Diabetes is volksziekte nummer 1 en jarenlang namen we aan dat suiker de grote boosdoener is. Nu is er wetenschappelijke evidentie dat ook de consumptie van dierlijke producten een belangrijke rol speelt. Toch is het nog maar zeer de vraag of we de diabetesepidemie een halt toe kunnen roepen door louter planten te eten.
Eet plantaardig en word gezond.
Ziedaar de even eenvoudige als duidelijke boodschap van What the Health, de nieuwste docu van filmmaker Kip Anderson. Eerder zette hij in zijn spraakmakende documentaire Cowspiracy de noodzaak van een plantaardig dieet voor een gezonde planeet uiteen. Ditmaal probeert hij de kijker te verleiden tot veganisme met een schrikwekkend verhaal over de impact van vlees, zuivel en eieren op onze eigen gezondheid.
De algemene teneur laat zich als volgt samenvatten: dierlijke producten jagen ons een vroegtijdige dood in.
Diabetes, onze nummer één volksziekte, heeft een prominente rol in de docu. De aandoening zou het gevolg zijn van vlees- en zuivelconsumptie en voorkomen én teruggedraaid kunnen worden met een veganistisch dieet. Diverse wetenschappelijke artikelen worden aangehaald om deze stelling kracht bij te zetten.
Het idee druist in tegen ons hedendaagse beeld van dieet en diabetes: veelal wordt suiker nog altijd als boosdoener gezien.
In hoeverre kloppen de diabetesclaims uit What the Health? Moeten wij inderdaad louter plantaardig eten om diabetes te voorkomen, of zit het venijn toch in de suiker?
Ik ontrafel 4 claims met betrekking tot diabetes en veganisme en ga op zoek naar de huidige kennis omtrent het ontstaan en behandelen van diabetes.
"In België is naar schatting 8 procent, oftewel één op de twaalf volwassenen, diabetespatiënt"
Kennis van diabetes is een absolute must in tijden waarin we ons middenin een heuse diabetesepidemie bevinden. Sinds 1980 is de hoeveelheid mensen met diabetes wereldwijd verviervoudigd. Naar schatting lijdt 8,8 procent van de totale wereldbevolking aan diabetes.
België ligt net onder dit wereldwijde gemiddelde; hier is naar schatting 8 procent, oftewel één op de twaalf volwassenen, diabetespatiënt. Van deze groep is naar schatting een derde er niet van op de hoogte de aandoening te hebben. Volgens voorspellingen zal de hoeveelheid Vlaamse diabetespatiënten tegen 2030 zijn opgelopen tot één op de tienvolwassenen.
Naast de dagelijkse ongemakken die patiënten ervaren door de nodige aanpassingen in hun dieet en het gebruik van medicatie, kan de aandoening leiden tot blindheid, nierfalen, voetamputaties en een vroegtijdige dood.
Hoe voorkomen we dat deze epidemie nog verder uitdijt? Om daar een antwoord op te vinden is het zinvol om eerst meer te weten over wat diabetes is en welke verschillende vormen er bestaan.
‘Diabetes mellitus’, zo luidt de officiële benaming, betekent letterlijk 'honingzoete doorstroming'. De aandoening dankt deze naam aan de zoete smaak van de urine van diabetespatiënten. Voordat chemische analyse van urine mogelijk werd, waren artsen volledig aangewezen op de eigen zintuigen. Het proeven van de urine was een gangbare manier om te onderzoeken of er sprake was van diabetes.
In de volksmond staat diabetes beter bekend als suikerziekte, of kortweg ‘suiker’. Het is een stofwisselingsziekte waarbij het lichaam onvoldoende energie uit suikers kan halen, wat resulteert in (herhaaldelijk) verhoogde bloedglucosewaarden.
Dat hebben alle diabetespatiënten alvast gemeen. Er bestaan evenwel tal van verschillende vormen van diabetes.
“Diabetespatiënten zijn het beu dat ze zo vaak over één kam worden geschoren. Diabetes is een verzamelnaam voor veel verschillende aandoeningen, elk met hun eigen oorzaak. Vaak denkt men dat alle diabetespatiënten de aandoening aan een ongezonde leefstijl te danken hebben. Dat is niet altijd waar. Zo zijn er mensen die een vorm van diabetes ontwikkelen tijdens de zwangerschap, of doordat zij verschillende keren een ontsteking hebben gehad aan de alvleesklier.”
Aan het woord is Chantal Mathieu, hoogleraar aan de faculteit geneeskunde van de KU Leuven. Mathieu doet al 25 jaar onderzoek naar de preventie en behandeling van diabetes.
“Verreweg de vaakst voorkomende vormen zijn type 1 en type 2 diabetes. Het overgrote deel van de diabetespatiënten, 90 tot 95 procent, lijdt aan type 2, ongeveer 5 procent aan type 1.
Type 1 diabetes ontstaat doordat het immuunsysteem de insuline producerende cellen - zogenaamde bètacellen - vernietigt. Hierdoor kan er geen insuline meer aangemaakt worden. Bij type 2 diabetes wordt nog wel insuline aangemaakt, maar in onvoldoende hoeveelheden en is de werking van de aanwezige insuline verminderd.
Insuline is van levensbelang. Het is een hormoon dat de bloedsuikerspiegel na de maaltijd doet verlagen. Zonder insuline krijgt het lichaam geen signaal om suiker uit het bloed te halen. De suikerspiegel loopt op met coma en uiteindelijk de dood tot gevolg; een proces dat zich binnen een dag zou kunnen voltrekken.
Om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden moet een type 1 diabetespatiënt levenslang insuline inspuiten. Van type 2 patiënten hoeft maar een kleine groep aan de slag met een insulinespuit. Zij gebruiken vaak wel een scala aan pillen, bijvoorbeeld om de werking van insuline te verbeteren en om vetten in het bloed te verlagen.
Over welke factoren een rol spelen in de ontwikkeling van type 1 diabetes is nog weinig geweten. Duidelijk is wel dat erfelijkheid een rol speelt. Met het mijden van ongezonde voeding valt type 1 diabetes in ieder geval niet te voorkomen.
Toch wordt in What the Health gesproken van een verband tussen koemelkconsumptie op jonge leeftijd en de ontwikkeling van diabetes type 1. Hoe zit dat precies?
"Duidelijk is in ieder geval dat koemelk an sich geen bepalende factor is voor het ontwikkelen van diabetes type 1"
What the health verwijst voor deze claim naar een Mexicaanse studie uit 2015.
Mathieu: “Er is inderdaad een observatie dat kinderen die borstvoeding krijgen minder type 1 diabetes ontwikkelen dan kinderen die geen borstvoeding, maar flesvoeding krijgen. Dan is de link met koemelk, die jonge kinderen met de zogenaamde formulevoeding binnenkrijgen, snel gelegd.”
“Een Fins onderzoek heeft dit vorig jaar echter uitgesloten”, vervolgt Mathieu. “In het onderzoek werden kinderen vergeleken die zes maanden lang naast de borstvoeding, ofwel formule gebaseerd op koemelk, ofwel een formule kregen waarin de koemelkeiwitten kapot waren gemaakt. Er bleek geen verschil te bestaan tussen beide groepen.”
Dierlijk vet als boosdoener
“Waarom is het dan toch zo dat kinderen die borstvoeding krijgen minder vaak diabetes ontwikkelen? Die vraag blijft vooralsnog onbeantwoord. We kunnen er allerlei ideeën op loslaten. Misschien zijn moeders die anno 2017 nog steeds borstvoeding geven hoger opgeleid en leven zij daardoor gezonder. Of misschien heeft het te maken met de warmte van de moeder tijdens het voeden aan de borst. We weten het niet. Duidelijk is in ieder geval dat koemelk an sich geen bepalende factor is voor het ontwikkelen van diabetes type 1.”
In tegenstelling tot type 1 diabetes, is de ontwikkeling van type 2 diabetes wél afhankelijk van ons dieet. Deze vorm is dan ook de verantwoordelijke voor de wereldwijde groei. In What the Health wordt dierlijk vet aangewezen als boosdoener.
"Met enkel een dieetverschuiving kunnen we diabetes dus niet voorkomen. Pas na genetische aanleg en beweging komt de invloed van ons dieet aan de orde"
“Ik word er gek van”, begint klinisch diabetes onderzoeker Neal Barnard, zijn betoog in What the Health. “Diabetes wordt niet veroorzaakt door het eten van veel koolhydraten, en ook niet door het eten van suiker. Diabetes wordt veroorzaakt door een dieet dat het vetgehalte in het bloed opbouwt. Ik heb het over een normaal dieet, met vlees en dierlijke producten.”
Zijn verhaal wordt begeleid door een animatie waarin te zien is hoe vetklonters de toegang van suikers tot de cellen blokkeren.
“Ik heb nooit eerder gehoord dat vlees een veroorzaker was van diabetes”, vervolgt filmmaker Anderson verbaasd in een voiceover. “We hoorden altijd dat het veroorzaakt werd door suiker of obesitas.
De focus op suiker heeft de aandacht afgeleid van de rol van dierlijke producten in de ontwikkeling van diabetes, besluit gewichtsverlies chirurg dr. Garth Davis in de documentaire.
Wat klopt hiervan? Krijgen we inderdaad diabetes type 2 van het eten van dierlijke producten? En is de rol van suiker daarmee kleiner dan gedacht? Volgens Mathieu is de werkelijkheid een stuk genuanceerder.
Diabetes door overvloed
“Het is juist dat onze insulinereceptoren gedeeltelijk geblokkeerd worden door vetopbouw en type 2 diabetes zich hierdoor kan ontwikkelen. Maar het gaat hier om de hoeveelheid vet, niet zozeer om de bron van het vet. Of je dit nu opbouwt door op een avond drie grote biefstukken, een berg aan noten, of twee zakken kiwi’s naar binnen te werken, maakt niet zoveel uit. Calorieën zijn calorieën en een teveel daarvan maakt ons te dik en geeft aanleiding tot diabetes.”
Positieve energiebalans
Ze geeft een lesje in onze metabolische energiehuishouding: “Steeds meer mensen hebben een positieve energiebalans. Dat betekent dat ze meer energie innemen dan ze verbruiken. Die overvloed stapelen we op als reserves die dienen als appeltje voor de dorst in tijden van schaarste.”
“In eerste instantie gebeurt dit onder de huid. Dat is een gezond mechanisme. Maar bij continue overvloed aan voedsel gaan we ook vet opstapelen op plekken waar het niet hoort. Bijvoorbeeld in onze organen, onze spieren, de lever en tussen de darmen. En daar gebeurt iets eigenaardigs; vet op deze plekken geeft aanleiding tot ontstekingen. Er ontstaan stollingen in het bloed, wat leidt tot hart en bloedvaatziekten. We zien dat de lever weerbarstig wordt ten opzichte van de werking van insuline. Ook dat geeft aanleiding tot de ontwikkeling van diabetes type 2.”
Het gevaar van verzadigd vet
“Waar de makers van de docu wel een punt hebben, is dat dierlijk vet over het algemeen de ontstekingen erger zal maken dan plantaardig vet. En wel omdat dierlijk vet vaker verzadigd is en plantaardig vet eerder onverzadigd. Stel je cellen bloot aan verzadigd vet en je ziet de ontstekingen meteen ontstaan. Bij onverzadigd vet gebeurt dat niet.”
“Maar, hier is enige nuance wel op z’n plaats, want niet alle dierlijke vetten zijn verzadigd. En zo zijn er ook plantaardige vetten die wel verzadigd zijn. Denk maar aan kokosvet en palmvet. Om ontstekingen en de daaruit voortkomende diabetes tegen te gaan, moeten we dus vooral letten op verzadigd vet.”
Nog meer boosdoeners
Daarnaast omschrijft Mathieu twee andere factoren die een nog grotere rol spelen in de ontwikkeling van diabetes type 2 dan ons dieet.
“De belangrijkste bepalende factor voor ontwikkeling van diabetes type 2 is genetische aanleg. De wereld ontploft van de diabetes, maar niet overal in gelijke mate. India, een land waar de meerderheid van de bevolking vegetarisch eet, heeft de grootste hoeveelheid en het sterkst groeiend aantal inwoners met diabetes type 2. In de EU en de VS is de groei daarentegen het laagst.”
Genetische verschillen
“Dat kan, tenminste gedeeltelijk, verklaard worden door genetische verschillen. Kaukasische (lees: witte) mensen hebben een genetisch voordeel wanneer het aankomt op de ontwikkeling van diabetes. De bètacellen van Kaukasische mensen zijn relatief sterk. En daarbovenop is deze groep gevoeliger voor de werking van insuline. Zo zie je dat het aantal Indiërs dat 300 kilo weegt en geen diabetes heeft zeer klein is, terwijl er genoeg witte Amerikanen van 300 kilo rondlopen zonder diabetes.”
Zittende levensstijl
“Erfelijke aanleg aanleg is dus de eerste bepalende factor. Maar waarom leden we honderden jaren geleden dan niet ook aan diabetes? Dat is voornamelijk omdat we nu veel minder bewegen. Een bewegende spier heeft geen insuline nodig om glucose op te nemen, deze zuigt de suiker direct uit het bloed. Ons lichaam is simpelweg niet aangepast aan onze zittende levensstijl.”
Met enkel een dieetverschuiving kunnen we diabetes dus niet voorkomen. Pas na genetische aanleg en beweging komt de invloed van ons dieet aan de orde.
"Met de kennis van nu, kunnen we niet zeggen dat één voedingsstof, voedingsmiddel of voedingsgroep of verantwoordelijk is voor het uitlokken van diabetes type 2"
Vervolgens wordt in What the Health een studie aangehaald waaruit zou blijken dat één portie bewerkt vlees per dag de kans op ontwikkeling van diabetes type 2 met maar liefst 51 procent verhoogt.
“De link tussen vlees eten en de ontwikkeling van diabetes is onmiskenbaar”, zo concludeert Anderson.
Gevaarlijke additieven
Maar die conclusie is te kort door de bocht, zo stelt Dimitri Declercq, diëtist en diabetes-educator aan het Universitair Ziekenhuis Gent en voorzitter van de Commissie Voeding van de Diabetes Liga: “Wat de auteurs van de aangehaalde studie concluderen, is dat het relatieve risico voor het ontwikkelen van diabetes type 2 het hoogst blijkt bij het consumeren van vleeswaren of bewerkt vlees. De hoeveelheid die wordt gegeten speelt ook een rol. Zij suggereren dat de additieven en het zout mogelijk bijdragen aan dit verhoogd risico.”
Met een snuifje zout
Zout, additieven en ook bepaalde vetzuren in bewerkt vlees zijn meermaals in verband gebracht met het ontwikkelen van diabetes type 2. “Het lijkt dus niet het vlees an sich maar eerder de hoeveelheid en de samenstelling die van belang zijn. Ook bepaalde groenteburgers zouden een dergelijke rol kunnen spelen. Net als bewerkt vlees dienen we zoute vleesvervangers dus te mijden.”
Het totaalbeeld
Maar, af en toe iets ongezonds, hoeft geen probleem te zijn volgens Declercq. “Het effect van voeding op onze gezondheid is niet zo simpel als de makers van de documentaire stellen. Met de kennis van nu, kunnen we niet zeggen dat één voedingsstof, voedingsmiddel of voedingsgroep of verantwoordelijk is voor het uitlokken van diabetes type 2. Het uit balans zijn van onze voedingsinname, inclusief onze levensstijl, is hier eerder doorslaggevend.”
Hij noemt als voorbeeld olijfolie: “In het verleden werd olijfolie geïntroduceerd in de Westerse keuken als antwoord op de toenemende prevalentie van hart- en vaatziekten. De introductie van olijfolie zorgde evenwel niet voor een daling, integendeel.”
“In een mediterrane voeding zit naast het gebruik van olijfolie ook vis, schaap en gevogelte, ruime porties groenten en fruit en koolhydraten uit bronnen zoals brood, aardappelen en peulvruchten. Bijkomend is dat de mensen een eerder relaxte en actieve levensstijl hebben. We moeten dus naar het totaalbeeld kijken in plaats van alleen de rol van olijfolie in acht te nemen.”
"Waar Abdella vooral van profiteert is de verminderde calorie-inname, niet zozeer het gebrek aan dierlijke producten"
Tegen het einde van de documentaire komt diabetes type 2 patiënt Michael Abdella in beeld: 69 jaar en een flinke buik. Eerder in de docu vertelde hij bezorgd over al de medicatie die hij moest slikken: ongeveer 16 verschillende medicijnen, plus insuline die hij ‘s morgens en ‘s avonds inspuit.
Strikt plantaardig dieet
Hij verruilde zijn grauwe appartement voor een zonnige straat en vertelt vrolijk wandelend over zijn dieet: “Op Valentijnsdag besloot ik veganist te worden. Daar had ik nog nooit aan gedacht. Maar ik heb zoveel succesverhalen gehoord dat ik besloot alle dierlijke producten op te geven. Ik ben meer dan dertien kilo kwijtgeraakt. Ik gebruik nog maar de helft van mijn medicijnen en insuline. En nu ga ik er helemaal voor, tot ik niks meer nodig heb.
En dat moet mogelijk zijn; zo wordt er in de docu onderzoek aangehaald waaruit zou blijken dat diabetes type 2 volledig teruggedraaid kan worden met een strikt plantaardig dieet
Verminderde calorie-inname
Maar, wederom is deze claim te kort door de bocht, zo vertelt Declercq.
“Als je gewend bent aan normale westerse voeding en plots de dierlijke producten vervangt door veel groenten en wat fruit, zal je zeker gewicht verliezen, dankzij de lagere calorie-inname. Dit gecombineerd met activiteit, maakt je eveneens gevoeliger voor insuline. Dat zal zeker een gunstig effect hebben. Maar een goed uitgebalanceerde voeding, inclusief dierlijke producten zal eenzelfde verbetering laten zien. Waar Abdella dus vooral van profiteert is de verminderde calorie-inname, niet zozeer het gebrek aan dierlijke producten.”
Minder calorieën innemen is overigens wel een stuk makkelijker met een plantaardig dieet: “Als je 100 calorieën aan vlees of aan groente op een bord legt, dan resulteert dat in een heel groot bord groenten en een bijzonder klein bord vlees”, vertelt Mathieu. “Het gevolg is dat we bij het eten van vlees eerder geneigd zijn teveel te eten. Bij groenten zal je amper de 100 calorieën kunnen halen en je buik zit al vol.”
Maar, dit geldt natuurlijk niet voor al het plantaardige eten: veel chips en snoep is veganistisch, maar bevatten ook veel calorieën. Dus ook in een plantaardig dieet zullen we ons moeten beheersen om overgewicht, en daaruit voortvloeiend diabetes type 2, te voorkomen.
Veganisme biedt ons niet de oplossing tegen diabetes. In het voorkomen van type 1 diabetes blijkt het niet uit te maken wat we eten. Op type 2 diabetes heeft voeding wel effect, maar een dieet mét dierlijke producten kan ook helpen bij gewichtsverlies en het voorkomen en behandelen ervan. Daarnaast kan veganistische voeding ook ongezond zijn: friet, veel chips of zoute groenteburgers gaan ons niet redden van diabetes.
Bovendien blijkt dieet niet de enige bepalende factor voor de ontwikkeling van diabetes type 2: onze erfelijke aanleg en mate van beweging hebben een nog grotere invloed.
Wel is duidelijk dat met een veganistisch dieet, vooral wanneer dit veel groenten bevat, het stukken makkelijker is om overgewicht te voorkomen en te minderen in verzadigde vetten: beide belangrijk in het voorkomen van diabetes type 2.