Het grote potentieel van insecten ligt niet zozeer bij sprinkhanenburgers en krekelmeel, maar in de veeteelt. De vraag naar dierlijk eiwit neemt immers niet af, dus een verduurzaming van de sector is hard nodig. Insecten kunnen daarbij helpen.
Veevoeder samenstellen is precisiewerk. De behoefte van landbouwdieren verschilt per diersoort, leeftijd en productiedoel. Een juiste balans tussen koolhydraten, eiwitten en micronutriënten is essentieel. Het gros van het voeder bestaat uit twee componenten. Enerzijds koolhydraten, die de nodige energie leveren. Meestal komen die uit granen zoals tarwe of mais, of restproducten uit de voedingsindustrie, bijvoorbeeld aardappelzetmeel.
Het tweede component is eiwitten, nodig voor de groei. Tot in de jaren negentig werd een groot deel van de eiwitbehoefte van de veevoederindustrie ingevuld door het gebruik van dierlijke eiwitten, onder andere uit slachtafval. Dat liep echter mis. De ziekte boviene spongiforme encefalopathie (BSE), de zogenoemde gekkekoeienziekte, verspreidde zich onder runderen via besmette dierlijke eiwitten in veevoer.
In de nasleep van de BSE-crisis verbood de Europese Unie (EU) het gebruik van dierlijke eiwitten in veevoer, zowel voor runderen als voor kippen en varkens. De sector schakelde over op plantaardige eiwitbronnen, voornamelijk uit oliehoudende zaden, met soja voorop. Soja heeft een bijzonder hoogwaardig eiwitprofiel, maar moet van elders ingevoerd worden . Daarom dat de EU minder geïmporteerde soja in veevoeders wil. Onder meer insecten kunnen dat gat opvullen. Om de afhankelijkheid van soja te verminderen, kijkt men naar insecten.
Insecten kweken om vee mee te voederen heeft een aantal voordelen, verduidelijkt Teun Veldkamp, senior onderzoeker diervoeding en insecten als diervoeding verbonden aan Wageningen Livestock Research. 'Je kan ze allerlei organische reststromen voorzetten. De beestjes zijn in staat om laagwaardig organisch afval tot hoogwaardige eiwitten en vetten om te zetten, en dat op een erg efficiënte manier. Een nadeel is dat de teelt wel wat energie vraagt, want insecten gedijen best in een warme omgeving. Maar daarvoor kunnen we restwarmte van elders inzetten.'
'Een ander pluspunt is dat de kweek niet grondgebonden is,' gaat Veldkamp verder. 'Je hebt geen weiland of akkers nodig, dus je kan overal een insectenkwekerij opzetten, dus ook bij ons, dicht bij zowel de reststormen bedoeld om ze te voeden, als bij de eindgebruikers van insectenproducten, de veeboeren.'
Een belangrijk punt, want de landhonger van de veevoedersector is enorm. Ongeveer een derde van alle akkerbouw wereldwijd is bestemd voor veevoer. Insecten gebruiken als grondstof voor voervoeder vermindert de druk op landbouwgronden en de competitie tussen akkerbouw voor menselijke voeding voor mens en dieren die voor veevoeders, op voorwaarde dat insecten enkel afvalstromen voorgeschoteld krijgen, en geen akkerbouwproducten.
Heel wat insecten zijn geschikt voor veevoeder. Krekels, sprinkhanen, zijderupsen, meelwormen, de larve van zwarte soldatenvlieg,..., aldus Veldkamp. ' Grote bedrijven richten zich vooral op de laatste tweetwee soorten. Hun teeltmethodes zijn het best onderzocht, en vallen makkelijker op te schalen dan andere soorten.'
Vooral de larven van zwarte soldatenvlieg bieden mogelijkheden voor natte reststromen. Die zijn in staat zowat ieder type organisch afval te verwerken. 'Het is absoluut geen kieskeurig beestje. Ze doen het goed in zowat elk substraat dat men aanbiedt, als het maar voldoende vochtig is.'
De larven van de zwarte soldatenvlieg leven van nature in de uitwerpselen van dieren. Dat maakt dat men ze op substraten van stalmest kan kweken. Een bijzonder interessante eigenschap, want niet alleen produceren ze eiwitten en vetten op basis van een wel erg laagwaardige afvalstroom, het helpt veetelers ook om van hun mestoverschot af te geraken. Voorlopig is dat echter niet toegestaan onder de Europese wetgeving, omdat stalmest dierlijke eiwitten kan bevatten en andere veiligheidsrisico’s inhoudt.
'De hoeveelheden eiwit die de veevoedersector vraagt zijn enorm. Insecten kunnen daar hoogstens enkele procenten van vervangen'
Insecten leveren hoogwaardige eiwitten op, maar ook vetten, nodig voor energie. 'De veevoederindustrie kijkt met belangstelling naar beide componenten,' vertelt Veldkamp. 'Het aminozuurprofielaminozuur profiel van eiwitten uit insecten verschilt van soort tot soort, maar sluit in het algemeen goed aan bij de behoeftes van landbouwdieren. Het doet niet ondermoet niet onderdoen voor soja of vismeel, een andere veelgebruikte bron van eiwitten in de voedersector. De vetten zijn ook interessant, maar wat moeilijker te verwerken.'
Ondertussen zijn de eerste insectenbedrijven de experimentele fase voorbij. Grote spelers, zoals het Nederlandse Protix en het Franse InnovaFeed, produceerden samen met een hele reeks kleinere bedrijven, produceerden in 2022 wereldwijd al zo'n 10.000 ton veevoeder op basis van insecten.4 Daaronder vallen verschillende producten zoals gedroogde meelwormen en larven van de zwarte soldatenvlieg, poeders met een eiwitgehalte tot 60%, al dan niet ontvet, of geperste korrels.
Insecten in dierenvoeders zijn vooral interessant voor varkens en gevogelte. Deze dieren zijn van nature alleseters, en insecten sluiten beter aan bij hun natuurlijk eetpatroon. Bovendien staat Europa het voederen van insecten aan runderen en andere herkauwers niet toe. Toch blijft het gebruik van insecten in varkens- en kippenvoeder voorlopig eerder beperkt. Dat ligt voornamelijk aan de kostprijs. Die ligt hoog, tussen 3500 en 5000 euro per ton.4 Dat is behoorlijk meer dan die van soja. Die schommelt rond 400 euro per ton, of vismeel dat tussen 1200 en 2000 per ton kost.
De grootste afnemer van insectenvoeders is momenteel de aquacultuur. De soorten die men in Europa kweekt, zoals zalm of tarbot, zijn carnivoor en krijgen voornamelijk vismeel voorgeschoteld. Vismeel is vaak echter weinig duurzaam, want is vaak afkomstig van in het wild gevangen vis en daarom weinig duurzaam. Insecten bieden een uitstekend alternatief, zeker voor producenten die hun kweekvis als een betere keuze voor het milieu promoten. Hetzelfde geldt voor de productie van voeding voor huisdieren, een andere sector waar insecten wel al ingang vinden. Ook hier vindt duurzaamheid opgang, en bovendien mag het voor onze honden en katten wel wat meer kosten.
Wat helpt om insecten in de markt te zetten zijn de extra gezondheidsvoordelen die ze hebben voor dieren, aldus Veldkamp. 'Insectenproducten vallen duur uit in vergelijking met soja, en dat blijft nog wel even zo. Daarom onderzoeken wedat we onderzoeken welke extra voordelen voer van insecten voederen biedt. Insecten maken deel uit van het natuurlijk voedingspatroon van kippen, varkens en sommige vissoorten. Voederen met levende insecten verbetert de gezondheid en het welzijn van deze dieren. Dat zien we bijvoorbeeld bij kippen. Het probleem van verenpikken, het uittrekken van het eigen verenkleed, vermindert sterk als ze levende insecten voorgeschoteld krijgen.'
Dat is nietniet is alles. Insecten bevatten allerlei micronutriënten, vitamines en mineralen, maar ook andere stoffen die de gezondheid van landbouwdieren ten goede komen. 'Sommige componenten bevorderen de immuniteit van landbouwdieren. In het vet van de larven van de zwarte soldatenvlieg zit bijvoorbeeld laurinezuur, een vetzuur met een antibacteriële werking die een gunstige invloed heeft op het maag-darmkanaal. Om die gezondheidsvoordelen beter in de verf te zetten, is wel nog bijkomend onderzoek nodig,' aldus Veldkamp.
Een belangrijke rem op de ontwikkeling van insectenproducten als veevoeder is de Europese regelgeving. Die is erg streng als het aankomt op eiwitten in veevoeder. Insecten worden beschouwd als bewerkte dierlijke eiwitten (Processed Animal Proteins, PAP) en het gebruik ervan in voervoeders werd verboden in de nasleep van de BSE-crisis. In 2021 versoepelde Europa de regels, en zijn dierlijke eiwitten weer toegelaten in voedermengelingen voor varkens en kippen.
Datzelfde jaar kwam er ook groen licht voor het gebruik van insecten in voeders voor kippen, varkens en vissen. Voor runderen en andere herkauwers zoals schapen of geiten blijft het verbod overeind. Maar insectentelers mogen nog steeds geen reststromen gebruiken die dierlijk eiwit bevatten zoals afval uit de horeca of stalmest, al verwacht men dat dit zal veranderen.
Insecten inzetten als veevoederal veevoeder biedt heel wat voordelen voor landbouwdieren, en vermindert de ecologische voetafdruk van de veeteelt. Maar een mirakeloplossing is het niet, nuanceert Veldkamp. 'Insectenkweekbedrijven staanstaat op de drempel van een commerciële productie. De sector is snel gegroeid, en blijft groeien. Er is nog veel ruimte voor verdere opschaling. Maar de hoeveelheden eiwit die de veevoedersector vraagt zijnis enorm. Insecten kunnen daar hoogstens enkele procenten van vervangen. Daar dienen we realistisch bij te blijven.'