Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Sociaal

Is 'superfood' quinoa ook super voor de quinoaboeren in de Andes?

In iets meer dan een decennium schopte quinoa het van armemenseneten voor de boeren in de Andes tot superfood voor de bewuste consument – niet alleen bij ons in het Westen, maar evengoed in de Andeslanden zelf. Productie, export en consumptie namen een hoge vlucht. Maar bracht de populariteit van het gewas ook welvaart voor de telers in de Andes? Een vraag voor Efrain Avendaño Torres, algemeen directeur Solid Food Peru.

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.
Credit: Isabel Corthier voor Solid

Chisiya Mama, de Moeder aller Granen, zo noemen de volkeren van het Incarijk de quinoa. De legende wil dat de keizer van de Inca’s ieder jaar de eerste quinoa van het seizoen inzaaide. Het zegt alles over hoe belangrijk quinoa voor de bewoners van de Andesvolkeren wel was. Omdat het eiwitrijke gewas het goed deed op de koude, droge en schrale hooglanden van de Andes, verwierf het een centrale plaats in de landbouw in het hooggebergte, en dat duizenden jaren lang.

De Spaanse kolonisatie gooide echter alles om. De inheemse gemeenschappen in de Andes raakten in de verdrukking, en samen met hen ook de quinoa. De stedelijke bevolking in Peru en Bolivia keek neer op het gewas, en bestempelde het als voedsel voor de arme boeren van de Sierra, de hoogvlaktes van de Andes. In het Westen had tot voor kort nauwelijks iemand van quinoa gehoord, behalve wie weleens in de wereldwinkel kwam.

Credit: Isabel Corthier voor Solid

200 kg quinoa voor eigen gebruik

Dat veranderde ongeveer een decennium geleden. Quinoa werd gebombardeerd tot het nieuwe superfood, en was plots alomtegenwoordig. De vraag van de Westerse markt naar het Andesgewas verdrievoudigde in tien jaar tijd. Maar enkele jaren geleden verschenen er alarmerende artikels in de media, onder andere in The Guardian, waarin stond dat de vraag naar quinoa in het Westen de prijs dermate de hoogte injaagde, dat lokale boeren niet meer in staat waren zelf quinoa te consumeren. Latere berichtgeving sprak dit tegen, en stelde dat de hype het inkomen van quinoaboeren net wel verbeterd had.

Hoe zit het nu echt? Bracht de hype welvaart voor de boeren in de Andes, of net niet?

“Ik ben zelf een boerenzoon”, aldus Efrain Avendaño Torres. “Als kind stond er quinoa op het menu, en dat is nooit anders geweest. De verhalen dat de prijsstijging van quinoa ervoor gezorgd hebben dat kleine boeren zich het graan niet meer kunnen veroorloven kloppen niet. In de Sierra, de hooglanden van Peru waar er traditioneel quinoa geteeld werd – ruwweg de regio's Puno, Ayacucho, Cusco en Apurimac – is het de gangbare praktijk dat boeren een deel van de oogst opzij zetten. Deels dient die voorraad als zaaigoed voor het jaar erop, deels als voedsel. Gewoonlijk houdt een boer 100 tot 200 kilogram quinoa voor zichzelf. Dat gebeurt vandaag nog steeds.” 

Als algemeen directeur van Solid Food Peru, de partnerorganisatie van Solid Food Europe die duurzame quinoa op de markt brengt, en verantwoordelijke voor de inkoop van quinoa en het organiseren van de boeren in Ayacucho, is Efrain goed op de hoogte van de situatie.

“Het belangrijkste effect is een verhoging van het rendement. Vroeger bracht een akker in de Sierra tussen 800 en 1.000 kg per hectare quinoa op, vandaag loopt dat op tot 1.800 à 2.500 kg"

Meer toewijding

“Tot 2015 is de prijs sterk en snel gestegen, tot 2,60 euro per kilogram voor de boer, afhankelijk van de soort natuurlijk. Die boom heeft inderdaad voor extra inkomsten gezorgd voor de boeren, zowel in Peru als in Bolivia, de andere grote producent. In 2015 stortte de prijs in tot 0,70 euro de kilogram, om te stabiliseren op ongeveer 1,60 euro de kilogram vandaag. Maar al die tijd, ook op het hoogtepunt van de prijscurve, zijn boeren naar mijn ervaring zelf quinoa blijven consumeren.”

Niet alleen de prijs, ook het geproduceerde volume ging sterk de hoogte in. In relatief kort tijd is quinoa uitgegroeid van een lokaal gewas tot een belangrijk exportproduct voor zowel Peru als Bolivia. Heeft dat de landbouwpraktijk in de Andes beïnvloed?

“Het belangrijkste effect is een verhoging van het rendement. Vroeger bracht een akker in de Sierra tussen 800 en 1.000 kilogram per hectare quinoa op, vandaag loopt dat op tot 1.800 à 2.500 kilogram. Dat is in de eerste plaats het resultaat van meer toewijding aan de teelt. Voorheen diende quinoa louter voor de eigen consumptie, en werd er minder waarde aan gehecht. Vandaag is het een belangrijke inkomensbron in de Andes, en dus besteden boeren meer zorg aan de quinoateelt. Landbouwtechnisch is er niet zoveel veranderd, maar wel in de perceptie van de boeren.”

Credit: Isabel Corthier voor Solid

Enorme variëteit

“De teelt en de oogst gebeuren nog steeds grotendeels manueel en op kleine teelt, vooral omdat de geografie van de Sierra geen grootschalige en gemechaniseerde landbouw toelaat”, verklaart Efrain. “Er worden iets meer mechanische hulpmiddelen ingezet bij de oogst en de verwerking van quinoa, maar de teelt steunt nog steeds voor een groot deel op handenarbeid.”

“Door de eeuwen heen is er een enorme variëteit aan rassen ontstaan. Slechts enkele daarvan worden commercieel geteeld. Voor witte quinoa zijn er een stuk of vier commerciële variëteiten, in de rode twee. Dat betekent niet dat de andere rassen in de vergetelheid zijn geraakt. Die vind je nog altijd op de lokale markt, misschien zelfs nog wat meer dan voorheen, omdat ook de lokale markt voor quinoa gegroeid is.”

Het zijn in regel kleine boeren die tot de inheemse bevolkingsgroepen uit de hoogvlakten behoren die quinoa telen. “De Sierra is dor en droog, maar quinoa kan als inheems gewas groeien met het water dat uit de lucht valt”, vervolgt Efrain. “De teelt gebeurt in rotatie met andere gewassen zoals aardappelen, tarwi (soort boon) en haver. Veel anders groeit er nu eenmaal niet. Maar quinoa biedt boeren nu wel een vast inkomen, wat voorheen niet het geval was.”

“Een goede zaak is dat een groot deel van de quinoa geteeld wordt zonder pesticiden en andere landbouwchemicaliën. Er is een tendens naar biologische teelt, omdat de consument daar naar vraagt. Het gebruik van landbouwchemicaliën is niet verdwenen, maar wel gevoelig gedaald.”

“De quinoahype heeft niet alleen voor extra inkomsten gezorgd, maar ook voor nieuwe werkgelegenheid. Het is een gewas dat vrij eenvoudig groeit in de Sierra, omdat het er inheems is, maar de teelt vraagt wel veel handenarbeid"

Nieuwe werkgelegendheid

De boeren op de hoogvlaktes behoren tot het armste deel van de bevolking in Peru en Bolivia. Heeft de populariteit van quinoa en de inkomsten uit de teelt ook sociale verandering gebracht in de Sierra?

“Deels wel”, weet Efrain. “Vroeger hadden boeren in de hooglanden amper mogelijkheden om aan inkomsten te geraken. De meeste landbouw bleef steken bij louter overlevingslandbouw om de eigen voedselconsumptie te dekken. Veel mensen trokken weg om elders hun handenarbeid te verkopen. Naar de kustregio, om er in grote landbouwbedrijven te werken waar men gewassen voor de export teelt, in het geval van Peru voornamelijk druiven en asperges. Een andere optie was naar de Selva te trekken, de regio in het Amazonebekken aan de andere kant van het Andesgebergte, waar mensen in de cocateelt en de drugshandel terecht komen. Mensen raakten vervreemd van hun families door die arbeidsmigratie. Dat is veranderd.”

“De quinoahype heeft niet alleen voor extra inkomsten gezorgd, maar ook voor nieuwe werkgelegenheid. Het is een gewas dat vrij eenvoudig groeit in de Sierra, omdat het er inheems is, maar de teelt vraagt wel veel handenarbeid. Het zaaien, wieden en oogsten gebeurt grotendeels manueel, grotendeels omwille van de geografie van de regio. De hellingen zijn nu eenmaal niet bijzonder geschikt voor landbouwmachines. Je ziet dat mensen die vroeger zouden wegtrekken, vandaag zelf met de quinoateelt beginnen. Er is zeker nog migratie, maar veel minder dan voorheen, en dat is zeker een positief effect van de populariteit van quinoa.”

Credit: Isabel Corthier voor Solid
Bekende chefs hier zijn begonnen met opnieuw inheems voedsel te gebruiken in hun gerechten, zoals quinoa, maar ook inheemse aardappelen. Dat heeft veel bijgedragen aan de herwaardering van gewassen die hier al duizenden jaren op het veld staan, maar die in de steden vergeten waren"

Weg stereotypes

Quinoa wordt al duizenden jaren geteeld in het Andesgebergte en is een van oudsher belangrijk gewas voor de Andesvolkeren, dat even in de verdrukking geraakte tijdens de kolonisatie. Heeft de quinoahype in het Westen het gewas nog meer opgewaardeerd?

“Ik herinner me nog dat er niet zo lang geleden slechts drie gerechten op basis van quinoa op het menu stonden: een soep, een soort risotto (namelijk segundo de quinoa) en als een soort ontbijtgraan. Vandaag liggen de kaarten anders. Quinoa heeft ook hier bij ons in de steden enorm aan populariteit gewonnen. De consumptie ervan moet niet onderdoen voor rijst. Je vindt tegenwoordig quinoa in alle prijsklassen, en de rekken van de supermarkten liggen vol met een hele resem producten op basis van quinoa, zoals koekjes, spaghetti, ontbijtproducten, meel en zo kan ik nog wel even doorgaan.”

“Dat geldt trouwens ook voor andere landbouwproducten uit de Sierra en de Selva. Er is een herwaardering van inheemse landbouwgewassen en het Incavoedsel aan de gang. Een belangrijke rol daarbij is weggelegd voor bekende chefs zoals Gastón Acurio. Zij zijn begonnen met opnieuw inheems voedsel te gebruiken in hun gerechten, zoals quinoa, maar ook inheemse aardappelen bijvoorbeeld. Dat heeft veel bijgedragen aan de herwaardering van gewassen die hier al duizenden jaren op het veld staan, maar die zeker in de steden zo goed als vergeten waren. Nu is het evenwel een commerciële troef om producten als inheems in de markt te plaatsten. De oude stereotypes zijn verdwenen, en dat is een bijzonder goede zaak.”

Bang van China

Vraag is nu of quinoa een blijvende bron van inkomsten kan zijn voor de Andesboeren. 

“Dat hangt ervan af. We hebben gezien hoe in 2014 en 2015 grote landbouwbedrijven uit de kustvlaktes zich op de quinoateelt hebben gestort, maar moesten afhaken zodra de prijs weer naar beneden ging. Quinoa is inheems in de hooglanden van de Andes, en kan hier zonder al te veel kosten geteeld worden, terwijl het in de kustregio een grote input aan landbouwchemicaliën vraagt. Eens de prijs daalt, is het niet meer winstgevend om daar quinoa te telen. Maar het risico bestaat dat als de prijs opnieuw sterk de hoogte in zal gaan, er zich opnieuw grote spelers op de productie storten, in Peru en Bolivia, of elders, en dat die uiteindelijk de kleine Andesboeren zullen wegdrukken.”

Efrains grootste vrees is dat een land als China massaal quinoa zou beginnen te verbouwen, al dan niet met genetisch gemanipuleerde zaden aangepast aan andere landbouwregio's dan de Sierra.

“Dat zou een gigantische impact kunnen hebben. In de Sierra is nu eenmaal geen massaproductie mogelijk. Maar zolang dat niet gebeurt, en de zaden niet gepatenteerd worden, blijft quinoa sowieso een belangrijke inkomensbron voor boeren in de Andes, want de vraag lijkt te stabiliseren. Sowieso is hier altijd quinoa geteeld voor eigen consumptie, en dat zal zo blijven.”

Bronvermelding