Na de stopzetting van Europese steun is de teelt van alternatieve eiwitbronnen zoals de vlinderbloemigen (familie Fabaceae) erwt, veldbonen en lupinen afgenomen. Ze worden niet verwerkt in veevoeding omdat de eiwitopbrengst per hectare kleiner is dan die van soja. Momenteel ligt het prijskaartje van de alternatieve eiwitten zelfs hoger dan dat van de import van soja. Daarnaast kan er door de teelt van bijvoorbeeld zulke erwten een tekort aan andere gewassen ontstaan. Ze vereisen namelijk een grote oppervlakte en kunnen omwille van ziektes maar om de vijf jaar geteeld worden. Nieuwe alternatieven zijn dus noodzakelijk.