Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Filter
Milieu Sociaal Gezondheid Dierenwelzijn toon alles

Hoe werkt dat, zo'n tracé?

In een tracé volg je al scrollend de weg die een product aflegt, van de teelt tot afval. In de menubalk bovenaan klik je op de verschillende stadia in het tracé om meteen te springen naar het stadium waarin je interesse hebt. 

Linksboven staan de vier categorieën Milieu, Sociaal, Gezondheid en Dierenwelzijn. Je kunt de informatie filteren op die categorieën.

Tijdens het scrollen kom je de knop 'Laad meer info over ...'. Druk daarop om alle informatie binnen een stadium te laden.

Tussen de informatieblokjes kom je ook artikels tegen waarin onze journalisten dieper ingaan op een opmerkelijk aspect binnen het tracé van het product. 

Onderaan deze pagina kun je reacties plaatsen over de informatie die je hebt gelezen. Ook op de Community-pagina vind je mogelijkheden om je mening, aanvulling, of compliment te geven.

Veel plezier met dit tracé!

sluiten

Tracé van Witloof

hoe werkt dit?
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn

Tracé van Witloof

filter: Milieu

Intro

Teelt

Biologische akkerbouwers kunnen onkruid bijvoorbeeld met de hand verwijderen.
Milieu

Tijdens de eerste 5 à 6 weken groeien de witloofwortels vrij traag. Daardoor heeft onkruid alle ruimte om te gedijen. De kans op onkruid kunnen ze verkleinen door ze vóór de zaai te verwijderen. Dat kan met een herbicide, of met een mechanische bewerking: biologische witlooftelers doen dat vaak door onkruid af te branden. Eenmaal het gewas een groot bladoppervlak heeft gevormd, heeft onkruid minder kans. Toch is dan soms nog bestrijding nodig. Die kan opnieuw gebeuren met herbiciden. Soms biedt ook mechanische onkruidbestrijding soelaas: die gebeurt dan meestal met een schoffelmachine. 

De koperworm kan jonge witloofplanten doen afsterven.
Milieu

Witloofplagen

Een veelvoorkomend diertje dat schade berokkent aan de witloofplant, is de witloofmineervlieg. Die legt haar eitjes bij valavond in de hoofdnerf van de bladeren, aan de bladbasis. Haar witte maden verplaatsen zich via de bladsteel naar de wortel. Als in een latere fase de kweek van de kropjes, in de trekkerij, start, ontwikkelt het insect zich verder en beschadigt de krop door gangetjes in de witloofkropbladeren te maken. 

Een andere plaag is die van de ritnaald of koperworm. Dat is de larve van de kniptor, een kever. Ze kunnen jonge planten op het veld doen verwelken en afsterven.

Bladluizen remmen de groei, maar hun schade wordt pas echt groot als ze in de trekkerij terechtkomen en er schade berokkenen aan de kroppen. Andere plagen zijn bijvoorbeeld de wollige slawortelluis, aaltjes, rupsen en aardvlooien.

Om schade door plagen in te dijken, kan het helpen een tijdje geen witloofwortels meer te telen op percelen die gevoelig zijn voor de plaag. Ook zorgen telers ervoor dat in de buurt van het perceel natuurlijke vijanden van het diertje zich thuis voelen, zoals spitsmuizen, padden, mollen, egels, roofvliegen, loopkevers, lieveheersbeestjes en diverse akkervogels. Ook zet de teler (noodgedwongen) chemische bestrijdingsmiddelen in. 

Bladvlekziekten komen geregeld voor bij de witloofplant.
Milieu

Schimmelziektes

Een belangrijk voorbeeld van schimmels die de witloofplant aantasten zijn Sclerotinia’s. Ze tasten de wortels aan en kunnen jarenlang in de bodem overleven. Ze veroorzaken vooral tijdens de kweek van de kropjes, dus de trek, veel schade.

Een andere kwelduivel is Phytophthora. Die veroorzaakt wortelrot. Nog een voorbeeld is echte meeldauw of witziekte (Erisyphe cichoracearum). Die veroorzaakt een wit schimmelpluis op de bovenkant van de bladeren. Ook bladvlekkenziekten zoals Alternaria dauci en Cercospora komen geregeld voor en veroorzaken kleine bruine vlekken op de bladeren. 

Een eerste maatregel om de kans op schimmelziektes te verkleinen is teeltwisseling: niet te vaak wortels telen op hetzelfde stuk land. Ook helpt een goede bodemstructuur en voldoende voedingsstoffen voor de plant. Best vermijden landbouwers het telen op natte plekken. Maar ondanks al die preventieve maatregelen, kunnen ze toch het slachtoffer worden van een schimmelziekte. Ze zijn dan genoodzaakt fungiciden in te zetten om de schimmels te bestrijden. 

Bladvuur bij witloofplant. Credit: Rasbak - Eigen werk
Milieu

Bacteriën veroorzaken ziektes zoals natrot en bladvuur bij witloof. Telers kunnen dat voorkomen door niet te vaak wortels te telen op hetzelfde stuk land, door een uitgekiende bemesting en een goede bodemstructuur. Het helpt ook als ze kiezen voor percelen met weinig stikstof in de bodem. Witloofwortels die zijn aangetast door de bacterie Pseudomonas, wat bacterierot veroorzaakt, moeten weggesneden worden. Ook bestrijdingsmiddelen, zeker die met koper, bieden soelaas.

Milieu

Veel water nodig

Er is heel wat water nodig bij hydrowitloofteelt. De kwekers gebruiken het overgrote deel voor de trek: ongeveer twee liter water per kilogram witloof. Ze hebben ook water nodig om de trekbakken en werkruimtes te reinigen, om gewasbeschermingsmiddelen klaar te maken voor toediening, en voor de sanitaire voorzieningen voor het personeel. Sommige kwekers wassen bovendien na de trek de witloofwortels, zodat ze properder zijn wanneer ze worden opgehaald om te gebruiken als veevoer.

Wetenschappers hebben berekend om hoeveel water het gaat. Ze keken daarvoor naar kwekers die de geoogste wortels wassen en dat waswater nadien hergebruiken. Voor de kweek van hydrowitloof uit één hectare wortels blijkt tussen de 40.000 en 60.000 liter water nodig. 

Bron: Kenniscentrum Energie Thomas More, 2018
Milieu

Elektriciteit

Het elektriciteitsverbruik in de witloofteelt bedraagt 200 à 300 kilowattuur per jaar, per ton witloofwortels. Het grootste deel van de elektriciteit gaat naar de koeling. Hoe groot dat deel precies is, hangt af van hoe efficiënt de koelinstallatie is, en hoe lang de wortels in de koelcellen bewaard worden. De tabel toont het elektriciteitsverbruik in een typisch witloofbedrijf. 

Hydrocultuursystemen kunnen ontsmet worden met bleekwater of hypochloriet als er sporen van ziekten zijn aangetroffen.
Milieu

Ziekten bij de witlooftrek

Tijdens de witlooftrek kunnen ziektes zich razendsnel uitbreiden. Om dat te vermijden, moeten de onderdelen van het hydrocultuursysteem vlot te reinigen zijn. Kwekers moeten vaak en grondig schoonmaken. Ontsmetten is nodig als er sporen van ziekte zijn aangetroffen. Dat kan met chloorhoudende verbindingen zoals bleekwater of hypochloriet.

Indien nodig, ontsmetten de kwekers ook het water dat door de trekbakken stroomt. Dat doen ze door het te behandelen met ozon, waterstofperoxide of uv-licht. Soms voegen ze er een fungicide aan toe. Tenminste, als het gaat over gangbare teelt, want biowitloofkwekers mogen geen chemisch gewasbeschermingsmiddel aan het water toevoegen. 

Het witloofkropje in verschillende groeifases.
Milieu

Grondwitloof verwarmd

Van nature beginnen de wortels allemaal tegelijk kropjes te vormen eind april, begin mei. Maar de telers spreiden die productieperiode liever. Ergens in de loop van vorige eeuw kregen ze een lumineus idee: toen zijn witlooftelers wortels in hun grond gaan verwarmen. Daardoor begonnen hun wortels sneller kropjes te vormen, bijvoorbeeld al in december of januari. 

De eersten die dit deden, verwarmden de wortels door er een laag warme paarden- of schapenmest op te leggen. Nadien ontstonden andere systemen, zoals rookkanalen en pijpenkoppen. Lange tijd werkten ze met kacheltjes, witloofketels genaamd, die water verwarmden dat in buizen onder de lagen aarde stroomde. Die ketels werkten op kolen, later op gas en nog wat later elektrische kabelverwarming. Die systemen zijn in onbruik geraakt. Grondwitlooftelers gaan nu massaal voor moderne, centrale verwarming op gas of olie. Het buizenstelsel zit 40 à 45 centimeter diep. 

Verwerking

Transport

Consumptie

Milieu

Bewaren door de supermarkt

Winkeleigenaars moeten erop letten dat hun witloofkropjes niet groen worden. Als die in de rekken liggen bij 10 à 15 °C gebeurt dat al als ze enkele uren aan het winkellicht zijn blootgesteld. Daarom laten ze er niet te veel tegelijk onbedekt, zodat ze verkocht raken voor ze groen beginnen te worden. Als de winkeliers de kropjes bij 0 tot 5 °C bewaren, worden ze pas na twee dagen groen.

groentefruit.milieucentraal.nl
Milieu

Goede milieuscore witloof

De Nederlandse organisatie MilieuCentraal bepaalde de milieubelasting van witloof aan de hand van de wetenschappelijke methode ReCiPe 2.0. Voor het bepalen van de milieuscore beoordeelde ze de volgens haar vier meest relevante milieu-indicatoren uit ReCiPe voor groente en fruit: gebruik van fossiele grondstoffen, bijdrage aan klimaatverandering, landgebruik en waterstress. Met waterstress bedoelt ze het watergebruik in relatie tot de waterschaarste in een gebied.

Met die methode komt ze tot de conclusie dat witloof vanuit milieuoogpunt een goede keuze is in alle maanden van het jaar. Het krijgt de hoogste score, ‘A’, en prijkt zo bij de meest milieuvriendelijke groenten en fruit

Afval

Milieu

Als het witloof in een papieren of geperforeerde plastic verpakking zit, kan je het verpakt bewaren. Zit het in een niet geperforeerde plastic verpakking, dan haal je het er best uit.

Milieu

Witloof thuis bewaren

Witloof bewaar je best op een koele plaats bij 4 à 5 °C en bij een luchtvochtigheid van 95 à 100 procent – dat komt ongeveer overeen met de omstandigheden in je koelkast. Bij minder dan 0 °C zal het witloof verkleuren. 

De bewaarplaats moet ook donker zijn. Dus als de kropjes niet in je koelkast zitten, maar op een lichte plaats, scherm je ze best af met blauwe of zwarte dekvellen, of door het witloof in een papieren zak te stoppen.

Leg het witloof ook nooit naast fruit of groenten die ethyleen afgeven. Dat is gas dat de rijping bevordert. Een voorbeeld van zo’n producten zijn tomaten, appels en kiwi's. Het ethyleen doet het witloof sneller rijpen waardoor het dus minder lang houdbaar is. Als je met deze zaken rekening houdt, blijven je kropjes ongeveer een week houdbaar. 

Witloofwortels zijn een belangrijk restproduct van witloof.
Milieu

Tonnen wortels

Na de witlooftrek blijven restproducten achter. In België wordt jaarlijks ongeveer 40.500 ton witloof geproduceerd: de teelt daarvan zorgt voor 36.000 ton witloofwortels. De wortels worden hoofdzakelijk gebruikt als diervoeder.

Milieu

Voedselverliezen bij witloof

Eetbare voedselreststromen noemen we kortweg voedselverliezen. Bij witloofkropjes gaat het vooral over de verwijderde blaadjes en het niet-vermarktbaar witloof. Dat loopt op tot 20 à 25 procent van het totale gewicht. Voor Vlaanderen komt dat neer op 9.750 à 10.200 ton per jaar. De resten worden vooral ingewerkt op het land, of ze worden vergist of gecomposteerd. Met dat verlies staat witloof in voor 5 procent van het totale, Vlaamse voedselverlies van de tuinbouw. 

Een ander verlies treedt op verder in de keten, bij de producentenorganisaties in de versmarkt. Producentenorganisaties, zoals veilingen en telersverenigingen, bundelen het aanbod en treden op als tussenpersoon bij de verkoop. Het verlies daar bestaat voor 84 procent uit zogenaamd marktbaar product: groenten of fruit dat uit de markt is genomen. Bij groenten gaat het in 8 procent van de gevallen om witloof. 

De Vlaamse consument verspilt gemiddeld tussen de 15 en de 23 kilogram voedsel per jaar. Zo’n 30 procent hiervan bestaat uit groente- en fruitafval. Hoeveel daarvan toe te wijzen is aan witloof, is niet bekend. 

Milieu

Meelwormen

Belgisch onderzoek, uitgevoerd aan de Nationale Proeftuin voor Witloof vzw, heeft aangetoond dat de reststromen uit de witloofteelt (wortels en verwijderde blaadjes en kropjes) gebruikt kunnen worden als voeder voor de kweek van meelwormen. Dat zijn de larven van meeltorren. Bovendien hebben de trekruimtes en koelcellen op witloofbedrijven potentieel als kweekomgeving voor insecten. Voor telers zou dit een kans opleveren om tijdens de zomermaanden, wanneer er minder vraag naar witloof is, insecten te kweken en/of wortels aanbieden aan insectenkwekers. De insecten, en hun larven, zijn bestemd voor voeding voor dieren of mensen

Milieu

Nuttige stofjes in witloofresten

Wetenschappers zien in de wortels ook een bron van vezels, mineralen en bitterstoffen die vermarktbaar kunnen blijken. Zo zouden de bitterstoffen nuttig kunnen zijn in drankentoepassingen: daar is bitter immers een smaak die het vaak goed doet. Ook de farmaceutische sector zou die bittere stoffen kunnen gebruiken, namelijk als component van medicijnen tegen diarree, brandwonden, griep en neurologische aandoeningen. Er zijn ook aanwijzingen dat ze een gunstig effect hebben bij sommige hart- en vaataandoeningen en kankers.

Een andere optie is om van bitterstoffen fungiciden en bactericiden te maken voor in land- en tuinbouw. Sommige ervan hebben namelijk een schimmeldodend en bacteriedodend effect. Er zijn er ook die sommige plantenetende dieren heel onsmakelijk vinden, zodat ze zouden kunnen ingezet worden om ervoor te zorgen dat die dieren geen schade kunnen veroorzaken door aan gewassen op het veld te knabbelen.

Tenslotte bevat witloof veel van het mineraal koper. Dat kan nuttig blijken om producten voor de mens te verrijken met koper. 

Er is nog bijkomend onderzoek en ontwikkeling nodig om via deze denkpistes tot nieuwe, vermarktbare producten te komen.

Milieu

Er wordt gezocht naar betere manieren om de buitenste blaadjes van de witloofkropjes te gebruiken. Enkele telers brachten onlangs een markante toepassing op de markt: witloofkroketten.