Je bent vast wel eens iemand tegengekomen die lactose-intolerant is en last heeft van vervelende darmsymptomen bij zuivel. Misschien ben jij het wel - voedselintoleranties treffen naar schatting 10% van de Belgen. Ondertussen is koemelkallergie een van de meest voorkomende voedselallergieën bij baby's en jonge kinderen, waaraan ongeveer een op de 100 kinderen lijdt. Maar wat is het verschil tussen voedselallergieën en voedselintoleranties? Hoewel ze op elkaar lijken, zijn er enkele fundamentele verschillen tussen de twee.
Voedselallergieën kunnen op elke leeftijd ontstaan, maar komen vaker voor bij kinderen: meer dan 10% van de kinderen van één jaar en 6% van de kinderen van tien jaar. Een voedselallergie treedt op wanneer het immuunsysteem van het lichaam ten onrechte reageert op bepaalde voedingsmiddelen alsof ze gevaarlijk zijn. De meest voorkomende voedingsmiddelen die een allergie veroorzaken zijn eieren, pinda's en andere noten, melk, schaaldieren, vis, soja en tarwe.
Lichte tot matige tekenen van voedselallergie zijn onder andere een gezwollen gezicht, lippen of ogen; netelroos of striemen op je huid; of overgeven. Een ernstige allergische reactie (anafylaxie genoemd) kan ademhalingsmoeilijkheden, aanhoudende duizeligheid of instorting veroorzaken.
Voedselintoleranties (soms niet-allergische reacties genoemd) zijn ook reacties op voedsel, maar hierbij is je immuunsysteem niet betrokken. Zo is lactose-intolerantie een stofwisselingsziekte die optreedt wanneer het lichaam niet genoeg lactase produceert. Dit enzym is nodig om de lactose (een soort suiker) in zuivelproducten af te breken.
Voedselintoleranties kunnen ook reacties zijn op natuurlijke chemicaliën in voedsel (zoals salicylaten, die in sommige vruchten, groenten, kruiden en specerijen voorkomen) en problemen met kunstmatige conserveringsmiddelen of smaakversterkers. Symptomen van voedselintoleranties zijn onder andere een maag die van streek is, hoofdpijn en vermoeidheid.
Voedselintoleranties veroorzaken geen levensbedreigende reacties (anafylaxie) en zijn dus op korte termijn minder gevaarlijk dan allergieën, hoewel ze op langere termijn wel problemen kunnen veroorzaken, zoals ondervoeding. We weten niet hoe vaak voedselintoleranties voorkomen, maar ze lijken vaker voor te komen dan allergieën. Ze kunnen op elke leeftijd ontstaan.
Sommige voedingsmiddelen, zoals pinda's en noten, worden vaker geassocieerd met een allergie. Andere voedingsmiddelen of ingrediënten, zoals cafeïne, worden vaker geassocieerd met intolerantie.
Ondertussen kunnen bepaalde voedingsmiddelen, zoals koemelk en tarwe of gluten (een eiwit dat voorkomt in tarwe, rogge en gerst), bij verschillende mensen zowel allergische als niet-allergische reacties veroorzaken. Maar deze reacties zijn heel verschillend, zelfs als ze door hetzelfde voedsel worden veroorzaakt.
Kinderen met een koemelkallergie kunnen bijvoorbeeld reageren op heel kleine hoeveelheden melk, en ernstige reacties (zoals een zwelling in de keel of ademhalingsmoeilijkheden) kunnen binnen enkele minuten optreden. Omgekeerd kunnen veel mensen met lactose-intolerantie kleine hoeveelheden lactose verdragen zonder symptomen.
Er zijn ook andere verschillen. Koemelkallergie komt vaker voor bij kinderen, hoewel veel baby's over deze allergie heen groeien tijdens hun kindertijd. Lactose-intolerantie komt vaker voor bij volwassenen, maar kan soms ook tijdelijk zijn. Eén vorm van lactose-intolerantie, secundaire lactasedeficiëntie, kan worden veroorzaakt door schade aan de darmen na een infectie of door medicijngebruik (zoals antibiotica of kankerbehandeling). Dit kan vanzelf overgaan wanneer de onderliggende aandoening verdwijnt of de persoon stopt met het gebruik van de betreffende medicatie. Of een allergie of intolerantie waarschijnlijk levenslang zal zijn, hangt af van het voedingsmiddel en de reden waarom het kind of de volwassene erop reageert.
Allergieën voor sommige voedingsmiddelen, zoals melk, ei, tarwe en soja, verdwijnen vaak tijdens de kindertijd, terwijl allergieën voor noten, vis of schaaldieren vaak (maar niet altijd) blijven bestaan tot op volwassen leeftijd.We weten niet veel over hoe groot de kans is dat kinderen over de verschillende soorten voedselintoleranties heen groeien.
Als je denkt dat je een voedselallergie of -intolerantie hebt, ga dan naar de dokter. Allergietesten helpen artsen om erachter te komen welke voedingsmiddelen jouw allergische reacties veroorzaken (maar ze kunnen geen voedselintolerantie vaststellen). Er zijn twee veelvoorkomende soorten: huidpriktesten en bloedtesten.
Bij een huidpriktest smeren artsen kleine hoeveelheden allergenen (de dingen die allergieën kunnen veroorzaken) op je huid en maken ze kleine prikjes om te zien of je lichaam reageert.
Een bloedtest controleert op allergeenspecifieke immunoglobuline E (IgE) antilichamen in je bloed die laten zien of je allergisch bent voor een bepaald voedingsmiddel.
Voedselintoleranties kunnen lastig te achterhalen zijn omdat de symptomen afhangen van welk voedsel je eet en hoeveel je eet. Om de diagnose te stellen, kijken artsen naar je gezondheidsgeschiedenis en kunnen ze een aantal tests doen (zoals een ademtest). Ze kunnen je vragen om bij te houden welke voedingsmiddelen je eet en wanneer de symptomen optreden.
Een tijdelijk eliminatiedieet, waarbij je stopt met het eten van bepaalde voedingsmiddelen, kan ook helpen om erachter te komen voor welke voedingsmiddelen je intolerant bent.Maar dit mag alleen worden gedaan met de hulp van een arts of diëtist, omdat het elimineren van bepaalde voedingsmiddelen kan leiden tot voedingstekorten, vooral bij kinderen.
Er is momenteel geen remedie voor voedselallergieën of -intoleranties. Vooral voor allergieën is het belangrijk om allergenen strikt te vermijden. Dit betekent dat je de etiketten van voedingsmiddelen zorgvuldig moet lezen en waakzaam moet zijn als je uit eten gaat. Onderzoekers bestuderen echter een behandeling die orale immunotherapie wordt genoemd en die sommige mensen met voedselallergieën kan helpen om minder gevoelig te worden voor bepaalde voedingsmiddelen.
Of je nu een voedselallergie of -intolerantie hebt, je arts of diëtist kan je helpen om ervoor te zorgen dat je de juiste voedingsmiddelen eet.
Dit artikel is een vertaling van The Conversation. De auteurs zijn Jennifer Koplin en Desalegn Markos Shifti (beiden University Of Queensland).