grond bedekt voor onkruid een kans krijgt. Bij ons speelt dan weer het voordeel dat de hier aanwezige insecten, schimmels en bacteriën de plant nog niet kennen, en hem dus links laten liggen.
Zoete aardappel die bij ons gekweekt wordt, wordt via vrachtwagens vervoerd. Geïmporteerde zoete aardappel komt hoofdzakelijk via boot tot bij ons. De ecologische voetafdruk daarvan is dus relatief beperkt.
Bij de productie en consumptie van zoete aardappel komt zo goed als geen afval kijken. Schillen kunnen gecomposteerd worden, of als voedsel aan dieren gegeven.