Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Gezondheid

Veganistisch opgroeien: gezond of levensgevaarlijk?

Vanuit milieu- en dierenwelzijnsoverwegingen eet ik hoofdzakelijk plantaardig. Mijn zoon veganistisch opvoeden durf ik nog niet aan. Want kan dat wel veilig? Op zoek naar de huidige kennis omtrent veganistisch opvoeden.

Merel Deelder

Journalist - Gespecialiseerd in het ethisch perspectief van milieu, voeding en veeteelt.

Tijdens mijn zwangerschap kreeg ik geregeld de vraag of ik mijn kind ook veganistisch ging opvoeden. ‘Zo ver is het nog lang niet’, was altijd mijn antwoord. Eerst zou mijn zoon borstvoeding krijgen. Tegen de tijd dat dit klaar was, zouden we wel verder zien. Vegan of niet was nog lang niet aan de orde.

Inmiddels is mijn zoon al bijna drie en heb ik de knoop nog steeds niet doorgehakt. Thuis eet hij plantaardig en bij anderen – de opvang, grootouders, vriendjes – eet hij wat hij krijgt voorgeschoteld, ook dierlijke producten. Dat komt erop neer dat hij ongeveer één ei en twee plakken kaas per week en één stukje vlees om de twee weken binnenkrijgt. En eerlijk gezegd vind ik dat wel prettig. Zo hoef ik niet bang te zijn dat hij belangrijke voedingsstoffen mist. Toch?

“Die negatieve cases die zo sterk worden uitgelicht in de media zijn volledig uit de context getrokken. Een veganistisch voedingspatroon kan zowel gezond als ongezond zijn, net als een omnivoor dieet"

Grootbrengen op planten en zaden?

Een jaar geleden was er veel ophef in de media rondom plantaardig opvoeden. Artsen waarschuwden voor gevaren van veganisme bij kinderen. De aanleiding was een rechtszaak waarin een stel verantwoordelijk werd gehouden voor de dood van hun uitgehongerde zeven maanden oude baby die uitsluitend plantaardige melk te drinken had gekregen. Ondervoeding door veganisme zou vaker voorkomen, zo meldden bezorgde artsen. Een veganistisch voedingspatroon zou voor kinderen ronduit gevaarlijk zijn.  

Tegelijkertijd verschenen er sussende geluiden, bijvoorbeeld vanuit de vzw Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA): indien goed gepland zou een veganistisch voedingspatroon prima geschikt zijn voor kinderen. Ook volgens de Amerikaanse Academy of Nutrition and Dietetics kan een veganistische voeding in alle levensfasen gezond zijn, ook tijdens zwangerschap en kindertijd.   

Waar doe je als ouder nu goed aan? Dat een plantaardig dieet voor volwassenen gezond kan zijn is duidelijk, maar geldt dat ook echt voor onze kroost? Is het mogelijk kinderen gezond groot te brengen op louter planten, of zijn dierlijke producten toch echt onontbeerlijk voor een goede ontwikkeling? Ik ging op onderzoek. Eerste halte: prof. dr. Christophe Matthys, hoofddocent aan de faculteit Geneeskunde bij de KU Leuven en wetenschappelijk coördinator van het Competentie Centrum Klinische Voeding van UZ Leuven.

Is een plantaardig voedingspatroon gevaarlijk voor kinderen, professor?

“Ik vind gevaarlijk een zwaar woord. En het is ook kort door de bocht. Je zal er niet plots van doodvallen. Je kunt evengoed zeggen dat het veel geconsumeerde westerse voedingspatroon gevaarlijk is. Alles staat of valt met de manier waarop een veganistisch voedingspatroon wordt ingevoerd. Je moet aandacht hebben voor de verschillende nutriënten, maar dat geldt natuurlijk voor elk voedingspatroon”. 

“Een vegan eetpatroon geeft wel gemakkelijker een risico voor tekorten”, vervolgt hij. “En die gevolgen zijn acuter, zichtbaarder op korte termijn. Maar tegelijkertijd moeten we durven te stellen dat de obesitasproblematiek vele malen groter is en die is gerelateerd aan het veel geconsumeerde westerse voedingspatroon. In termen van ‘gevaarlijk’ zou ik dus niet spreken.” 

Evelyne Mertens is diëtiste met als specialisatie vegetarisme en veganisme en Master in het management en beleid van de gezondheidszorg. Zij werkt als vrijwillig diëtiste voor EVA en Be Vegan:
“Een veganistisch voedingspatroon kan zowel gezond als ongezond zijn, net als een omnivoor dieet. Die negatieve cases die zo sterk worden uitgelicht in de media zijn volledig uit de context getrokken. Het gaat vaak over ouders die hun kind een compleet eenzijdig voedingspatroon aanbieden, enkel bananen en amandelen bijvoorbeeld. Dat is toevallig wel plantaardig, maar dat kun je geen volwaardig veganistisch voedingspatroon noemen. Je leest ook niet: ‘Kind overleden door omnivoor voedingspatroon’, als het enkel bitterballen at.”

Volgens zowel Matthys als Mertens is het perfect mogelijk om een kind gezond groot te brengen op een puur plantaardig voedingspatroon, mits goed gepland en correct gesupplementeerd.

Gezond plantaardig grootgroeien, wat is daarvoor nodig?

Een goede start: Moedermelk of sojaformule
“Tijdens de zuigelingenfase geniet borstvoeding nog altijd de voorkeur”, stelt Matthys. “Maar, stel je kampt als moeder op een bepaald moment met medische aandoeningen, dan moet je wel overstappen op poedermelk. Naast zuigelingenformule op basis van koemelk, bestaat dat ook op basis van soja. Alle zuigelingenpoeders moeten aan wettelijke normen voldoen en de verschillen tussen poeders op basis van koemelk en soja zijn minimaal. Voor ouders die hun kind plantaardig willen grootbrengen is dit dus een prima alternatief voor wanneer de borst niet mogelijk is.”  

Vanaf één tot vier jaar doen veganistische kinderen er goed aan plantaardige opvolg- of groeimelk te drinken, zo stelt diëtist Tessa Bosmans. Zij werkt in het UZ Leuven op de afdeling pediatrie, waar zij vrij regelmatig ouders begeleidt die hun kinderen vegetarisch of veganistisch opvoeden. 

“Voor een overstap op gewone sojamelk of andere plantaardige melk is een kind tussen de één en vier jaar nog te jong. Kinderen hebben in deze fase veel meer vetten, ijzer en vitamine D nodig dan volwassenen. Aan opvolgmelk en groeimelk zijn alle belangrijke voedingsstoffen toegevoegd die een kind tijdens die levensfase nodig heeft.”
 
Met opvolg- of groeimelk is de kans daarmee kleiner dat supplementen bijgegeven moeten worden. Middels bloedtesten - waarover straks meer - kan worden nagegaan of suppletie nodig is. Wanneer men stopt met opvolg- of groeimelk, dan wordt het gebruik van supplementen noodzakelijk.  

Aan de pillen: vitamine B12
Vitamine B12 komt van nature vrijwel uitsluitend in dierlijke producten voor. Het wordt toegevoegd aan veel plantaardige alternatieven, zoals sojamelk en vleesvervangers. Veganisten doen er goed aan om naast B12-verrijkte producten ook B12 supplementen in te nemen. Mertens: “Vitamine B12 wordt het best opgenomen als je het in kleine hoeveelheden aanbiedt. Drie keer per dag een verrijkt product nuttigen en op een ander moment een supplement werkt beter dan in één keer een grote hoeveelheid.”

Voor een teveel aan B12 hoeven we volgens Mertens niet te vrezen: “Er is nog nooit een negatieve case geweest van een teveel aan vitamine B12. Het lichaam slaat het teveel op en gebruikt dat later in tijden van schaarste.”  

Vitamine D
Naast vitamine B12 is het belangrijk te letten op voldoende inname van vitamine D, wat we naast de zon, vooral uit dierlijke producten halen. Aangezien Kind en Gezin tot en met een leeftijd van zes jaar sowieso een dagelijkse suppletie van vitamine D aanbeveelt, hoeft dat voor deze groep geen probleem te vormen.

Daarna is het verstandig voor veganistische kinderen om suppletie voort te zetten, of met vitamine D verrijkte producten te nuttigen, zoals plantaardige halvarine of -melk. Hierbij moet wel gelet worden op de dosering; In tegenstelling tot bij vitamine B12 is overdosering bij vitamine D wel mogelijk.   

IJzer, zink & calcium
Ook voor ijzer, zink en calcium kunnen met een plantaardig voedingspatroon tekorten ontstaan. Volgens Nele de Mulder, diëtiste aan het UZ Brussel, zijn hiervoor bij een goed uitgebalanceerd plantaardig dieet evenwel geen supplementen nodig. “Het gaat om het maken van goede combinaties. Vitamine C verhoogt bijvoorbeeld de opname van ijzer. Je doet er daarom goed aan om bladgroen, goed voor ijzer en calcium, te combineren met bijvoorbeeld fruit.”

Eiwitten
Als eiwitbron zijn dierlijke producten qua samenstelling voor ons perfect. Maar er zijn plantaardige eiwitbronnen zoals soja en zeewier, die hier maar net voor onder doen. In ontwikkelde landen, waar een grote variëteit aan plantaardige eiwitbronnen voorhanden is, leiden mensen over het algemeen geen tekorten aan eiwitten, ook veganisten niet.

Volgens De Mulder is het ook voor eiwitten vooral zaak om goed te combineren: “Elke dag wil je van verschillende eiwitbronnen eten, dus én peulvruchten, én soja én granen. Eet je uitsluitend peulvruchten of granen, dan ga je essentiële aminozuren tekortkomen. Maar, aangezien eiwitten in veel bronnen zitten, is dat prima te voorkomen met een gevarieerd dieet.”   

Matthys geeft aan dat een plantaardig dieet wel tot problemen kan leiden, wanneer het wordt gecombineerd met zogenaamd clean label diëten: “Een groeiende groep mensen is hiermee bezig; het mijden van voedingsmiddelen waar (teveel) additieven aan zijn toegevoegd. Sojamelk bevat van nature weinig calcium en vitamine B12. Wordt het hiermee verrijkt, dan zijn dit additieven en dat wil zo iemand dus mijden. Op zich nog niet eens een probleem, maar als je die aanpak combineert met ongebalanceerd veganisme, ontstaan er gegarandeerd tekorten.”

Doe regelmatig een bloedtest
Om er zeker van te zijn dat een veganistisch opgroeiend kind alle voedingsstoffen voldoende, maar ook weer niet te veel binnenkrijgt, is het verstandig om regelmatig bloedtesten af te nemen.
Bosmans: “Liefst controleren we dit bij de start met een plantaardig dieet en daarna iedere zoveel maanden. Hoe jonger een kind, des te belangrijker het testen van het bloed is, aangezien er dan sneller tekorten kunnen ontstaan. Als de waarden ok zijn en stabiel blijven, dan zijn de testen niet meer nodig.”

“We zien regelmatig dat kinderen en volwassenen, vegan of niet, een ijzertekort hebben. Dat zonder monitoring supplementeren kan gevaarlijk zijn, aangezien een teveel aan ijzer ook weer schadelijke gevolgen heeft. Dat maakt het regelmatig testen van bloedwaarden zo ontzettend nuttig; op basis hiervan kun je adequaat je voedingspatroon aanpassen.”  

Daarnaast verschilt de opname van voedingsstoffen van persoon tot persoon. “Hier speelt de individuele ‘nutritionele status’ een rol”, vertelt Matthys. “Iemand die weinig vlees eet, kan een lagere nutritionele status voor bijvoorbeeld vitamine B12 hebben en zal daardoor over het algemeen meer B12 opnemen wanneer dit toch geconsumeerd wordt dan iemand die regelmatig vlees eet. Iedereen maakt deze fysiologische aanpassing aan de voedingsstoffen die binnenkomen. Een mooi mechanisme, maar het biedt geen garantie tegen tekorten. Het laat eerder de noodzaak zien om per individu middels bloedtesten bij te houden wat in welke hoeveelheden gesupplementeerd moet worden.”  

“Kinderen op een plantaardig dieet laten opgroeien is geen eenvoudige oefening. Het vergt veel kennis, die mogelijk niet bij alle ouders die hun kinderen veganistisch opvoeden in voldoende mate aanwezig is”

In theorie blijkt vegan opvoeden mogelijk; hoe gaat het in de praktijk?

Tot zover de theorie. In het kort: wanneer je je kind minstens één jaar de borst (of de eerder uitgelegde sojaformule) geeft, tot vier jaar plantaardige opvolg- of groeimelk laat drinken, supplementeert met vitamine B12 en D, regelmatig het bloed laat controleren en een gevarieerd plantaardig dieet aanbiedt, dan kan een kind prima gezond opgroeien op een puur plantaardig dieet. De theorie is helder. Maar hoe gaat veganistisch opvoeden eraan toe in de praktijk?    

De praktijk blijkt weerbarstig
Het mag theoretisch dan wel mogelijk zijn om een kind gezond groot te brengen op een plantaardig dieet, in de praktijk verloopt dat niet altijd vlekkeloos. Bosmans: “We kijken als we kinderen opvolgen altijd naar gewicht en lengte. Bij kinderen die enkel plantaardig eten, zien we dat de groei niet altijd meekomt; zij zijn vaak smaller en kleiner. Die groeiachterstand is niet direct problematisch, maar het geeft wel weer dat er onderliggende problemen spelen die tot mogelijke complicaties kunnen leiden.”  

Bosmans is daarom eerder voorstander van een lacto-ovo vegetarische voedingsstijl. “Wanneer kinderen wel eieren en zuivel binnenkrijgen merk ik over het algemeen dat de bloedwaarden en groei in orde zijn. Zowel supplementen als bloedcontroles zijn dan overbodig.”  

De observaties van Bosmans staan niet op zichzelf: uit beschrijvende studies blijkt dat veganistische kinderen smaller en kleiner zijn dan hun vegetarische en omnivore leeftijdsgenoten. Tussen de twee laatste groepen wordt geen verschil in groei geobserveerd. Let wel: deze studies tonen geen causaal verband, ze geven enkel een beschrijving.
Matthys: “Wat dit vooral duidelijk maakt is het verschil tussen wat theoretisch mogelijk is en wat in de praktijk haalbaar is. Om kinderen op een plantaardig dieet op te laten groeien zijn er best wat zaken die je moet aanpassen; het is geen eenvoudige oefening. Het vergt veel kennis, die mogelijk niet bij alle ouders die hun kinderen veganistisch opvoeden in voldoende mate aanwezig is.”     

Voor kinderen is het bovendien complexer dan voor volwassenen om een veganistisch dieet te volgen, benadrukt Matthys: “Volwassenen kunnen prima hun calcium uit donkere bladgroenten halen. Daar moet je dan wel flink wat van eten. Aangezien kinderen een kleinere maag hebben, hebben zij sneller een verzadigingsgevoel. Voor hen is het daarom veel moeilijker voldoende grote porties te eten.” 

“Bovendien zijn kinderen goede onderhandelaars: Je geeft als ouders doelbewust gezond voedsel mee, maar als een vriendje een koekje heeft, dan vinden veel kinderen dat interessanter en gaat er onderhandeld worden. Je hebt als ouder dus weinig controle over wat daadwerkelijk geconsumeerd wordt en of alle voedingsstoffen daarmee in voldoende mate binnenkomen.” 

Conclusie

Als volwassene hoeft plantaardig eten zeker geen raketwetenschap te zijn, maar voor onze kroost blijkt het net wat ingewikkelder in de praktijk te brengen.

Terwijl het prima mogelijk is om een kind puur op een plantaardig dieet gezond groot te brengen, toont de praktijk dat veganistische kinderen over het algemeen kleiner zijn dan hun omnivore en vegetarische leeftijdsgenoten. Om dat te voorkomen dien je als ouder het plantaardig dieet van je kind dus vakkundig te plannen.

Voor mijn eigen zoon ben ik van plan die paar dierlijke producten niet van zijn dieet te schrappen. Een flexanistische opvoeding lijkt mij een mooie tussenweg. Daarbovenop ga ik zijn bloedwaarden testen om er zeker van te zijn dat hij – met de beperkte hoeveelheid dierlijke producten die hij eet – alle voedingsstoffen voldoende binnenkrijgt.  


Ben je op zoek naar de Eos Special over voeding? Die vind je hier: https://www.tijdschriftenwinke...

Bronvermelding