Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Kan de visserij eigenlijk wel duurzaam zijn?

In het debat over de duurzaamheid van de visserij wordt vaak met alarmerende statistieken gezwaaid. Soms wordt daarbij een doembeeld opgehangen van een sector die niet in staat is een antwoord te bieden op milieu- en sociale kwesties. De afgelopen decennia was die bezorgdheid zeker terecht. Hebben we intussen iets uit het verleden geleerd? En heeft de visserij een toekomst?

FoodUnfolded

Een globaal digitaal platform dat mensen opnieuw verbindt met de oorsprong van hun voedsel en wil inspireren tot een positieve verandering van het voedselsysteem.

Professor Ray Hilborn (University of Washington) heeft meer dan vijftig jaar ervaring als wetenschapper op het domein van visserij en het beheer van natuurlijke hulpbronnen. Hij helpt klaarheid te scheppen in de overvloed aan statistieken en buigt zich over de vraag of alle pogingen tot een beter beheer van visbestanden ook echt een positieve impact hebben.


Is een duurzame en commercieel leefbare visserij wel mogelijk?

De meeste kenners zijn het er over eens dat de visserij duurzaam kan zijn, als die goed wordt beheerd. Dat geldt net zo goed voor Aboriginals of visvangst om in een levensonderhoud te voorzien, als voor beroepsvisserij of recreatief vissen - voor de vraag of visserij duurzaam kan zijn, zijn die verschillen niet eens zo belangrijk. Natuurlijk is er bezorgdheid over het effect dat de opwarming van de aarde zal hebben. Sommige visbestanden zullen daardoor of door een andere vorm van klimaatverandering verdwijnen. Maar zolang de klimaatverandering niet leidt tot een complete transformatie van de oceaan, is er geen enkele reden waarom de meeste visbestanden niet voor eeuwig zouden kunnen bestaan.

In de media wordt tegenwoordig wel vaker gesteld dat plasticvervuiling een grotere bedreiging voor de visserij zou vormen dan al de rest. Klopt dat?

Er is zeker wat reden tot ongerustheid, onder meer rond de vraag of microplastics die in de voedselketen terechtkomen ook gevaarlijk voor onze gezondheid kunnen zijn. Maar volgens mij is plastic ook een van de meest opgeklopte kwesties, wellicht omdat dit er visueel vreselijk uitziet. Maar heeft die vervuiling ook een impact op de werking van de oceaan? Ik denk niet dat er enig bewijs is dat plastic een invloed heeft op de belangrijkste functies van de oceaan, zoals zuurstofproductie, koolstofopslag of voedselproductie. Begrijp me goed, ik wil niet zeggen dat we dit probleem moeten negeren, maar op mijn prioriteitenlijst voor de bescherming van de oceaan zou dit maar heel laag staan.

De documentaire 'Seaspiracy' noemt plasticvervuiling in één adem met gestrande walvissen. Die strandingen zijn echter te wijten aan sonar of andere vormen van lawaai onder water.

Wat moet er dan bovenaan op die prioriteitenlijst staan om de oceaan te beschermen? En waar zou u overbevissing plaatsen?

Over dit thema zijn al heel veel enquêtes gehouden, zowel bij oceanologen als bij het grote publiek, met vragen als 'Wat vormt volgens u de grootste bedreiging voor de wereldzeeën zoals we ze nu kennen?' Wetenschappers geven als eerste antwoord altijd de klimaatverandering, het grote publiek noemt plasticvervuiling. Op de ruwe lijst van thema's waarover we ons zouden moeten buigen - met onder meer ook klimaatverandering, verzuring van de oceanen, exotische soorten en vervuiling - komt overbevissing waarschijnlijk op plaats vijf of zes. Je moet daarbij beseffen dat visserij, overbevissing en zelfs illegale visvangst geen impact hebben op het gros van de mariene ecosystemen.

Als je naar de impact van de visserij op mariene ecosystemen kijkt, is het belangrijk te weten dat de basis van de voedselpiramide uit fytoplankton bestaat. Wij hebben echter nog nooit op fytoplankton gevist. Het volgende niveau in de voedselpiramide is zoöplankton, dat maar minimaal bevist wordt. De basis van de volledige voedselpiramide, die zo'n 90% beslaat van wat er in de oceaan leeft, wordt dus nauwelijks door de visserij beïnvloed.

Dat wil ik tegenover de landbouw plaatsen: wat wij in de landbouw verbruiken vormt wél de basis van de voedselpiramide, want daarmee schakelen we de primaire producenten - bomen, grassen, struiken, zelfs de bodem - uit. Als je dus kijkt naar de impact van visserij op het totale ecosysteem, valt die eerder klein uit in vergelijking met de impact van landbouw op het ecosysteem. Zelfs slecht beheerde visserij heeft minder impact op het ecosysteem dan zowat elke andere vorm van agricultuur.

Volgens een vaak geciteerde schatting zou de visserij tegen 2048 in elkaar storten. Is dat een realistische weerspiegeling van de huidige gang van zaken? Of is het genuanceerder?

Nee, het is niet genuanceerder, het is gewoon niet correct. Er is geen sprake van dat het grootste deel van de wereld tegen 2048 geen vis meer zou hebben. Toen die paper in 2006 verscheen, zijn verschillende auteurs ervan met andere mensen, waaronder ikzelf, als wetenschappers gaan samenzitten om te bekijken 'wat weten we nu echt?' Drie jaar na de paper, in 2009, hebben we een andere paper gepubliceerd, met dezelfde eerste auteur (Boris Worm), die nu aantoonde dat de visbestanden waarover we gegevens hadden niét afnamen.

Natuurlijk is het zo dat de plaatsen waarvan we gegevens hebben meestal ook de beter beheerde visserijen zijn. Dat mogen we niet over het hoofd zien. In de andere helft van de wereld, waarvan we geen goede data hebben, is de overvloed aan vis waarschijnlijk aan het verminderen. Eigenlijk kunnen we dus geen precieze uitspraken doen over de globale staat van de visserij. Toch niet met dezelfde nauwkeurigheid als over dat deel van de wereld waarover we wél vrij goede gegevens hebben.

In 2020 hebben wij een paper gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences, over ongeveer de helft van de totale visproductie ter wereld; dat is tot op vandaag meteen ook de meest uitgebreide raming over beheerde visbestanden. Onze resultaten lieten zien dat, met de beschikbare data over deze visserij, de hoeveelheid vis juist toeneemt en niet afneemt.

Dat is het probleem met dit soort verhalen: ze willen globale uitspraken doen. Maar het verhaal is heel verschillend op andere plaatsen in de wereld. In Europa, Noord-Amerika, een groot deel van Zuid-Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland en Zuid-Afrika doet de grote, belangrijke visserij het over het algemeen vrij goed, de visbestanden nemen er zelfs toe.

Boris Worm, de hoofdauteur van de originele paper uit 2006, heeft intussen aangeboden om op 31 december 2047 een visbanket te houden. Ik hoop echt dat ik daar nog naar toe kan, want dat die dag vier ik mijn 100ste verjaardag.

Waarom zijn er zo weinig gegevens over de visserij in de andere helft van de wereld?

Veel tropische landen hebben geen onderzoeksagentschappen zoals in Europa. Wellicht hebben zij ook geen onderzoeksinstituten met verschillende researchschepen, en misschien zijn daar ook geen honderden mariene wetenschappers. Om al die redenen weten we dus veel minder over hun visserij dan over die in rijkere landen.

Hoeveel visbestanden, waarvan er data beschikbaar zijn, worden overbevist? En wie is er verantwoordelijk voor de schatting van die cijfers?

Het bekendste orgaan met de meeste autoriteit voor dit soort schattingen is het FAO (de voedsel- en landbouworganisatie van de VN). Momenteel schatten ze dat ruwweg 32% van de visbestanden overbevist worden, ik vermoed dat dit in grote lijnen juist is.

Het is belangrijk om hierbij op te merken dat overbevissing nog geen ineenstorting betekent. Overbevissing betekent dat een visbestand niet op zijn maximum potentieel produceert. Het punt van de FAO is dat 'volledige exploitatie' exact het doel is van de meeste nationale visserijagentschappen. Zij streven actief het doel 'volledige exploitatie' van de hulpbronnen na, wat betekent dat visbestanden in een grootteorde gebruikt worden die op lange termijn voor een maximale opbrengst kan zorgen.

Een deel van de totale vangst zal onvermijdelijk bestaan uit niet-beoogde soorten, bijvangst dus. Sommige oudere schattingen leggen dat percentage bij ongeveer 40%. Geldt dit cijfer vandaag nog steeds?

Zo'n dertig jaar geleden zal de bijvangst misschien inderdaad rond de 40% hebben gelegen. Nu denk ik dat de beste schattingen eerder bij 10% liggen. Dat heeft verschillende redenen. Eén ervan is dat de huidige visserij veel meer gebruikt van alles wat gevangen wordt, vooral als voeder voor aquacultuur en agricultuur. Een andere reden is dat er veel technologische veranderingen zijn doorgevoerd die bijvangst beperken.

Bijvangst is zeker nog een probleem, maar dat kun je ook in de juiste context plaatsen: in de voedselketen op het land wordt er zo'n 30% verspild - van ratten die in voorraden schransen tot voedsel dat we wegwerpen omdat de vervaldatum overschreden is. Het zou natuurlijk goed zijn om helemaal van die 10% verloren vangst op productieniveau af te raken, maar op zich vormt dit geen bedreiging voor de duurzaamheid van de oceaan om vis voort te brengen.

Wat gebeurt er doorgaans met die bijvangst, vooral dan in armere landen met minder strikte regels?

Op de plaatsen met de minste data, zoals Zuidoost-Azië, gebruiken ze nu zo goed als alles. Vis van goede kwaliteit gaat meestal naar versmarkten, een niveau lager wordt alles bijvoorbeeld verwerkt tot surimi of vispasta, wat voor een hele rij andere producten wordt gebruikt, en de restjes van de laagste kwaliteit - vaak niet meer dan een brij op de bodem van het laadruim - dienen als voedsel voor aquacultuur. Deze landen hebben het probleem van de bijvangst geëlimineerd in de zin dat er niets meer gevangen én overboord gegooid wordt.

Een Californische bruinvis als bijvangst. Bron: NOAA Fisheries.

Zouden wij in de rijkere landen meer aandacht kunnen hebben voor het opwaarderen van bijvangst?

Jawel. Ik heb al in restaurants getafeld bij chefs die gespecialiseerd zijn en enkel bijvangst inkopen, zij doen fantastische dingen. Er is een enorme hoeveelheid vis op de wereld die onvoldoende wordt gebruikt. Hier, aan de westkust van de Verenigde Staten, vangen we maar 25% van de toegelaten vangst voor alle bodemvissen. Voor een deel ligt dat aan de te lage interesse hiervoor op de markt. Deze vissen worden niet weggegooid, maar staan wel voor potentieel verloren voedsel.

Een van mijn doctoraatstudenten heeft onderzocht of er een manier is om die (minder populaire) vissen te gebruiken in voedselbanken, voor mensen dus die niet voldoende toegang tot goede voeding hebben. Ik denk inderdaad dat daar zeker een plaats voor is.


Wiens taak is het om individuele visbestanden te beheren? Heeft de visserijsector hier een rol te spelen?

Visbestanden zijn meestal gemeenschappelijke bronnen, in sommige gevallen zijn ze internationaal 'bezit'. We moeten dus op de overheden rekenen om die zaken te beheren. Maar als regeringen niet genoeg doen, is het aan de visindustrie om dit aan te pakken, want niemand heeft meer belang bij de duurzaamheid van de visserij dan de vissector zelf. Voor vissers is dit hun inkomstenbron. Op veel plaatsen in de wereld verhoogt de visindustrie de inspanningen van de regeringen nog door zelf onderzoek te doen, nieuwe technologieën te ontwikkelen enz... Ecocertificering draait grotendeels rond dit soort kwesties, zeker op plaatsen zoals Zuidoost-Azië, waar regeringen nog niet veel voor het beheer van visbestanden hebben gedaan. In sommige gevallen stelt de visindustrie zelf zogenaamde 'verbeteringsplannen voor de visserij' op om hun eigen duurzaamheid te verbeteren, vooral om toegang te krijgen tot de Europese en Amerikaanse markt.

De visserij krijgt vaak overheidssteun om de visvangst winstgevend genoeg te maken en de prijs voor consumenten vrij laag te houden. Hebben die subsidies ook een invloed op overbevissing?

Ruwweg verdelen wij subsidies in twee groepen: goede en slechte overheidssteun. In bijna alle landen betaalt de overheid voor wetenschappelijk onderzoek rond de oceaan en het beheer ervan. Dat zijn 'goede subsidies', omdat ze het beheer van de visbestanden ondersteunen. 'Slechte subsidies' zijn toelages voor brandstof of de constructie van schepen, omdat die in sommige gevallen bijdragen tot een hogere druk op visbestanden dan er zonder deze subsidies zou zijn.

Dat concept is niet van toepassing op de Europese en Amerikaanse visserij, die beheerd wordt door middel van visquota; de totale toegelaten vangst wordt gecontroleerd door regels en niet door de economie. Maar de Chinese brandstofsubsidies voor de tonijnvloot in internationale wateren leiden bijvoorbeeld zonder enige twijfel tot een hogere druk op die visbestanden dan er zonder deze overheidssteun zou zijn. Er is een vrij grote consensus dat we van die brandstof- en constructiesubsidies moeten afraken, behalve in bijzondere gevallen voor speciale gemeenschappen.

Logistiek is het moeilijk om iedereen die bij de toeleveringsketen is betrokken op zee te monitoren. Kunnen we dan wel vertrouwen op de claims van duurzaamheidslabels als MSC?

Er zijn altijd hiaten in het systeem. Maar ik garandeer je dat de visserijen die door de Marine Stewardship Council gecertificeerd worden bij de best beheerde ter wereld horen. De milieu-impact van deze vis ligt bijna zeker lager dan alternatief voedsel dat op het land wordt geproduceerd.

Biedt aquacultuur een mogelijke oplossing om de milieu-impact van wildvangst te verminderen?

Aquacultuur zal waarschijnlijk nog wel een tijd een van de snelst groeiende voedingssectoren in de wereld blijven, maar we kunnen niet in algemene termen over aquacultuur praten. Een heel groot deel van de aquacultuur gebeurt namelijk in zoet water, daarnaast is er ook een groot aandeel schaal- en schelpdieren. Die laatste horen bij het meest duurzame voedsel ter wereld - je hoeft ze niet te voederen en hun CO2-afdruk per oppervlakte ligt onklopbaar laag. Wanneer je andere vormen van aquacultuur bekijkt, moet je rekening houden met de kost van het voeder. Daarin zit de echte milieukost van deze visproductie, en precies dat is het punt waar de kritiek op zalmkwekerijen de bal misslaat. Critici halen parasieten ('zeeluizen') en dode zones in het sediment onder de zalmkwekerijen aan. Maar de totale oppervlakte van de Noorse zalmindustrie ligt in de grootteorde van de luchthaven van Oslo. De echte milieu-impact van de Noorse zalmkweek ligt bij de gewassen die geteeld worden om al die vissen te voederen. En dat is niet verwaarloosbaar. Maar zelfs dan nog zet zalm z'n voedsel efficiënter in vlees om dan kippen, varkens of koeien. Als je dierlijk wilt eten, zou ik zeggen dat kweekzalm een milieuvriendelijker keuze is dan rundsvlees, kip of varkensvlees.

Is kleinschalige commerciële visvangst duurzamer dan grote industriële visserij?

Het is een typische misvatting om te denken dat kleinschalige visserij op een of andere manier altijd duurzamer is dan visvangst op industriële schaal. Je mag niet vergeten dat onafhankelijke waarnemers van de overheid doorgaans op alle grote schepen aanwezig zijn, zeker in de Verenigde Staten. Bij kleine schepen ligt dat veel moeilijker. We weten dus eigenlijk veel meer over de visvangst op grote schepen dan op kleine vissersboten. Dat maakt het een niet per se beter of slechter dan het ander, denk ik, beide kunnen goed beheerd worden.

Dankzij extra technologie van camerasystemen en satelliettracking aan boord zouden we ook kunnen weten hoe het er op kleinere vissersboten aan toe gaat. Ik weet dat veel vissers dat niet graag horen, maar het zou wetenschappers in staat stellen om op elk moment te volgen waar zij zich bevinden en wat ze vissen.

Waarom zouden vissers die nieuwe trackingsystemen niet willen gebruiken?

Ik denk dat de eerste reden de prijs is. Het kost geld om zulke systemen te integreren en dat is een serieuze afweging voor kleinere, onafhankelijke vissers. Ook de gedachte dat je zelf voortdurend in beeld bent, kan meespelen. Maar deze veranderingen zijn nodig. Als je overheidsgeld gebruikt, is dat een van de kosten die je moet maken om zaken te doen.

Bent u hoopvol voor de toekomst van de visserij?

Toch wel. De voorbije dertig jaar hebben we de druk op visbestanden verlaagd en op veel plaatsen zijn er ook bestanden hersteld. Dit goede beheer moeten we nu naar alle visserijen op de wereld uitbreiden. De visserij is cruciaal voor de voedselzekerheid, tewerkstelling en cultuur in grote delen van de wereld. Dat moeten we beschermen en in stand houden.

Op welke drie manieren kunnen we zelf bijdragen aan duurzamere visserij?

Als ik het in drie tips moet samenvatten, zou ik dit meegeven:

1. Een goede manier om je impact te beperken is ofwel plaatselijke vis en zeevruchten eten, waarvan je weet waar die vandaan komen, of MSC-gecertificeerde vis kiezen.

2. Algemeen advies: eet minder en verspil minder. In welvarende landen eten mensen meer dan ze zouden moeten voor hun eigen gezondheid en voor die van de planeet.

3. Eet zo laag mogelijk in de voedselketen. Schaaldieren zijn bijvoorbeeld te verkiezen boven roofvissen als tonijn.


Dit artikel verscheen eerder in het Engels op de webiste van onze partner FoodUnfolded: https://www.foodunfolded.com/a.... De auteur is Oliver Frederiksson.

Bronvermelding