Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Genoeg is ook een feest: zo kunnen we ons een betere voedseltoekomst voorstellen

Het rapport 2017 van het World Economic Forum over de toekomst van voedsel onderzoekt hoe de voedselsystemen van de wereld er in 2030 uit zouden kunnen zien. Maar geen van de vier toekomstscenario's die het presenteert is bijzonder aantrekkelijk

The Conversation

The Conversation is een onafhankelijke, non-profit journalistieke website die nieuws en achtergrond afkomstig uit de academische gemeenschap publiceert.

Om een wereld te creëren waarin iedereen goed kan eten zonder de planeet te vernielen, hebben we betere ideeën, een rijke verbeelding en de juiste instrumenten nodig. Het WEF-rapport biedt vier mogelijke scenario's.

  1. Ongecontroleerde consumptie: grondstofintensieve consumptie en sterke handel veroorzaken milieu-ineenstorting en extreme opwarming van de aarde, terwijl rijke landen en bedrijven doorgaan met het exploiteren van hulpbronnen wereldwijd.
  2. Survival of the richest: hulpbronintensieve consumptie met beperkte handel en intellectuele eigendomsrechten vergroten de kloof tussen arm en rijk, terwijl milieuproblemen en klimaatverandering verergeren.
  3. Lokaal is het nieuwe mondiaal: hulpbronnenefficiënte consumptie en beperkte handel stellen grondstofrijke landen in staat zichzelf te voeden en hun milieu te beschermen, maar landen zonder goede landbouwgrond staan voor een moeilijke keuze tussen overmatig gebruik van hulpbronnen of het risico op honger.
  4. Duurzaamheid op basis van open bronnen: hulpbronnenefficiënte consumptie en sterke handel helpen om voedsel te leveren en tegelijkertijd het milieu te beschermen. Maar omdat we afhankelijk zijn van producten uit de hele wereld, worden mensen overal ter wereld getroffen door extreme weersomstandigheden en economische of politieke schokken.

De auteurs van het rapport stellen dat verschuivingen in de vraag (naar hulpbronnen-intensieve of efficiënte consumptie) en marktconnectiviteit de twee cruciale onzekerheden zijn die zullen bepalen of de voedselsystemen de 8,5 miljard mensen die naar verwachting in 2030 op aarde zullen leven, voedzaam en duurzaam kunnen voeden.

In het verslag wordt benadrukt dat alle scenario's mogelijk zijn en allemaal winnaars en verliezers kennen. Zelfs in het open duurzaamheidsscenario, bijvoorbeeld, kunnen sommige mensen zich de hogere prijs van ecologisch geprijsd voedsel misschien niet veroorloven, met inbegrip van de kosten voor het beheer van de waterkwaliteit, het betalen van eerlijke lonen voor werknemers en een beter dierenwelzijn. Maar het is onduidelijk of de scenario's echt duurzaam zijn; efficiënter consumeren is misschien niet genoeg.


Megan Thomas - ,Unsplash

Efficiëntie en markten

De wetenschap is duidelijk: we gebruiken meer hulpbronnen dan de aarde kan regenereren, dus om duurzaam te worden moeten we minder consumeren. En er zijn goede redenen waarom efficiënter gebruik van hulpbronnen niet genoeg is. Zie de aarde als een visvijver. In onze vijver wordt elke dag een nieuwe vis geboren (een regenererende hulpbron). Maar als we elke dag 1,6 vissen eten (net zoals we momenteel 1,6 aardse hulpbronnen gebruiken), komt er een dag waarop de vijver leeg zal zijn - ongeacht hoe efficiënt we de vis koken, bewaren en eten.

Verbeterde productieprocessen alleen verminderen evenmin het absolute gebruik van hulpbronnen. Minder consumeren blijft de meest haalbare optie. Maar onze samenlevingen en ons ontwikkelingsmodel zijn gebouwd op het idee dat economische groei en consumptie noodzakelijk zijn voor een goed leven.

Kunnen we onze voedings- en consumptiepatronen echt genoeg veranderen zonder dit fundament te herzien? De oplossingen die in het verslag worden voorgesteld, zoals consumenteneducatie, andere marketing of nieuwe bedrijfsmodellen, zijn slechts met beperkt succes uitgeprobeerd. onderschrift:

Een krimpend doel: het bereiken van duurzaamheid wordt moeilijker naarmate we de biocapaciteit van de planeet verminderen door overmatig gebruik van haar hulpbronnen. Travelplanner/WikiCommons

Local is the new global, het tweede scenario in het WEF-rapport, gaat uit van een hulpbronnenefficiënte consumptie die gekenmerkt wordt door een lage marktconnectiviteit. Volgens het rapport vermijdt het de risico's van economische en politieke schokken die de sterk verbonden markten van het Open-source duurzaamheidsscenario met zich meebrengen. Maar hier hangt een prijskaartje aan. De auteurs van het rapport speculeren dat landen die afhankelijk zijn van invoer, moeite zullen hebben om hun bevolking te voeden zonder verbonden markten, terwijl innovaties zich moeilijk zullen kunnen verspreiden.

Klopt dit? Open kennis en technologie hebben geen markten nodig om te werken en zich te verspreiden, zoals Wikipedia en arXiv, waar meer dan een miljoen wetenschappelijke artikelen te vinden zijn, hebben aangetoond. Er is ook de vraag of voedsel een product is of een gemeenschappelijk goed waar iedereen recht op heeft. Iedereen moet immers eten. Het rapport geeft ook geen voorbeelden van sterke instellingen die de gevolgen van marktconnectiviteit zouden kunnen beperken, zoals de dreiging van transnationale bedrijven die de wereldvoedsel- en zaadmarkten domineren.

Betere ideeën

Als het doel goed voedsel en een gezonde planeet is voor iedereen, inclusief toekomstige generaties en andere soorten, moeten we misschien verder kijken dan alleen voeding. Een beter doel is misschien voedselsoevereiniteit, gedefinieerd in de Nyéléni-verklaring van 2002 als: Het recht van volkeren op gezond en cultureel passend voedsel, geproduceerd volgens ecologisch verantwoorde en duurzame methoden, en hun recht om hun eigen voedsel- en landbouwsystemen te bepalen. Om dit doel te bereiken moeten we voedsel verbouwen met behulp van agro-ecologie, dat wil zeggen met behulp van kennis van ecosystemen en biodiversiteit om de manier waarop we landbouw bedrijven vast te leggen. Verder zouden regionale voedselsystemen op basis van zelfredzaamheid en lokale valuta eerlijke handel mogelijk maken, maar er ook voor zorgen dat voedsel altijd beschikbaar en toegankelijk is.

Het is misschien niet de snelste, maar de degrowth-beweging wint aan kracht. Acción Política de Desazkundea Degrowth, zowel een concept als een beweging, streeft naar minder gebruik en productie terwijl het menselijk welzijn toeneemt en de ecologische omstandigheden verbeteren. Het kan ons helpen af te stappen van overconsumptie en de behoefte aan groei door geluk niet individueel maar sociaal te herdefiniëren.

Waarom niet ontspannen en genieten van een goed leven (of buen vivir) van koken en eten met vrienden en familie, in plaats van te wedijveren om de grootste auto of het grootste huis te kopen? Met open kennisdeling in plaats van octrooien en beperkende auteursrechten kunnen we alles vrij uitwisselen, van blauwdrukken voor 3D-geprinte landbouwwerktuigen tot open-access leerboeken die de basisbeginselen van duurzaamheid leren of hoe steden kunnen helpen duurzame voedselsystemen te creëren - zonder afhankelijk te zijn van marktconnectiviteit om innovatie te verspreiden.

Hulpmiddelen om een betere toekomst vorm te geven

Antropologen gebruiken de term "verbeelding" om het vermogen van mensen of samenlevingen te beschrijven om zich voor te stellen hoe dingen anders zouden kunnen zijn dan ze zijn. Hoe sterker de kracht van onze verbeelding, hoe meer opties en oplossingen we kunnen bedenken om uitdagende problemen aan te pakken.

Met een rijke verbeelding kunnen we gemakkelijk het gangbare politieke argument verwerpen dat er geen alternatief is, dat in de context van voedsel soms wordt gebruikt om industriële landbouw te bepleiten. Evenzo kunnen we, als we ons een betere toekomst kunnen voorstellen, de val van helse alternatieven vermijden - waarbij de confrontatie met alleen maar slechte keuzes ons machteloos maakt om verandering te eisen.

Dus hoe kunnen we onze verbeelding een goede training geven? Kunst en literatuur, en vooral utopische sciencefiction, zoals Ursula K Le Guin's The Dispossessed of Kim Stanley Robinson's Mars Trilogy, kunnen dienen om een publieke discussie over de toekomst op gang te brengen.

En onlangs hebben mensen participatieve instrumenten uitgevonden die iedereen kan gebruiken om samen een betere toekomst voor te stellen, te plannen en vorm te geven, zelfs zonder schrijver of kunstenaar te zijn.

Een eenvoudige manier is het delen en vergelijken van onze waarden en overtuigingen met mensen om ons heen. Zo vroegen onderzoekers van het FEAST-project en ik honderden kinderen en volwassenen op ons Open Huis van het Onderzoeksinstituut voor Mens en Natuur in Kyoto wat "goed voedsel" voor hen betekent. De antwoorden waren zowel grappig als fascinerend: van het eten van chocolade midden in de nacht en traditionele erfgroenten uit Kyoto tot zelfgekookt voedsel en maaltijden gedeeld met familie en vrienden.

Een ander goed hulpmiddel om de toekomst vorm te geven is backcasting, waarbij je nadenkt over wat voor soort toekomst je wilt en vervolgens de wegen naar die toekomst uitstippelt. Noshiro is een plattelandsstadje in het noorden van Japan dat te kampen heeft met vergrijzing en bevolkingsafname, maar beroemd is om zijn heerlijke rijst. Hier hielden we workshops waar bewoners zich voorstelden hoe hun persoonlijke ideale maaltijd er 30 jaar in de toekomst uit zou zien. Aan de hand van tekeningen van deze maaltijden bespraken we vervolgens welke acties nodig waren om deze toekomst te verwezenlijken.

Als u dat nu eens probeert? Welke ideale maaltijd wil jij over 30 jaar eten? En wat moet je daarvoor doen?

Dit artikel is een vertaling van The Conversation. De auteur is Christoph Rupprecht (Project Researcher, Research Institute for Humanity and Nature).


Bronvermelding