Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Filter
Milieu Sociaal Gezondheid Dierenwelzijn toon alles

Hoe werkt dat, zo'n tracé?

In een tracé volg je al scrollend de weg die een product aflegt, van de teelt tot afval. In de menubalk bovenaan klik je op de verschillende stadia in het tracé om meteen te springen naar het stadium waarin je interesse hebt. 

Linksboven staan de vier categorieën Milieu, Sociaal, Gezondheid en Dierenwelzijn. Je kunt de informatie filteren op die categorieën.

Tijdens het scrollen kom je de knop 'Laad meer info over ...'. Druk daarop om alle informatie binnen een stadium te laden.

Tussen de informatieblokjes kom je ook artikels tegen waarin onze journalisten dieper ingaan op een opmerkelijk aspect binnen het tracé van het product. 

Onderaan deze pagina kun je reacties plaatsen over de informatie die je hebt gelezen. Ook op de Community-pagina vind je mogelijkheden om je mening, aanvulling, of compliment te geven.

Veel plezier met dit tracé!

sluiten

Tracé van Honden- en Kattenvoer

hoe werkt dit?
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn
Milieu
Sociaal
Gezondheid
Dierenwelzijn

Tracé van Honden- en Kattenvoer

filter: Milieu

Intro

Oorsprong

Bron:
Milieu

Pootafdruk

Een Zwitserse studie die de impact van vijf verschillende huisdieren op het klimaat vergeleek, berekende dat een hond jaarlijks 950 kg CO₂-equivalenten uitstoot, evenveel als een autorit van Zwitserland naar het zuiden van Italië en terug of een derde van alle autoritten van het gemiddelde Zwitserse gezin. Hoe groter het dier, hoe groter de impact. Die van een kat is dan ook maar half zo groot en die van een paard twee keer zo groot. Dat komt omdat grote dieren meer eten en voeding de grootste impact heeft. 

Alles wat bij huisdieren komt kijken werd in kaart gebracht: van voeding, huisvesting, uitwerpselen en autoritten tot diverse aankopen zoals speeltjes. Honden en katten zijn minder grote vervuilers dan paarden, maar in hun totale uitstoot neemt de productie van voeding een veel groter aandeel in, omdat het vleeseters zijn. Voer is goed voor 67 procent van de totale pootafdruk van een hond en 57 procent van die van een poes.

Teelt - Granen

Milieu

Graan voor vleesproductie

Ook voor vleesproductie zijn veel granen nodig. In België maken ze ongeveer 45% uit van wat het vee eet. De graanteelt wordt wel steeds efficiënter, met andere woorden: we produceren meer vlees met minder graan. Voor 1 kilogram Belgisch rundsvlees is vandaag 2,8 kilo granen nodig. Voor evenveel varkensvlees 1,2 kilogram en voor kippenvlees 0,7 kilogram. Om minder afhankelijk te zijn van grondstoffen uit het buitenland en de impact op het milieu te beperken, wordt ook stevig ingezet op reststromen uit de voedingsindustrie zoals restjes bierdraf uit brouwerijen of afval uit bakkerijen. In petfood is dat minder het geval omdat de structuur van zuivere graanvezels belangrijk is voor de vertering van de dieren, om andere voedingsstoffen te balanceren en om brokjes goed samen te houden, waarover meer in de hoofdstukken consumptie en verwerking. 

Monocultuur van maïs
Milieu

Driekwart van de maïs voor veevoer of biogas

Granen hebben een grote milieuimpact omdat ze massaal verbouwd worden. Maïs en tarwe, de twee meest geteelde graansoorten, nemen wereldwijd bijna 4 miljoen vierkante kilometer in. Dat is een derde van de oppervlakte van Europa. 

Maïs is ook in ons land het tweede grootste akkerbouwgewas na tarwe. In Vlaanderen nam het maïsareaal de voorbije twintig jaar met 85 % toe. Intussen halveerde het bietenareaal, daalde dat van andere granen met 34 % en verdwenen traditionele groenvoeders als klaver en luzerne. 

In Europa wordt gemiddeld driekwart van de maïs verwerkt in dierenvoeding of tot biogas. Het heeft immers van alle granen de hoogste energiewaarde, wat het ideaal diervoeder maakt. Zo levert 100 kg maïs 60 kg varkensvlees, 80 kg kalkoen of 83 dozijn eieren op. Er zijn geen aparte cijfers over hoeveel Belgische maïs in petfood terechtkomt of waar de granen in bekende merken precies vandaan komen. Dat komt omdat petfood onderdeel uitmaakt van de ruimere mengvoederindustrie en dus ook niet wordt gespecifieerd in officiële statistieken.

Blauwe kiekendief
Milieu

Akkervogels verdwijnen

Vlaamse akkers hebben vandaag slechts 37% van de biodiversiteit in vergelijking met natuurgebieden. Zo zijn er steeds minder akkervogels te bespeuren, zoals patrijzen, kiekendieven, gele kwikstaartjes en veldleeuweriken. De grauwe gors (Emberiza calandra) telt in heel Vlaanderen maar een veertigtal broedparen meer. Twintig jaar geleden waren dat er nog duizend. Onkruid- en insectenverdelgers hebben hun hele menu uitgeroeid. Speciaal aangelegde ‘vogelakkers’, stroken luzerne geflankeerd met kruiden en grassen, brengen een beetje respijt. Een klein percentage Vlaamse boeren doet dat al, maar het is niet genoeg. Andere boeren zaaien wel gras of bloemen naast hun veld maar dat is te smal om in te broeden en te dicht begroeid om er voedsel in te vinden.

Milieu

Van kiem tot kolf

Maïszaadjes worden doorgaans in de tweede helft van april tot begin mei gezaaid, wanneer de bodem de ideale temperatuur (minimum 8-10°C) heeft zodat het zaad kan kiemen. Dat duurt gemiddeld 3 weken. Bij temperaturen rond de 30 graden gaat het veel sneller. Maïs is immers oorspronkelijk een tropisch gewas. In het koele Vlaanderen en Nederland kiemen de zaadjes te traag waardoor ze vatbaarder zijn voor schimmels. De korrels rijpen bij ons ook niet goed. Daarom wordt er bij ons minder korrel- en siermaïs geteeld, die volledig uitgerijpt moet zijn voor consumptie, maar meer voedermaïs. Die kan al geoogst worden als de korrels nog niet 100% rijp zijn.

Milieu

Vruchtwisseling en vanggewassen

Al die jaren monocultuur heeft de Vlaamse bodem uitgeput. Daardoor groeit onze maïs niet goed en verliezen boeren inkomsten. Maïs heeft ook veel mest nodig, waardoor verzurende stoffen zoals ammoniak en nitraat de bodem en het grondwater vervuilen. Het Vlaamse mestactieplan legt boeren daarom een teeltrotatiesysteem op. Dat houdt onder meer in dat de boer een maïsseizoen afwisselt met andere gewassen zoals gras of rogge die tijdens hun groei overtollige nitraten uit de grond opnemen. Volgens milieubewegingen heeft dit amper effect omdat gras eigenlijk tussen of langs de maïs gezaaid moeten worden om de nitraten op tijd uit de grond te halen voor ze in het grondwater terecht komen. Experimenten met soja en sorghum als nateelt bleken daarin iets succesvoller, maar pakken ook het echte probleem niet aan: maïsteelt is te intensief. De grootste teeltgebieden in ons land liggen immers precies in regio’s waar de nitraat- en ammoniakgehaltes in de bodem en het water het meest te wensen overlaten.

Luchtwortels bij een gewone maïsplant. Bij oloton komt er een suikerachtige vloeistof uit.
Milieu

Zelfbemestende wondermaïs

Oloton, een eeuwenoude supermaïs uit Mexico die zichzelf kan bemesten, kan een oplossing zijn voor het mest- en bodemprobleem. De plant heeft luchtwortels die net boven de grond groeien waaruit een suikerachtige vloeistof druipt die bacteriën aantrekt. Die zetten stikstof uit de lucht om in voedsel voor de plant. Als de Amerikaanse onderzoekers die de eigenschap ontdekten het gen kunnen detecteren dat ervoor verantwoordelijk is, dan ligt de weg open om een nieuw ras te ontwikkelen dat nu al de heilige graal van de maïs wordt genoemd. Mest kost immers bakken geld en is vervuilend. Het kan wel nog even duren, want het is onduidelijk wie er allemaal recht heeft op het patent. Het Nagoya protocol beschermt de inheemse bevolking van het dorpje Totonpec waar de maïs het eerst gevonden werd tegen biopiraterij, beter bekend als grondstoffendiefstal. Nu komen ook andere dorpjes met hun eigen Oloton en allemaal willen ze een graantje meepikken.

Milieu

Glyfosaat

Wereldwijd vormen ziekten, plagen en onkruid een probleem voor maïs. Daarom worden fungiciden, insecticiden en herbiciden ingezet. Een van die middelen is glyfosaat, een bestanddeel in het wereldwijd best verkochte bestrijdingsmiddel Roundup. Roundup is toegelaten in Europa, hoewel het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC) de stof als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ omschrijft. Het tast bovendien ook andere organismen aan zoals vlinders, vissen, wormen en nuttige micro-organismen. Zelfs de wettelijk aanbevolen dosis stuurt het vliegtraject van bijen in de war omdat de beestjes er hun kluts van kwijtraken. Volgens critici speelde Amerikaanse producent Monsanto, die niet alleen Roundup, maar ook genetisch gemodificeerd maïszaad verkoopt, een grote rol bij de beslissing om het pesticide niet te verbieden.

Een uitgebreid artikel over glyfosaat vindt je hier.

Maïswortelkever (Diabrotica virgifera)
Milieu

Genetisch gemanipuleerde maïs

Vandaag is bijna een derde van alle maïs in de wereld genetisch gemanipuleerd. Die groeit vooral in de VS, Argentinië en Brazilië. In België vonden voorlopig enkel veldproeven plaats, louter voor wetenschappelijke doeleinden. Als grondstof in producten mag maïs ons land wel binnen. Het zit vooral in dierenvoeding, maar ook in sauzen, margarines of koekjes bijvoorbeeld. Meestal komen de grondstoffen uit Spanje, Portugal, Tsjechië en Slowakije, waar gg-maïs wel geteeld mag worden. Vooral Spanje doet zijn duit in het zakje. Spaanse boeren schakelden in 2016 massaal over op gg-maïs als reactie op een invasie stengelwortelkever die de wortels aantast.

Foto: Spotter2
Milieu

Vlaams onderzoek naar maïs-genoom

Van de stengelboorder hebben we minder last, maar de droge zomers van 2017 en 2018 hebben bij veel Vlaamse maïsboeren tot verliezen geleid. Er wordt dan ook reikhalzend uitgekeken naar de resultaten van een nieuwe Belgische veldproef. De nieuwe variëteit bevat dankzij de CRISPR-techniek een extra gen dat de zaadopbrengst verhoogt, zelfs bij droogte. Voor zo’n proef plaatsvindt, wordt altijd eerst het publiek geconsulteerd omdat ze vaak op veel scepsis stoten. Twee jaar geleden werd deze proef nog door het Europese Hogere Gerechtshof stilgelegd omdat het project geen vergunning had.

Milieu

Nuttige bacteriën

Ook zonder geknutsel of chemische stoffen, kan een boer zijn oogst opkrikken. Door samen te werken met plantengroei-bevorderende bacteriën bijvoorbeeld. Soms worden die op de wortels geënt, aan mest toegevoegd of als jasje over de zaadjes aangebracht. Vooral bioboeren werken op die manier. Bacteriën zetten plantenresten en mest in de bodem om in voedsel voor de plant, zoals stikstof, fosfor en sporenelementen. 

Teelt - Vlees

Milieu

Vleesafvalberg groeit

Omdat we de afgelopen decennia wereldwijd meer vlees consumeren en tegelijkertijd minder delen van een dier als eetbaar beschouwen, groeit de berg slachtafval. Dat is een gevolg van veranderende eetcultuur, maar ook van allerlei voedselcrisissen gelinkt aan dierenvoeding. Volgens de Europese Commissie komt er in Europa jaarlijks meer dan twintig miljoen ton aan ‘dierlijke bijproducten’ vrij. Het merendeel komt uit slachthuizen, maar ook uit zuivelfabrieken, voedselverwerkingsbedrijven en boerderijen. 

Na de slacht blijft circa twintig procent van het gewicht van een dier over aan botten. Die worden met de overige dertig procent overblijfselen verwerkt tot onder andere veevoer, kunstmest, gelatine en grondstoffen voor de farmaceutische en cosmetica-industrie. Hoe onsmakelijk het misschien ook klinkt, het feit dat de reststroom een plaats krijgt in honden - en kattenvoeding is voor het milieu een goeie zaak.

Onze uitstoot vormt de drijvende kracht achter de klimaatverandering
Milieu

Broeikasgassen

De gemiddelde Vlaming stoot jaarlijks ongeveer twintig ton CO₂-equivalenten uit. Om de globale temperatuurstijging te beperken tot 2°C moeten de mondiale broeikasgasemissies tegen 2050 sterk omlaag, naar gemiddeld twee ton per inwoner. Gesteld dat we die norm halen, zit wie een middelgrote hond houdt al aan de helft van de maximale uitstoot die het klimaat aankan. Vandaag is een huisdier goed voor een à twee procent van de totale klimaatimpact van een doorsnee Nederlander of Vlaming. Dat lijkt twee keer niets, maar de impact van voeding is verontrustender. Petfood komt overeen met tien (kat) tot twintig procent (hond) van de CO₂-uitstoot die naar voeding gaat in een gezin. 

Uitwerpselen zijn een andere grote bron van broeikasgassen, waarover je in het hoofdstuk afval meer te weten komt.

artikel

Milieu

Lust Minoes duurzame brokjes?

Op het kattenmenu van de toekomst staan geen tonijnkorrels, maar insecten, kweekvlees en zelfs een volledig veganistische maaltijd. Duurzame alternatieven voor conventioneel kattenvoer zijn meer dan welkom, zeggen steeds meer experts, want de milieukost van dierenvoeding blijkt veel hoger dan oorspronkelijk gedacht.

Sarah Vandoorne

Journalist - schrijft vooral over fairtrade en duurzaamheidslabels
Bron: Jacobsen et al 2014, Meija et al (2017), FAO
Milieu

Meer methaan en lachgas, minder regenwoud

Veeteelt is verantwoordelijk voor 14,5 procent van alle broeikasgassen die de mens uitstoot. Vleesetende huisdieren hebben dan ook meer milieu-impact dan dieren die planten eten, zoals konijnen. Koeien hebben meer impact dan varkens of kippen omdat ze via hun spijsvertering meer methaan uitstoten. Dat zorgt voor 44 procent van de veeteelt-uitstoot, gevolgd door lachgas of N₂O uit mest (29 procent) en CO₂ (27 procent). Ook bij de productie van grondstoffen in veevoer komen gassen vrij. In krachtvoer van varkens zit voornamelijk sojaschroot. Dat zit trouwens ook als vleesvervanger in vegetarisch petfood, maar in kleinere hoeveelheden dan wat nodig is om een varken te voeden. Soja heeft een grote klimaatimpact, niet zozeer omdat het over een lange afstand getransporteerd wordt, maar vooral omdat voor de teelt van soja delen van het regenwoud in Brazilië gekapt worden. Omdat het regenwoud veel koolstof opneemt, heb je zonder bomen meer CO₂ in de lucht. 

Deze grafiek vergelijkt de uitstoot van rundsvlees met die van varkensvlees, ei, melk, kip en tofu. In petfood zitten uiteraard geen kant-en-klare vleesvervangers maar je kan de impact vergelijken met sojaschroot.

Milieu

Verzuring en vermesting

Tijdens de vertering maken koeien en varkens ook de stof ureum aan die via de urine wordt uitgescheiden en in contact met uitwerpselen ammoniak vormt. Die wordt door oxidatie in de lucht of bodem omgezet in salpeterzuur, wat voor verzuring zorgt die schadelijk is voor natuur- en bosgebieden. Daarnaast leidt ammoniak tot de vermesting van de bodem en het water.  

In 2019 stootte Vlaanderen ongeveer 41.300 ton ammoniak uit, 95 procent daarvan was afkomstig van de landbouw. De veeteelt was verantwoordelijk voor 86 procent van de landbouwuitstoot en voor respectievelijk 61 en 44 procent van de stikstof- en fosfaatverontreiniging in onze beken en rivieren. Vandaag verkeert geen enkele Vlaamse waterloop in goede ‘ecologische’ toestand. De omvang van de veestapel is volgens het laatste milieurapport bepalend om het tij te keren. Geen enkele maatregel kan dat verzachten.

Milieu

Om een jaar lang één hond te voeden is circa 2.000 m² landbouwgrond nodig. Voor een kat is dit circa 1.000 m².

In Europa, waar in totaal meer dan honderd miljoen honden en katten
gehouden worden, komt dat dus neer op circa dertig miljoen hectare of
een oppervlakte van bijna drie keer Frankrijk. Slechts tien procent van die oppervlakte is gereserveerd voor de productie van plantaardige ingrediënten, de rest voor vlees. In landen met een minder gunstig klimaat is de impact nog groter.

Irrigatie van een akker met soja. Bron: Dwight Burdette
Milieu

Waterverbruik

Ook de watervoetafdruk van je viervoeter is niet min. Amerikaanse onderzoekers berekenden dat een Maltezer van vier kilogram jaarlijks gemiddeld 260.000 liter water verbruikt. Dat is een tiende van de gemiddelde Amerikaan. Je hond in bad stoppen of hem water geven verdwijnt in het niets tegenover de impact van zijn voeding, die meer dan 99 procent van de watervoetafdruk inpalmt. Vleesproductie is opnieuw de grootste slokop. In de watervoetafdruk zit zowel het water berekend dat de boer op zijn gewassen sproeit of aan de dieren geeft, als het regenwater dat rechtstreeks op het veld valt en het afvalwater dat vervuild wordt tijdens de productie.

Milieu

Vis

Vroeger zat in honden- en kattenvoer bijna nooit vis, maar de laatste jaren voegen fabrikanten het steeds meer toe. Vooral in vette vis zitten veel omega-3 vetten, vitamines en hoogwaardige proteïnen. In kattenvoer zit het meeste vis. Vaak gaat het net als bij vlees om bijproducten, slachtafval dat verwerkt wordt tot olie of meel, maar soms zit er ook afval van verse of gerookte vis in. Zalm en ansjovis zijn de populairste soorten. Sommige fabrikanten voegen ook kabeljauw, tonijn, forel, makreel en tong toe. 

Meestal gaat het om slachtafval van vissen die in het wild gevangen zijn, waardoor onze huisdieren onrechtstreeks mee bijdragen aan de overbevissing.

Bron: FAO (2018)
Milieu

Overbevissing

Deze grafiek illustreert de evolutie van de wereldwijde visbestanden. De oranje balk zijn de plaatsen waar er door overbevissing niet meer genoeg vis is om de voortplanting te garanderen. In de blauwe balk wordt intensief gevist, maar nog binnen de grenzen van de planeet. Vandaag verkeren meer dan zestig procent van de mariene visbestanden gelukkig nog in gezonde staat, maar de oranje balk rukt stevig op.

Milieu

Als katten zalmen waren…

Een studie uit 2006 berekende dat wereldwijd jaarlijks 2,48 ton ruw visafval in natvoer voor katten terechtkomt en een half miljoen ton vismeel in droge voeding. Dat is eigenlijk niet veel in vergelijking met wat de mensheid aan vis oppeuzelt, maar het is wel potentieel voer dat anders naar kweekvissen of vee zou gaan. Als alle huiskatten in de wereld zalmen waren, dan zouden ze volgens de onderzoekers jaarlijks een half miljoen ton vismeel produceren, genoeg om de huidige zalmpopulatie in kwekerijen te verdubbelen zonder daarvoor wilde vissen te moeten gaan vangen.

Zwarte soldatenvlieg
Milieu

Insecten

Insecten zijn mogelijks een duurzamer alternatief voor vlees en vis. Het is zeldzaam maar je kan vandaag al hondensnoepjes met zowel vers insectenvlees als afval uit kwekerijen (de uitwerpselen, kadavertjes, voedselafval) kopen. De reststroom is net als slachtafval gerenderd tot vet of meel. Levende insecten worden eerst geblancheerd en gevriesdroogd of ingevroren, om alle bacteriën en schimmels te doden. 

De zwarte soldatenvlieg staat niet op de lijst van insecten die volgens het Belgische voedselagentschap geschikt zijn voor de mens, maar mag wel in dierenvoeding. Het Aartselaarse bedrijf Millibeter gebruikt ze al sinds 2012 om afval en mest om te zetten in grondstoffen voor onder meer veevoeder. Het bedrijf werd onlangs overgenomen door een wereldspeler in voedselrecyclage. Binnenkort wordt productie opgedreven tot 200 miljoen larven per dag die jaarlijks uit 50.000 ton afval 3.000 ton eiwitmeel en 1500 ton vet kunnen verwerken. Het bedrijf probeert ook petfoodfabrikanten warm te maken.

Verwerking

Reuzel
Milieu

Oudste vorm van voedselrecyclage

Voor er stoomketels bestonden, werd oneetbaar slachtafval eeuwenlang verbrand of manueel gesmolten in een koperen ketel boven een open vuur. Van het vet maakte de boer kaarsen en zeep of reuzel. Door de komst van industrieel gemaakte zeep en kaarsen na de Tweede Wereldoorlog moest er een oplossing gevonden worden voor dit slachtafval. Zo kwamen ze op het idee om het afval tot diervoeders en biobrandstof te verwerken.

Rendac
Milieu

Groene stroom uit slachtafval

Dankzij rendering moet de overheid minder investeren in afvalverwerking en hebben we groene energie uit reststromen. Zo produceert Rendac, het enige bedrijf dat bij ons een vergunning heeft om het ergste risicomateriaal te verbranden, jaarlijks groene stroom voor circa 40.000 gezinnen. Voor het renderingsproces is wel veel water en energie nodig, niet alleen in de stook- en droogovens zelf, maar ook in de zuivering van het afvalwater achteraf. Zuivering is nodig om te voorkomen dat er geen contaminanten zoals salmonella en bacteriën uit uitwerpselen (E. coli) in het rioolwater terechtkomen. Geuroverlast is een ander groot probleem, vooral in de buurt van vis- en beenderverwerkingsbedrijven.

Transport

Consumptie

Milieu

Culturele verschillen

De pootafdruk van een hond en kat is niet overal in de wereld zo groot. In Japan en China is die afdruk bijvoorbeeld al een pak kleiner om de simpele reden dat Japanners en Chinezen vaker kleinere hondjes houden en ze eerder etensrestjes krijgen. Zo wordt afval weggewerkt, moeten er geen vrachtwagens de hele wereld rondrijden van het veld naar fabrieken en winkels en worden grondstoffen hergebruikt.

Milieu

Rauw vlees vergroot pootafdruk

Als huisdieren dezelfde stukken vlees voorgeschoteld krijgen als hun baasjes, zoals vandaag de trend is, wordt het ecologische plaatje nog pijnlijker. Zo kan rauw vlees (Barf) de pootafdruk van een hond verdubbelen (tot 1.800 kg CO₂-equivalenten per jaar). De dierlijke bijproducten in standaard voeding hebben een minder grote impact omdat mensen het niet eten en het afval anders verloren gaat.  

Milieu

Keurmerken

Deze keurmerken garanderen diervoeding die iets milieu- en diervriendelijker is: Beter Leven (1 of 3 sterren, keurmerk van de dierenbescherming voor vleesvee), MSC (duurzaam gevangen wilde vis), ASC (duurzame en diervriendelijke kweekvis) of biologisch. ‘Natuurlijke’ of ‘holistische’ voeding zijn geen wettelijk beschermde termen. Ze roepen de associatie op met voeding die dichter aanleunt bij het oerdieet van wilde dieren, meer vlees, minder bewerkte grondstoffen en geen bewaarmiddelen. Over hoe de grondstoffen geproduceerd zijn, vertellen deze termen je evenwel niets.

Afval

Milieu

Houdbaarheid

Natvoer, zowel uit potjes, blikjes of zakjes, is belastender voor het klimaat omdat het sneller bederft en je het dus sneller weggooit. Bij de verpakking komen ook meer broeikasgassen vrij. Ongeopend kan je het vaak langer bewaren dan de houdbaarheidsdatum, omdat alle bacteriën eruit zijn gepasteuriseerd. Een geopende pot kan je afgedekt tot drie dagen in de koelkast bewaren. Je doet dit best in een nieuw afgesloten bewaardoosje omdat de wand van het blik oxideert door contact met zuurstof waardoor je dier roest kan binnenkrijgen. 

Milieu

Droge brokjes zijn langer houdbaar, best in een luchtdichte ton. In een geopende zak verliezen ze al na één maand aan kwaliteit. Door contact met licht en zuurstof worden ze wak. Zelfgemaakte voeding bewaart het langst als je het in kleine porties invriest. Minder eten geven zorgt voor minder verspilling. Voer dat blijft staan, kan je afdekken of in de koelkast zetten tot je dier er weer om vraagt.

Fosformijn in Togo
Milieu

Fosforverlies

Dankzij dierenvoeding wordt slachtafval dat we zelf niet opeten hergebruikt. Anderzijds gaat er op die manier wel fosfor verloren. In tegenstelling tot vee brengen huisdieren ons immers geen voedsel of mest op, enkel uitwerpselen die terechtkomen op de afvalberg of onder je schoenzool belanden. Een Nederlandse studie berekende dat er in de Europese Unie via onze huisdieren evenveel fosfor uit het voedselsysteem verdwijnt als via het afval van huishoudens (6%). Fosfor is onmisbaar voor de wereldwijde voedselvoorziening. Ons lichaam heeft het onder meer nodig voor de ontwikkeling van cellen, botten en tanden. De cijfers zijn verontrustend want de bestaande fosfaatmijnen raken uitgeput net zoals andere eindige grondstoffen als aardolie en gas.

Milieu

5 miljoen ton uitwerpselen per jaar

Een hond produceert jaarlijks ongeveer 45 kg uitwerpselen, een derde van wat we gemiddeld elk jaar zelf produceren. De ontlasting van een kat valt beter mee, 19 kilogram per jaar (of dertien procent van onze productie). Een recente studie berekende dat de uitwerpselen van alle Amerikaanse katten en honden samen jaarlijks voor 5,1 miljoen ton extra afval zorgen. Dat is evenveel als het afval van de staat Massachusetts (zes miljoen inwoners) of circa de helft van de Belgische bevolking. Bovendien komt via die uitwerpselen ook nog eens jaarlijks 64 miljoen ton methaan en lachgas vrij die de bodem en rivieren vervuilen.

Milieu

Biologisch afbreekbare korrels en poepzakjes

Biologisch afbreekbare kattenbakkorrels mogen in de GFT-bak. De uitwerpselen zelf moet je er wel uitvissen. Die horen zoals gewone korrels en hondenpoep thuis bij het restafval. Op de composthoop gooien, is geen goed idee. Er kunnen immers schadelijke bacteriën inzitten. Van kattenuitwerpselen kunnen zwangere vrouwen toxoplasmose krijgen en in hondenuitwerpselen zitten vaak neospora-parasieten die via besmet gras bij zwangere koeien voor miskramen kunnen zorgen. Ook biologisch afbreekbare poepzakjes voor de hond (met inhoud!) mogen daarom niet op de composthoop of in de GFT bak en horen bij het huisvuil. Als je ze in het gras laat liggen, zullen ze wel sneller afbreken, maar dat is niet echt de bedoeling. Bij de productie komen wel minder broeikasgassen vrij dan bij plastic.